Spring naar de content

VPRO-interviewer houdt vol: ‘Ik kneep mee-eter van Grunberg wel degelijk uit’

Nietsvermoedend stemde Arnon Grunberg een paar weken geleden in met een interview door econoom en schrijver Anton Dautzenberg. Goede publiciteit voor zijn nieuwe boek Huid en Haar, moet Grunberg gedacht hebben. Wat de schrijver van tevoren niet kon weten is dat Dautzenberg nogal een onrustige en een neurotische geest heeft. “Ik probeer een bruggetje te bouwen om in de gelegenheid te komen, want die mee-eter móet eruit. Mijn neurose is dominant,” schrijft Dautzenberg in de VPRO Gids.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Tijdens het interview kan Dautzenberg zich maar op één ding concentreren. Niet op Grunbergs babbeltje over zijn nieuwe boek, maar alleen op de gigantische mee-eter op het gezicht van de schrijver. In het artikel in de VPRO Gids beschrijft Dautzenberg uitvoerig zijn tocht naar het uitknijpen van deze bingo-knop op het gezicht van Grunberg.

Grunberg praat geestdriftig door over zijn college-ervaringen, maar ik word afgeleid door een flinke mee-eter op zijn linker jukbeen. Een echte blackhead. Overrijp. Ik kan mijn ogen niet van de zwarte punt afhouden. Een neurotische afwijking…

Even later: Ik blijf gebiologeerd naar zijn mee-eter kijken. Op het ene moment geeft de zwarte punt Grunberg de allure van een dandy, om even later te verworden tot de hoofdoorzaak van het onverzorgde uiterlijk van een al tijden droogstaande vrijgezel. Het liefst wil ik de blackhead uitknijpen. Misschien met een goedgeplaatste jij-stoute-jongen-kneep in de wang? Ik probeer een bruggetje te bouwen om in de gelegenheid te komen, want die mee-eter móet eruit. Mijn neurose is dominant.

Dan volgt de apotheose:

En als zij het initiatief nemen en je plotseling strelen of knijpen, vanuit het niets?
‘Wat bedoel je precies?’

Bingo! Ik buig me voorover en knijp in zijn wang. Behoorlijk stevig. Dit! Grunberg verstart.

Als uw vriendin dat onverwachts doet, vindt u dat fijn?
‘Ik vind dit zeer ongepast.’

Hij ziet er geschrokken uit, de lach is compleet verdwenen. Ik bied mijn excuses aan. Tegelijkertijd kijk ik naar de mee-eter. Het larfje is inderdaad naar buiten gekropen, maar niet helemaal. Het hangt er half uit. Grunberg heeft het niet in de gaten. Pijnlijk getroffen staart hij mij aan.

Vindt u het zo vervelend wat ik deed?
‘Het is ronduit onbeschoft.’

U houdt meer van afstand?
‘Ik denk dat door afstand te houden het leven leuker wordt, ja.’

Nogmaals mijn excuses. Ik wilde te leuk doen, denk ik… Die afstand kenmerkt trouwens ook uw werk. Dat is niet toevallig.
‘Distantie heeft iets beschaafds. Wat jij net deed vind ik behoorlijk ongepast. Laten we het interview beëindigen.’

Radiomaker Wim Noordhoek belde de auteur vervolgens geschrokken op en vroeg wat er tijdens het interview gebeurd is. Echter, Grunberg lachte het allemaal een beetje weg en ontkende het mee-eter-tafereel. “Er is helemaal niets gebeurd. Het was een keurig vraag-antwoord gesprekje.” Noordhoek vroeg door en door, maar de schrijver bleef alles ontkennen: “Dat is helemaal niet gebeurd.”

Dan maar even de auteur van het artikel vragen naar het intieme gesprek. “Het artikel is gewoon een weergave van wat er gebeurde. Ik heb het wel iets uitvergroot in mijn artikel, maar je moet een verhaal toch stileren.” Maar heeft Dautzenberg nou wel of niet Grunberg aangeraakt en de mee-eter er even goed uitgedruk? “Hij is toch geen God? Maar ik heb inderdaad de mee-eter uitgeknepen. Grunberg lachte het een beetje weg bij Noordhoek, maar heeft het niet ontkend hoor,” meldt Dautzenberg. “Als ik zo’n mee-eter zie, moet ik ingrijpen. Dat is een neurose van mij, maar ik kan me dan echt niet meer concentreren,” voegt hij er aan toe.