Spring naar de content

‘Je mag toch wel een grapje maken?’

De burgemeester van Almere is sterk in uitglijders. Ze hoopt dat anderen even hard kunnen lachen om haar onhandigheid als zij zelf. 51 vrijpostige vragen aan Annemarie Jorritsma. ‘Ik ben niet van plan minder spontaan te worden.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Hoe kijkt u zelf terug op het afgelopen jaar?

“Het was hectisch. Door de grote winst van de PVV bij de gemeenteraadsverkiezingen konden we in Almere op heel veel mediabelangstelling rekenen. Dat heeft ons weer de kans gegeven om onze gemeente te laten zien.”

Pardon?

“We waren van tevoren erg bang dat de publiciteit alleen maar negatief zou zijn, maar ik vind dat die hele toestand veel journalisten een genuanceerder beeld van Almere heeft gegeven.”

Almere werd omschreven als ‘PVV-city’; dat zal menigeen geen positieve benaming noemen.

“Wij zijn altijd een stad geweest waar nieuwe partijen zich snel thuis kunnen voelen, al was het maar omdat er heel veel kiezers zijn die niet erg traditioneel aan een partij vastzitten. Wij waren destijds ook de eerste met twee raadsleden van de Centrum Democraten.”

Lekker dan.

“…en Leefbaar heeft het hier ook altijd goed gedaan. Bij de landelijke verkiezingen dit jaar sprong de PVV er overigens niet meer uit. Hoe dan ook: we kregen veel media-aandacht en die ging niet alleen uit naar de politieke ontwikkeling hier maar ook naar andere zaken. Wist u bijvoorbeeld dat in Almere ondanks de economische crisis 1450 nieuwe woningen zijn opgeleverd? Dat vind ik fantastisch.”Wordt u er nooit moe van om almaar te moeten roepen hoe ontzettend leuk Almere is?

“Ja, ik denk regelmatig: ik hou er gewoon mee op.”

Waarom blijft u het dan doen?

“Veel mensen kennen Almere slecht omdat ze er nooit komen. Amsterdam, daar komt iedereen weleens vanwege een evenement of culturele happening. Onbekend maakt onbemind, en dat betekent dat wij door moeten gaan met vertellen hoe goed het in Almere is.”


Het scheelde niet veel of u had nu in Amsterdam gewoond.

“Tijdelijk hoor, tijdelijk.”

Hoe kijkt u terug op uw gooi naar het burgemeesterschap van Amsterdam?

“Laat ik vooropstellen dat ik het heel vervelend vind dat burgemeesterssollicitaties in de krant komen.”

Maar dat is nu eenmaal gebeurd.

“Hoe dan ook, als er zo’n vacature is, moet je het gewoon moet proberen. En over de manier waarop het vervolgens gelopen is, kan ik niet geheel ontevreden zijn.”

De vertrouwenscommissie gaf de voorkeur aan u, maar omdat het een PvdA’er moest zijn, werd Eberhard van der Laan gekozen. Zo bent u uw droombaan misgelopen.

“Het is eervol gegaan. Dat men een andere politieke keuze maakt, is dan maar zo.”

Dat is toch zuur?

“Niet echt. In mijn naaste omgeving was een flink aantal mensen helemaal niet blij met die sollicitatie. Met name mijn eigen familieleden, die hebben gezegd: ‘Je gaat maar lekker alleen.'”

Uw man heeft een fles champagne opengetrokken toen u het niet bleek te worden, heb ik begrepen.

“Dat klopt, en dat scheelde wel in de teleurstelling. Hij stond er helemaal niet om te springen, helemaal niet. Maar ik heb steeds gezegd: ‘Jongens, het huis van de buurman staat maar één keer te koop. We proberen het gewoon.'”

Wilde u zelf graag?

“Het was niet mijn grootste droom. Maar het zou ook heel raar zijn geweest als Eberhard zonder concurrentie burgemeester was geworden.”

U solliciteerde toch niet om hem dwars te zitten?

“Nou, ik werd wel een beetje getriggerd door de wijze waarop de dingen gingen.”

Bedoelt u dat er automatisch een PvdA’er op het pluche zou belanden?


“Ja. Daar moet je bij mij niet mee aankomen, dan denk ik: potverdikkie.”

Dat ‘potverdikkie’ heeft anders weinig geholpen.

“Nee, dat is zo, maar ik was niet doodongelukkig toen ik het niet werd of door het feit dat ik in Almere blijf. Mensen vragen me steeds: hoe is uw positie nu in Almere? Daar verbaas ik me over.”

