Spring naar de content

‘Ik heb nog nooit gewerkt’

Na een carrière als programmamaker stapte Eppo van Nispen tot Sevenaer (46) vijf jaar geleden over naar het bibliotheekwezen. Sinds juni is hij directeur van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. ‘Het gaat niet om het medium, maar om het verhaal.’ door Sacha de Rooij, foto’s Jean-Pierre Jans

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Hoe raakt een hoofdredacteur van Hart van Nederland verzeild in een bibliotheek in Delft?

“Ik wilde bijdragen aan iets met maatschappelijke waarde, in een domein waar ik iets mee heb. In eerste instantie dacht ik niet aan een bibliotheek – daar wilde ik nog niet dood gevonden worden. Tot ik me realiseerde hoe enorm het bereik is: elke week komen in Nederland twee miljoen mensen naar een fysiek gebouw op een A-locatie, een infrastructuur die vergelijkbaar is met Albert Heijn. Delft was voor mij een gok. Ik had wat uit te leggen aan de mensen om me heen, maar ik geloofde dat er een wereld te winnen viel.”

Wat lieten de bibliotheken volgens u liggen dan?

“Vaak zijn bibliotheken erg naar binnen gekeerd, terwijl ze zich moeten richten op de vraag. Bij openbare bibliotheken gaat het niet om ‘hoe krijgen we het boekje in de kast?’, maar ‘hoe krijgen we de verhalen bij de mensen?’. De collectie van een bibliotheek bestaat niet uit de boeken die er staan, maar uit de mensen die er komen. Je moet de focus dus niet leggen op het medium, maar op degenen die het medium gebruiken. Een bibliotheek moet een levendige plek zijn waar mensen zich fijn voelen, en geen saaie ruimte waar het muf ruikt en de tijd stil lijkt te staan. Voor Delft was mijn missie: de modernste bibliotheek van de wereld bouwen.”

Modern is iets anders dan goed. Waarom wilde u niet gewoon de beste worden?

“Modern en goed zijn niet hetzelfde, dat klopt. Maar het schept wel duidelijkheid. Het geeft een richting aan bij een overweging als: gaan we investeren in papier?”

In boeken, bedoelt u?

“In fysieke boeken bijvoorbeeld, ja.”

In uw bibliotheek maakten de boeken dus plaats voor nieuwe media?


“De boeken maakten niet zozeer plaats, er kwam gewoon meer bij. Naar het model van het IKEA Concept Center, dat bij Delft aan de A13 staat, bouwden wij het DOK Library Concept Center. Met de TU Delft als partner probeerden we van alles uit. Van de tien projecten vielen er acht af en daarvan wéér acht. Zo hoort het ook te gaan; om kennis te vergroten mogen mensen fouten maken. Mijn vader zei altijd: ‘Er is niets zo mooi als een mooi verhaal.’ Verhalen zijn op verschillende manieren te vertellen. In Delft kun je niet alleen fysieke boeken lenen, maar ook bijvoorbeeld boeken downloaden op je iPhone, gamen, muziek luisteren in Sonic Chairs (speciaal ontwikkelde luisterstoelen – red.) of het stadsarchief bekijken op een multi-touch-tafel.”

En dat alles in een kostbaar overheidsgebouw waar geen bewakingscamera of verbodsbordje te vinden is. Is dat niet vragen om problemen?

“Bij bibliotheken zie je vaak waslijsten met dingen die niet mogen. Zo mocht er in Delft geen koffie of eten naar binnen, omdat er dan op de boeken geknoeid zou kunnen worden. ‘Realiseren jullie je wel dat die boeken vier weken lang mee naar huis gaan?’ zei ik. In DOK zijn er geen regels. Wanneer mensen in een mooie omgeving komen waar je trots op kunt zijn, dan is er geen regulering van buitenaf nodig. Ik geloof in de maatschappij. De maatschappij kan zichzelf prima reguleren.”

Stelt u regels per definitie ter discussie?

“Of ik een recalcitrant karakter heb? Ja, dat heb ik. Het zit in me om tegen regels in te gaan. Bij regels moet je je altijd afvragen: wat zou er gebeuren als de regel níet gold? Hetzelfde geldt voor stoplichten. Wat gebeurt er als je die weghaalt? Van mij mogen ze weg. Regels worden niet bedacht omdat je het goed hebt gedaan, maar omdat een ander het voor je heeft verpest. Een van de vijf F’jes van Eppo staat voor Fuck the system.”


