Spring naar de content

‘De Tour is oneerlijk. Nou en?’

Mart Smeets is radio- en televisiepresentator, (sport)journalist en sportcommentator voor de NOS. Ook schrijft hij boeken en columns en was hij tien jaar lang professioneel basketballer. ‘Doping – is – on – der – deel – van – de – sport. Is dat triest?’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

‘ Ik heb er nu zo’n veertig op zitten, en als ik heel eerlijk ben, dan zeg ik dat ik er zo langzamerhand niet meer tegen kan dat mensen altijd maar blijven zeuren over de afspraken en de doping en het commerciële circus dat de Tour zou zijn. Het stoort me verschrikkelijk. Waarom is dat? Wat zijn wij voor miezerige wezens? Is het omdat we zelf tot onder de middelmaat gedaald zijn? Het hele leven zit vol met afspraken. Ieder mens bestaat bij de gratie van afspraken. De bakker, de voetballer, de filmer, al-le-maal maken ze afspraken. Dus ja, afspraken komen ook voor in de Tour. En dat zou dan niet kunnen? Dat zou dan oneerlijk zijn? Kom op nou toch! Sport is per definitie oneerlijk. Waarom? Om dat de één nu eenmaal harder kan rennen dan de ander, en de één de bal beter in de hoek kan mikken dan de ander. De Tour is dus ook oneerlijk. Nou en?! We moeten dat nu maar eens accepteren. Zo is het leven – toch? En doping? Sinds mensenheugenis zijn mensen in de sport op allerlei manieren bezig allerlei vormen te vinden om beter te presteren, en ja: doping hoort daar ook bij.Doping – is – on – der – deel – van – de – sport. Is dat triest? Dan vraag ik: is het leven triest?

Er is nooit een renner die naar me toekomt en zegt: ik zit met die en die in het overleg. Er is ook nooit een renner die tegen me zegt: ik heb doping gebruikt. Ja, heel soms mogen we even binnen de poort kijken en dan denken we dat we het weten. En dan gaat die poort weer dicht en dan weten we eigenlijk niets. Er is iets gebeurd, eens, daar of daar of daar. De omertà, zo noemen we dat. Dus als die etappe is afgelopen, weet ik niet of ik bedonderd ben, totdat – heel misschien – over zeven jaar die poort weer even opengaat en iemand iets vertelt. Is dat triest? Ik vind het triest als je naar zo’n ronde kijkt en je ziet zo’n sportman een fantastische prestatie leveren, waar je alleen maar bewondering voor mag hebben, en je komt dan aan met: die zal wel weer gepakt hebben. En het zijn ook altijd ‘de anderen’ die gepakt zouden hebben. Dat vind ik toch zoiets vreemds. Het zijn nooit de Nederlanders. Nee, ónze topsporters hebben het nooit gedaan. Ik zeg: kijk naar die prestatie, kijk naar wat die sportman of -vrouw voor iets fantastisch gedaan heeft. Geniet daarvan! Bedenk: sport is per definitie oneerlijk, iedereen onderhandelt, iedereen probeert beter te presteren dan de ander en doet daar wel of niet iets voor dat niet mag. Zo is het leven. Zo is sport. Dát is de Tour!


Voor mij is het allemaal ook gewoon werk. Er is geen enkele luxe aan; normale hotels, normale restaurants, het gemiddelde van Frankrijk. Doorjakkeren is het. Je rijdt een paar honderd kilometer voor de Tour uit met een man of twintig in een wagen of tien. Je komt in zo’n dorpje aan. Je zet de boel op. Het verhaal komt tot stand en je probeert op tijd naar bed te gaan en niet te veel te drinken. Twintig dagen en tweeëntwintig uitzendingen gaat dat zo door. Je moet verschrikkelijk goed voor jezelf zorgen, maar de laatste week peiger je sowieso af en wordt het slepen. Dan is het allemaal afgelopen, hup! terug naar huis en naar het volgende sportevenement. Zo is het. Ik doe dat… Ik mág dat doen van de NOS omdat ik er een bepaalde handigheid in heb. En ik vind het perfide, dom, een bewijs ervan dat je het leven niet begrepen hebt, om met twijfel te beginnen en overal vraagtekens bij te zetten. Ik heb er in elk geval voor gekozen het te accepteren. Anderen mogen dat onbegrijpelijk vinden, maar die keuze maak ik voor mezelf.”

Volgende week: Bettine Vriesekoop