Spring naar de content

Het CDA-congres

Elke week op de website: één artikel uit de papieren HP/De Tijd. Deze week het verslag van Frans van Deijl over het CDA-congres. “Het was een historisch congres, en dat was het. Zelden waren er zoveel CDA’ers bij elkaar en werd er zoveel emotie en partijliefde betoond. Waarna er een knoop werd doorgehakt.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Behalve druk en emotioneel was het afgelopen zaterdag ook gezellig in de Arnhemse Rijnhal, waar het met vijfduizend man steeds benauwder werd. De oudste broer van Maxime Verhagen was er, evenals hun vader, 89 jaar oud en zo’n gesoigneerd mannetje waarvan je er in Maastricht, en alleen daar, wel meer op straat ziet lopen of midden op de dag in een café aan een mooi glas bier ziet zitten. Er waren veel gewone leden, oudere mannen veelal, met zuidelijke of oostelijke accenten, in geruite colberts en kaki broeken van Peek & Cloppenburg waarvan een pijp ter bescherming tegen de fietsketting in de sok was gestopt. En er was Henk Bleker, de tijdelijke partijvoorzitter die zo zichzelf is dat het bijna verdacht wordt. Henk is grappig, gek, lief en ongeleid – óf het is een geweldige komediant. Hoe dan ook, van alle staande ovaties klonk die voor hem het hardst.
Vermakelijk was ook de opzichtige regie die vanuit het partijbestuur werd gevoerd. Als opwarmertje werd Maxime Verhagen al om elf uur ’s ochtends ingehaald en bejubeld, hoewel hij pas ’s middags zou aantreden. Daarna kregen de sprekers een minuut om hun zegje te doen, om bij overschrijding zonder pardon te worden afgekapt. Alleen geoefende sprekers konden binnen die tijd hun boodschap verkopen, maar bij de doorsnee-spreker ging het ongeveer zo: “Ik ben Willem Waterreus uit Waddinxveen, u weet wel, dat prachtige dorp in Zuid-Holland dat het laagste waterpeil heeft van ons land. Ik ben al dertig lid van het CDA en mijn ouders waren daarvoor al lid van de ARP. Ik weet nog goed hoe ik als kind mee mocht met mijn ouders…” Het punt dat ze wilden maken, werd natuurlijk nooit meer gemaakt. Het congres was een feest van de democratie, hoorde ik steeds om me heen, maar dat vonden we te veel eer.

’s Middags kwam Maxime Verhagen aan het woord. De man oogde oververmoeid – sinds de verkiezingen geen dag vrij gehad, alleen maar onderhandeld, en dan zoveel stank voor dank. Maar de overwinnig gloorde, en de uitgewrongen Verhagen hield het niet droog.We hadden ons geposteerd midden tussen de mastadonten die in deze kwestie zo’n opvallende rol hadden gespeeld: we keken in het nekkie van Willem Aantjes, onder wiens stoel het in de loop van de dag een bende zou worden van paperassen, lege bekertjes en een geplette tomaat uit het lunchpakket. Naast hem zaten Dries van Agt en Frans Andriessen en verderop Hanny van Leeuwen. Tussen hen in zagen we Hanja Maij-Weggen, ‘meisje Maij’, zoals wijlen Jan Blokker haar ooit noemde, maar het meisje was onmiskenbaar een mevrouw geworden. Zij zaten er de hele dag, van tien uur ’s ochtends tot ver over vijven, onder die tropische omstandigheden. Maar de jasjes bleven aan en ze luisterden naar alle sprekers achter de microfoons, ook naar de idioten, krabbelden aantekeningen op boterhamzakjes en smiespelden dan geamuseerd of geërgerd met elkaar. Pas later in de middag verscheen Ruud Lubbers, verfomfaaid en amper aangekeken door de omstanders.
Lubbers zweeg, maar Andriessen en Van Agt moesten en zouden het congres toespreken. Andriessen was snel aan de beurt, maar die arme Van Agt kwam er lang niet aan te pas. Om half twaalf ’s ochtends schuifelde de oud-premier naar microfoon 1, met in zijn hand een velletje met daarop de handgeschreven speech. Nee, hij had niet nagegaan of het precies een minuut betrof, maar hij ging ervan uit dat voor hem wel een oogje werd dichtgeknepen. Maar bij de microfoon aangekomen, werd snel duidelijk dat een voorkeursbehandeling er niet inzat. Van Agt moest achteraan de lange rij met sprekers aansluiten. Congresassistente Jitske Haagsma was onverbiddellijk. Het was een pijnlijk moment, en wij wierpen ons zo’n beetje voor hem op – dit is Dries van Agt, de ‘eerste lijsttrekker van het CDA’, zoals hij me nog snel zonder gêne influisterde, zo gingen ze in de VS niet met oud-presidenten om, hoor. Maar Haagsma had haar orders en Van Agt droop af. Intussen was er een loopmicrofoon gearriveerd voor de broze Piet de Jong, maar daarvan wilde Van Agt natuurlijk niet weten. Uiteindelijk waagde hij om 15.15 uur een nieuwe poging; hij voegde zich wederom in de rij, maar dwingender deze keer. Er ontstond zichtbaar discussie met andere sprekers die ook al uren in de rij stonden en kennelijk weigerden of aarzelden. Maar ten slotte lieten ze hem voorgaan. Lubbers zag het tafereel van een afstandje aan, hoofdschuddend en grimlachend – dat waren geen vrienden.

Achter me bleek de oudste zoon te zitten van Piet Steenkamp, de onvolprezen oud-partijvoorzitter en oprichter van het CDA, dat deze maand dertig jaar geleden het levenslicht aanschouwde. Junior leek erg op zijn vader, die inmiddels 85 jaar is, in zijn parmantige mimiek, de hoge snelheid van praten en in zijn on-Haagse openhartigheid. De zoon was burgemeester in de Gelderse gemeente West, Maas en Waal, en meende dat enkele van de oude knarren zich volkomen onterecht hadden opgeworpen als de mensen van het eerste uur die ‘hun’ CDA in de gevarenzone zagen terechtkomen. “Hoor ze nou eens praten,” gispte junior. “Destijds waren ze allemaal tegen de totstandkoming van het CDA; mijn vader heeft toen heel wat te verduren gehad. En nu doen ze alsof zij de partij groot hebben gemaakt en of samenwerking met de PVV de ondergang wordt. Moet ik die mensen serieus nemen? Pappie heeft altijd gewild dat het CDA een rechtse koers zou varen. In het midden hebben wij niet zoveel te zoeken. Misschien gaat dat nu dan toch gebeuren.”

Daarmee was de toon van het congres wel gezet: oud versus nieuw, angst contra lef, links tegen rechts, Ab Klink of Camiel Eurlings. Aan het einde van die dag bleek dat het CDA eindelijk heeft gekozen. Eurlings liep in Arnhem trouwens rond met zijn vriendin, en alle vijfduizend congresgangers snapten in één keer waarom hij de politiek even vaarwel zegde om wat meer tijd aan haar te kunnen besteden. Maar let op: Eurlings gaf met zijn overdonderende pro-Verhagen-toespraak zijn visitekaartje af. Over drie, vier jaar zou hij zelf minister-president worden. En hij salueerde er ook nog op z’n Fortuyns bij. At your service!