Wat zijn dat voor ‘vijf F’jes’?

“Ze vormen voor mij de basis van waaruit ik iets bedenk. Of het nu gaat om een handigheidje in huis of op mijn werk. Noem het een vrolijke methode om tot succes te komen. F1 staat voor Fat man, ofwel de toegevoegde waarde. Wacht, ik laat even een filmpje zien. Voor de lezers: ga naar YouTube en tik in: ‘BGT Michael Jackson’.

“Suleman Mirza is een fantastische danser, maar de tweede man, die met hetzelfde goddelijke lichaam als ik, is degene die de mensen écht raakt. Als je een goed idee hebt, ben je er nog niet. Je moet mensen altijd verrassen, net iets meer doen dan normaal.

“F2 verwijst naar Facts; als de feiten niet kloppen, heeft het geen zin om iets te ontwikkelen.

“F3 staat voor Fingerspitzengefühl en F4 voor Fuck the system, omdat er niet nu eenmaal niet zoiets bestaat als een foutloos systeem.

“F5 tot slot staat voor Fun: wat je doet, moet je een goed gevoel geven.”

U lijkt inderdaad niet gebukt te gaan onder werkdruk.

“Ik voel me een gelukskind in deze wereld. Ik heb altijd kunnen doen wat ik leuk vond, waar ik me senang bij voelde. Werken – als je erover nadenkt, is dat toch onzinnig: je dag invullen met iets om in je bestaan te voorzien. Ik heb nog nooit gewerkt.”

Ondertussen bent u wél aangesteld als directeur bij de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek. Bent u hiervoor gevraagd?

“Nou, ik zat op de snelweg tussenTilburg en Eindhoven en dacht erover na dat het weleens tijd werd om weg te gaan uit Delft – ik doe nooit iets langer dan vier of vijf jaar. Op dat moment kreeg ik een telefoontje van een headhunter voor de functie bij CPNB. Dat was geen toeval, daar geloof ik namelijk niet in. Ik hoefde er maar drie seconden over na te denken. Ik beslis altijd snel.”


Besliste u dat u op gesprek wilde komen of dat u bij CPNB zou gaan werken?

“Dat laatste. Ik heb nog wel gewoon moeten solliciteren bij een commissie met vertegenwoordigers van bibliotheken, boekhandels en uitgeverijen.”

De Stichting CPNB wilde blijkbaar een nieuwe weg inslaan na het vertrek van Henk Kraima, die er 24 jaar lang met vaste hand de scepter zwaaide. Waarom koos de commissie juist voor u?

“Ik denk dat het ze opgevallen was dat ik een kleinschalig ding in korte tijd tot een icoon maakte.”

Uw uitspraak in de Volkskrant ‘ik lees in principe geen boeken’ veroorzaakte eind vorig jaar nogal wat ophef.

“Die uitspraak is uit zijn context gehaald.”

Dan vraag ik u opnieuw: welk boek ligt er op uw nachtkastje?

“Op mijn nachtkastje liggen een iPhoneen een iPad. In mijn iPhone heb ik 26 tijdschriften onder een duimpje – ideaal. Ik lees veel Teletekst en Nu.nl, verder ben ik net weer in Winnie the Pooh begonnen. Ik wilde ook De drie musketiers van Alexandre Dumas gaan lezen, maar in het Frans vond ik dat net te lastig, en het is in het Nederlands nog niet beschikbaar alse-book. Ik lees trouwens ook papieren boeken, hoor.”

Zoals het boek van de CPNB-campagne ‘Nederland Leest’, die 22 oktober van start gaat?

“De grote zaal van Jacoba van Velde – natuurlijk heb ik dat gelezen. In december vorig jaar al. Ik kreeg het van Henk Kraima toen hij hoorde dat ik het werd. Het is een prachtig boek over een moeder-dochterrelatie, over eenzaamheid en de controle over je eigen leven. Het boek is een mooi cadeau voor biebleden en tegelijkertijd een middel om een discussie aan te wakkeren over een thema dat veel mensen aanspreekt; de zorg in dit geval.”