Het lijkt me toch een relevante vraag.

“Een mens solliciteert toch niet alleen omdat hij niet blij is met zijn huidige werk? Als ik ongelukkig zou zijn in deze functie, heb ik geen sollicitatie nodig om weg te gaan.”

Wat zou u dan doen?

“Ik zou gewoon ontslag nemen en wel zien wat ik ga doen. Maar ik heb het ontzettend naar mijn zin in Almere.”

U meent het echt, hè?

“Zeker. Laatst was er een bijeenkomst van Amsterdam Partners, de promotieorganisatie van de regio en de stad, waar Eberhard en ik allebei aanwezig waren. Ik moest daar een verhaaltje houden in het Engels. Toen vertelde ik dat als ik op handelsmissie in bijvoorbeeld Taiwan ben, ik nooit zeg: “Hi, I am Annemarie Jorritsma, the mayor of Almere,” want in Taiwan weet niemand waar Almere ligt. Dus zeg ik: “I am a mayor in the Amsterdam region.” In mijn speech voor Amsterdam Partners zei ik voor de grap: “Ik heb nog een zwakke poging gedaan om te zorgen dat ik region zou kunnen weglaten, maar helaas…” Toen zag je al die ondernemers kijken! Kom op, jongens, daar mag je toch wel een grapje over maken?”

De oppositie in Almere vond uw sollicitatie minder lollig.

“Ja, met name Leefbaar Almere heeft via de pers van alles geroepen. Het was vervelend dat ik er zelf weinig over kwijt kon, want dan zou er nog meer openbaar worden wat niet openbaar moest zijn. Zo’n sollicitatie hoort überhaupt niet uit te lekken. Maar goed, ik heb er hier in de raad geen centje pijn van gehad, hoor. Ik kreeg eerder complimenten, mensen die me zeiden: ‘Wat fijn dat je blijft.’ En de mensen die me graag kwijt willen, zeiden niets. Prima.”


U noemde onlangs een aantal raadsleden ook nog ‘azijnpissers’ terwijl uw microfoon open stond.

“Tja, dat is weer zoiets… Toen ik hier ooit als burgemeester solliciteerde en bij de vertrouwenscommissie stond, de ‘inquisitie’ zoals ik ze noemde, hebben we het hierover gehad. Ik heb wel vaker slips of the tongue gemaakt, dus daar heb ik ze toen al voor gewaarschuwd.”

Geachte commissie, ik ben de vrouw van de uitglijders.

“Ik ben een spontaan mens en dat wil ik niet veranderen. Daardoor zal ik weleens de fout in gaan. Ik zal het ook volmondig erkennen als dat zo is, maar ik ga niet overdreven op mijn woorden letten, want dan ben ik geen leuke vrouw meer.”

U heeft uzelf handig ingedekt.

“Ze wisten dat ze erop moesten rekenen dat het af en toe misgaat. Ik vind trouwens dat ik me de afgelopen zeven jaar in dit opzicht redelijk netjes heb gedragen.”

Mevrouw Jorritsma, hoe kan iemand die al zo lang meeloopt als u, zo’n beginnersfout maken: schelden als uw microfoon nog open staat?

“Ik had het überhaupt niet moeten zeggen. Overigens kreeg ik de week daarna van het GroenLinks-raadslid Ruud Pet, die zich het meest aangesproken voelde, een afbeelding van Manneken Pis en een flesje azijn aangeboden. Dan zeg ik: top! Chapeau! Dat was echt fantastisch.”

U heeft uw hele carrière relletjes aan uw broek gehad en toch zit u er nog steeds. U komt overal mee weg.

“Nou ja, zeg dat alsjeblieft niet te hard…”

Wat is uw geheim?

“Tja, relletjes… Soms gebeuren er dingen om je heen waar je echt niets aan kunt doen maar die jou wel aankleven. De hele ellende rond de bouwfraude bijvoorbeeld. Mijn echtgenoot werkte in een bouwbedrijf dat in die dossiers werd genoemd, maar daar kan ik toch echt verdraaid weinig aan doen. En dan dat hele gedonder rond de warmtepomp hier in Almere…”


U had een installatie waarmee u ‘s winters warmte aan het grondwater onttrok. Daar had u geen vergunning voor.

“Ik heb de opdracht om die installatie aan te laten leggen niet gegeven.”

