Spring naar de content

Ramadanvreters en andere zondaars

Kees Beekmans: Tussen hoofddoek en string. Nieuw Amsterdam. € 17,95. Ook verkrijgbaar via www.ako.nl.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Kan een islamitisch land ooit een modern land worden of sluiten deze begrippen elkaar uit? Dit is de onderliggende vraag van het boek Tussen hoofddoek en string, waarin Kees Beekmans de stand van zaken in Marokko analyseert. Beekmans, die sinds 2005 in Marokko verblijft, is goed ingeburgerd en sprak met veel wetenschappers en (ex)journalisten. De afgelopen decennia heeft een grote vooruitgang plaatsgevonden: het analfabetisme is op z’n retour, meisjes volgen steeds meer onderwijs, er wordt later getrouwd, het geboortecijfer is gedaald naar 2,4 kind en een op de drie vrouwen werkt buitenshuis. De welvaart is gestegen, de armoede teruggedrongen en het familierecht (erfenissen, scheidingen) iets vrouwvriendelijker geworden. Volgens sommige sociologen is het patriarchale model aan het instorten.

Een zonnige ontwikkeling, maar toch is er nog lang geen reden om hoera te roepen. Van enige secularisatie, die in westerse landen altijd parallel liep aan modernisering, is nog geen sprake. Integendeel, zodra er iets moderns in aanvaring komt met de traditionele islam, moet de moderniteit wijken. Beekmans geeft daarvan een ontmoedigende reeks voorbeelden. Zo beschrijft hij de ludieke actie van twee jonge vrouwen die een picknick wilden houden tijdens de ramadan en daarvoor een oproep hadden geplaatst op Facebook. De picknick kwam er niet, want op het verzamelpunt werd het handjevol ‘ramadanvreters’ gearresteerd en voor verhoor meegenomen naar het politiebureau. Niet dat het bij wet verboden is om te eten tijdens de ramadan, maar het mag niet in het openbaar, omdat omstanders dan boos worden en de overtreders te lijf gaan. De arrestatie vond dan ook plaats vanwege handhaving van de openbare orde. Het staat mensen vrij om tijdens de ramadan achter gesloten gordijnen te eten, maar de actie was juist tegen dit stiekeme gedoe gericht.


De islam laat geen ruimte voor openlijke afwijkingen van de regels, wat leidt tot een (in westerse ogen) onvoorstelbare bemoeizucht en sociale controle. Een schrijver die in een interview vragen beantwoordt over zijn homoseksualiteit laadt schande over zijn familie. Vrouwen op straat, met of zonder hoofddoek, worden voortdurend lastig gevallen en seksueel geïntimideerd. Een vrouw die zich in het openbaar begeeft, nodigt daar per definitie toe uit, want een deugdzaam meisje hoort thuis te zitten. Wie zich als hoer gedraagt, mag ook als hoer behandeld worden.

Persvrijheid bestaat nauwelijks in Marokko. Er mag niet kritisch worden geschreven over de Westelijke Sahara (waarop Marokko eigendomsrechten claimt), niet over het koningshuis en niet over de islam. Een krant die een peiling over koning Mohammed VI wilde publiceren (uitslag nota bene negentig procent tevredenheid) werd in beslag genomen en de hoofdredacteur ontslagen. Het was heiligschennis om de monarchie aan een enquete te onderwerpen. Van democratie en vrije uitwisseling van politieke ideeën is geen sprake, omdat de koning de macht heeft en de regering bestaat uit marionetten.

Meer dan enige andere religie heeft de islam problemen met de scheiding tussen kerk en staat. De treurige conclusie luidt dan ook dat zolang de islam het begrip seculariteit afwijst, die modernisering ook niet veel voorstelt.