De nuance van Pechtold
D66-leider Alexander Pechtold hield afgelopen zondag de Abel Herzberg-lezing in Amsterdam en bereed uiteraard zijn favoriete stokpaardje: Geert Wilders.
Het voorgenomen kabinet is volgens hem gestoeld op wantrouwen. “De samenleving splijt als stigmatisering en uitsluiting, verruwing en vergroving onder het mom van vrijheid van meningsuiting regeringsbeleid worden.” De bekende D66-praat die Pechtold gezien de verkiezingsuitslag geen windeieren heeft gelegd.
Opmerkelijker is zijn pleidooi voor de multiculturele samenleving. Wat hij inkleedde met een voorbeeld dat deed denken aan het pre-Fortuyntijdperk: “Wanneer jongeren antisemitische spreekkoren inzetten, moeten we dan altijd meteen van het ergste uitgaan? Moeten we dan niet eerst even nadenken? Met wie of wat hebben we eigenlijk te maken? Gaat het om antisemitisme dat met lokjoden moet worden bestreden? Of om opgeschoten jongeren met een teveel aan testosteron?” Dat was natuurlijk vragen om een reactie van Geert Wilders, die al snel via zijn Twitter liet weten de D66-leider ‘dronken van onzinnig multicultigebrabbel’ te vinden. In een aanvullende sms (Wilders vindt sms’en nog leuker dan twitteren, moet u weten) liet hij Haagse Post weten: “Het ergste is dat hij het ook nog meent.” Pechtold kreeg ook kritiek uit eigen kring. Oud-fractiewoordvoerder Andor Admiraal laat weten: “Het probleem van Pechtold is dat hij lastige culturele kwesties altijd ontwijkt met een sociaal-economisch of ander zij-argument.” Ronny Naftaniel van het CIDI: “Of je bestrijdt verruwing, uitsluiting en stigmatisering in de breedste zin.
Stigmatisering van joden hiervan uitzonderen, deugt niet. Abel Herzberg had onmiddellijk gehakt gemaakt van Pechtolds redenering.” Enfin, antisemitisme is antisemitisme. De D66-leider denkt daar dus anders over.