Maar het is natuurlijk wel uw huis.

“We wisten het niet! Voor mijn echtgenoot was het nog veel vervelender dan voor mezelf, omdat hij absoluut niet van plan was om de wet te overtreden. Hij heeft alles netjes op de aanvraag voor de bouwvergunning vermeld. We wisten alleen niet dat er voor dat oppompen een aparte vergunning nodig was.”

Uw man brengt u blijkbaar wel vaker in de problemen.

“In beide gevallen kon hij er ook niets aan doen.”

Dat doet er niets aan af dat u weer in de media wordt genoemd.

“Laten we eerlijk zijn. Ik ben getrouwd met een ondernemer. Blijkbaar is dat lastig. Ik hoop eerlijk gezegd dat dat nog eens gaat veranderen. Het feit dat je getrouwd bent met iemand betekent toch niet dat je in de politiek verantwoordelijk bent voor zijn gedrag?”

Vindt u? Stel dat uw man een moord pleegt, dan wordt u daar toch ook op aangekeken?

“Natuurlijk zal ik daar op worden aangesproken, maar ik ben er toch niet medeplichtig aan?”

Maar mijn oorspronkelijke vraag was: hoe komt het dat u overal mee weg komt?

“In die gevallen waar mij niets te verwijten valt, zal ik me altijd doodvechten om te zorgen dat dat ook duidelijk wordt. Daar ben ik ook altijd wel in geslaagd.”

Schuiven uw ambtenaren u tijdens debatten nog steeds briefjes toe waarop staat: ‘pokerface!’

“Ja, haha. Toen ik hier net burgemeester was, had ik de neiging om soms in een debat over raadsleden heen te walsen, soms tot huilens aan toe. Dan zeiden mijn ambtenaren: “Annemarie, hou je een beetje in.” Ik ben natuurlijk gepokt en gemazeld en de raadsleden zijn in wezen amateurs die er allemaal nog een gewone baan naast hebben. Dus ik probeer het altijd in gedachten te houden: Annemarie, hou je een beetje in.”


U bent ongeduldig.

“Ja, zeker als ik het erg druk heb, zoals bij dat azijnpissersincident. Ik had een nacht gehad met twee inbewaringstellingen, waarbij iemand gedwongen psychiatrisch wordt opgenomen. Dat hoort bij je werk, maar dan zit je wel even rechtop in je bed. Daarna moest ik met de auto naar Luxemburg, vanwege een sneeuwstorm kon ik niet vliegen, en toen was er een extra raadsvergadering. Ik had een heel volle agenda en dan gaat er weleens iets mis.”

Wat doet u eigenlijk als u vrij bent?

“Wij wonen in één huis met mijn dochters en hun kinderen dus in de vakanties pas ik regelmatig op de kleinkinderen van 3, 4, 5 en 6.”

En oma zit dan niet te dommelen?

“Nee, ik krijg er juist energie van, al is het fysiek wel doodvermoeiend, want het is me een stelletje…”

Vermoeiender dan een kibbelende raad?

“Veel vermoeiender.”

Toen ik u een paar jaar geleden interviewde, zei u: ‘Ik weet niet zeker of ik na 2010 burgemeester blijf, want het nadeel van het burgemeesterschap is dat je de touwtjes niet volledig in handen hebt. Je hebt geen spilfunctie want je staat boven de partijen.’ En nu zit u nog steeds met die ambtsketting om.

“Ik ben nu de langstzittende burgemeester van Almere. Maar daarnaast ben ik voorzitter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Dat is een zeer tijdrovende nevenfunctie, maar ook eentje die me veel extra’s brengt. Ik kom op voor de belangen van de gemeenten en onderhandel met Rutte en consorten.”

Daar gaat uw bloed sneller van stromen dan van een duffe raadsvergadering?

“Het is allebei boeiend, maar ik merk dat ik het prettig vind me weer in nieuwe dingen te verdiepen.”


Dat burgemeesterschap doet u met twee vingers in uw neus?

“Nou nee, morgenavond heb ik een raadsvergadering over het coffeeshopbeleid en dan moet ik me echt even inlezen, hoor. Maar inderdaad, je doet als burgemeester ook veel dingen waarvoor je je in het geheel niet hoeft voor te bereiden. Een zestigjarig huwelijk bijvoorbeeld. Dan lees ik in de auto op de heenweg even wie die mensen zijn en wat ze hebben gedaan en dat was het.”

En u hoeft er alleen maar fysiek te zijn.

