Spring naar de content

Leven na de ontmaskering

In 2010 zijn de eerste barsten in de euro zichtbaar geworden. Toch zou ik in 2011 niet tegen de euro wedden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

We leven in een tijd van ontmaskeringen. Zie de profeten van de opwarming van de aarde, die na de klimaattop in Kopenhagen van een koude kermis thuiskwamen, zie Barack Obama die bij Congresverkiezingen in Amerika werd afgeschminkt, en zie de katholieke kerk, die met de billen bloot moest vanwege kindermisbruik door pedofiele priesters. Seks en het Vaticaan, het is inmiddels een vertrouwde twee-eenheid. De onthullingen van WikiLeaks, dat de correspondentie van het hele Amerikaanse diplomatencorps openbaar maakte, sluiten daar naadloos bij aan. Julian Assange, het hoofd van de klokkenluidersite, van wie ook uitlekte dat hij het tijdens Zweedse nachten het liefst zonder condoom doet, heeft aangekondigd dat de grote banken het volgende doelwit zijn. Dat klinkt als oud nieuws, want de banken zijn reeds twee jaar geleden onderuit gegaan. Als daar nog lijken in de kast te vinden zijn, hebben de financiële markten hun werk slecht gedaan.

Safe havens zijn er niet meer. Wie of wat om welke reden dan ook het vertrouwen van de markten verliest, komt onder vuur te liggen en moet hopen dat de storm overwaait. Helemaal willekeurig gebeurt dat niet. Wie de financiële turbulentie de afgelopen jaren heeft gevolgd, wist dat de risico’s van de banken naar de nationale overheden waren verplaatst en dat ook de euro getest zou worden. Weliswaar was de euro in eerste instantie nog een baken van rust in een periode grote financiële onzekerheid, maar dat veranderde toen uitkwam dat Griekenland zijn boekhouding stelselmatig had vervalst en Ierland en Portugal en mogelijk ook Spanje door hun hoog opgelopen schuldenlast in de financiële gevarenzone zijn komen te verkeren. Zelfs Italië en België zijn niet veilig. Vandaar dat er in New York en Londen druk wordt gespeculeerd over het opbreken van de eurozone, omdat de indruk bestaat dat sterke landen als Duitsland geen zin meer hebben om steeds weer in te staan voor eurolanden die er een potje van hebben gemaakt.


We weten nog niet of 2010 of 2011 het jaar van de euro wordt. In 2010 zijn de eerste barsten zichtbaar geworden, en het staat vast dat de druk van de financiële markten aanhoudt zolang het idee bestaat dat de eurozone uit elkaar gespeeld kan worden. Toch zou ik in 2011 niet tegen de euro wedden. De onaangename realiteit dat Europa een onomkeerbare schuldengemeenschap is geworden, moet eerst bezinken, net zoals er tijd nodig is om uit te maken wie voor wat de schuld draagt en wat daaraan is te doen. De roep om daadkracht is gegeven de halfslachtige structuur van Europa, die het midden houdt tussen een federatie en een statengemeenschap, weinig realistisch. Maar dat wil niet zeggen dat de muntunie gedoemd is en zich stuurloos naar de ondergang laat leiden. Ik meen zelfs dat we in 2010 al contouren hebben gezien van een economisch bestuur op Europees niveau waar Duitsland nooit echt aan wilde en waarvoor Frankrijk te zwak is om het af te dwingen, maar dat onder druk van de omstandigheden op geïmproviseerde wijze toch ontstaat.

Angela Merkel was in 2010 meer dan ooit de spin in het web. Zij werd bekritiseerd omdat zij de zwakke landen te lang zou hebben laten bungelen, maar ondanks een reputatie als Frau Nein hield ze de euro overeind. Met zichtbare tegenzin, want de Duitsers hebben zich altijd tegen bail-outs verzet, terwijl die wel degelijk hebben plaatsgevonden. Duitsland mag dan als sterkste partij de zwaarste eisen stellen, dat wil niet zeggen dat de Duitsers ook in staat zijn om die dwingend aan andere landen op te leggen. Integendeel, het Stabiliteitspact is in 2003 al geschonden (ook door de Duitsers zelf), maar het opgeven van de historische band met Frankrijk zou de politieke stabiliteit in Europa nog veel meer in gevaar brengen. Datzelfde Frankrijk voelt er niks voor om op te gaan in een ‘Duits Europa’ en ziet de zuidelijke landen als tegenwicht. Tegelijk is Jean-Claude Trichet, de Franse president van de onafhankelijke Europese Centrale Bank, in stilte bezig met het opkopen van schuldpapier van landen in nood. Voor de eigen publieke opinies houden nationale leiders hun poot stijf, maar achter de schermen doen de nog ongeteste Europese monetaire autoriteiten hun werk. Dat versterkt de geloofwaardigheid van de ECB, opgericht naar Duits model, en ik denk dat de grootste financiële marktpartijen dat ook zien. Zij hebben er gezien alle onzekerheid over Amerika en de dollar ook geen belang bij om de euro kapot te spelen.


Daarbij is er leven na alle ontmaskering. Zie Obama. Nog geen twee maanden nadat hij in eigen land werd afgeschminkt, loodste hij een wapenakkoord met Rusland met Republikeinse steun door de Senaat. De les voor 2011: neem je verlies, maar schrijf niks en niemand af waarmee je nog zaken moet doen. Dat geldt ook voor de euro.