Vorig jaar woedde er een discussie over de vraag of het boekenweekgeschenk al of niet moest worden uitgebracht als e-book. Henk Kraima hield het tegen, omdat e-books in zijn ogen niets voorstellen.

“En hij heeft gelijk: het stelt ook nog weinig voor.”

Volgens GfK Retail and Technology is op dit moment één op de honderdvijftig verkochte boeken een e-book. Naar verwachting zal eind 2012 ongeveer drie procent van de omzet in het algemeen afkomstig zijn van digitale boeken. Denkt u bij dit soort cijfers: dat zullen we nog weleens zien?

“Nee. Voor een e-book hoef je niet naar de boekhandel of de bibliotheek, partijen waarvoor de fysieke handeling een kernpunt is. Ik ben geen ambassadeur van e-books, ik ben ambassadeur van de boekhandel, de uitgeverij en de bibliotheek, van het hele collectief.”

In plaats van vooruitgang kiest u nu voor vertraging? Opmerkelijk.

“Als CPNB jagen we het e-book niet aan, maar we moeten ons er ook niet voor verschuilen. Ik zeg: stel je open voor de wereld en zie wat er gebeurt. Ik wil niet dat we de boot missen en dit jaar zal ik dan ook mijn uiterste best doen om het boekenweekgeschenk wel te laten uitkomen als e-book.”

Veel mensen moeten er niet aan denken om digitaal te gaan lezen. Ze houden liever een mooi boek in hun handen. Begrijpt u dat?

“Er is niets mis met papieren boeken. Ik begrijp dat je kunt genieten van mooi papier, een kaft en typografie, maar het gaat om de inhoud. Het papier kan nog zo fijn zijn, als de inhoud slecht is, krijg je bij dat papier een negatieve associatie. Er wordt altijd zo zwart-wit gedacht over papier en digitaal. Mijn college van wijzen, bestaande uit mijn vijf kinderen – waarvan de jongste zeven en de oudste zeventien is – gebruikt alles door elkaar heen. Kinderen hebben een heel andere tactiliteit; voor hen is de digitale wereld de analoge wereld. Geef een kind een iPad en hij doet het gewoon.”


Wat heeft de informatietechnologie voor ons in petto, denkt u?

“Bedenk het meest ideale 3D-apparaat dat je kunt bedenken en het komt er. Er zijn nu al veel leuke toepassingen beschikbaar, zoals augmented reality. Het toetsenbord gaat verdwijnen en er komen apparaten die inspelen op alle zintuigen. Om een geurbeleving te krijgen, bijvoorbeeld, kun je volstaan met het aanraken van bepaalde hersengebieden. Uiteindelijk krijgen we allemaal een plug in ons hoofd.”

Maar nu is het 2010 en ligt er een berg boeken voor uw neus die gepropageerd moet worden. Wat is uw missie voor de Stichting CPNB?

“Op een goede manier een groter bereik krijgen voor het verhaal en voor auteurs die parels van stukken schrijven. Als CPNB moeten we verhalen propageren, niet het ene of het andere medium. Verhalen verbinden mensen. Die verbindingen moet je blootleggen en intensiveren.”

Hoe gaat u dat realiseren?

“Door bijvoorbeeld gebruik te maken van sociale netwerken, zoals Hyves, Face-book en Twitter. Meer dan een miljard mensen zijn actief met elkaar verbonden, er is daar nog een wereld te winnen. Overal waar je komt zullen we je verbinden met verhalen.

“Op dit moment loopt de campagne ‘De nieuwe kindjes van de schrijvers zijn er’. Deze campagne hebben we bedacht omdat er in september meer titels uitkomen dan in de rest van het jaar. Om de kindjes van onze schrijvers te promoten, zetten we ondermeer tv-spotjes in.”

Wat wilt u hebben bereikt als u over een jaar of vier weer vertrekt?

“Ik wil bereikt hebben dat iedereen in Nederland minstens één keer per dag in een boek kijkt, snuffelt of leest. En dan heb ik het over een boek in welke vorm dan ook, een papieren versie, e-reader of iPhone. Het gaat niet om het medium, maar om het verhaal. Mijn vader had gelijk: er is niets zo mooi als een mooi verhaal.”