“Ja. Maar dat vind ik leuk, hoor. Hartstikke leuk.”

Wat is er niet leuk aan uw werk?

“Het enige wat ik lastig vind, is dat ik zelden weekends heb waarin ik niets hoef. Dan moet ik op zaterdagmiddag toch weer even naar het jubileum van een vereniging toe. Vaak duurt het maar een uurtje, maar toch betekent het dat ik moet zorgen dat mijn kapsel netjes zit en niet de hele dag in een oude joggingbroek kan blijven rondlopen.”

Hoe hou je een huwelijk goed onder deze omstandigheden?

“Elkaar weinig zien, dat is ons geheim, haha. Mijn man is met pensioen, maar ook die is hartstikke druk met van alles. Ik had nog even de hoop dat hij er nu aan toe zou komen om het kantoortje eens helemaal uit te ruimen, maar nee hoor. Afgelopen weekend hebben we samen de koelkast schoongemaakt, want anders komt dat er ook nooit van.”

Op de een of andere manier vind ik dat een erg mooi beeld: u op de knieën de koelkast schrobbend.

“Misschien gaan we een van de volgende weekenden dat kantoor maar eens uitmesten, haha.”

Hugo Camps omschreef u in Elsevier tien jaar geleden als ‘een vrouw gebouwd op lachgas’. Bent u dat nog steeds of heeft het cynisme van de ouderdom eindelijk toegeslagen?


“Nee, ik geloof het niet. Ik ben altijd erg van de humor en de zelfrelativering geweest. Het malle is dat mensen heel vaak denken dat ik chagrijnig ben als ik ook maar eventjes niet lach.”

U kijkt nu heel verontwaardigd.

“Het overkomt me zo vaak dat mensen vragen: ‘Ben je boos?’ als ik alleen maar eventjes zit na te denken.”

Mensen verwachten die bulderende lach en een vrolijk schouderklopje van u.

“Dat is zo. Omdat ze je heel vaak lachend zien, denken ze dat je altijd lachend door het leven gaat, wat onzin is. Maar ik vind het niet zo erg, hoor, dat dit beeld over mij bestaat.”

Want juist met die lach poetst u ook smetjes op uw blazoen weg? Is dat dan uiteindelijk uw geheim?

“Misschien wel. Het kost me weinig moeite om over dingen heen te stappen als dat moet. Natuurlijk, als ik echt iets vind, zal ik dat altijd blijven verdedigen, maar soms win je het niet. Ik kan wel gaan mokken dat ik geen burgemeester van Amsterdam ben geworden, maar wie heeft daar nou wat aan?”

Ziet u zichzelf nog eens solliciteren op een burgemeestersfunctie in een andere grote stad?

“Nee.”

Zeker weten?

“Ja, want ik weet zeker dat mijn familie niet meegaat, ook mijn echtgenoot niet.”

En dus zit u voor altijd vast in dat pittoreske Almere van u.

“Welnee, als ik weg wil, ga ik weg. Maar ik zit hier goed. Ik ben heel tevreden.”

Geboren: 1 juni 1950 in Hengelo

Opleiding: School voor Toeristische Vorming in Breda

Carrière: Na werkzaam te zijn geweest bij een klein reisbureau werd ze secretaresse en gemeenteraadslid in Bolsward. Vervolgens belandde ze in 1982 voor de VVD in de Tweede Kamer. Ze ontpopte zich als onderwijsdeskundige en tegenspeelster van CDA-minister Maij-Weggen van Verkeer en Waterstaat. In het kabinet-Kok werd ze minister van Verkeer. In het kabinet-Kok 2 werd ze benoemd tot vicepremier en minister van Economische Zaken. Ze keerde in 2002 terug in de Kamer maar werd al snel benoemd tot burgemeester van Almere. In hetzelfde jaar raakte ze in opspraak door te innige relaties met het bouwbedrijf Koop Tjuchem; later bleek haar naam voor te komen in een schaduwboekhouding. In 2006 was er opnieuw een relletje toen bleek dat ze illegaal grondwater oppompte voor de verwarming van haar huis. Vorig jaar solliciteerde Jorritsma naar het burgemeesterschap van Amsterdam, iets wat tot haar grote ongenoegen uitlekte. Jorritsma werd door de vertrouwenscommissie voorgedragen als de eerste keuze maar de gemeenteraad koos uiteindelijk voor de PvdA’er Eberhard van der Laan.

Onderwerpen