Spring naar de content

‘Met rebelleren schieten we niets op’

Volgens ontwikkelingseconoom Paul Collier kan het best: een wereld waarin milieubehoud hand in hand gaat met economische groei voor de allerarmsten. Maar dan moeten romantici én cynici uit het debat worden verwijderd. ‘Nederland heeft de natuur op een verstandige wijze geëxploiteerd.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

In de bestseller Een miljard achterblijvers beschreef Paul Collier (1949), de Britse hoogleraar aan de universiteit van Oxford die zich qua invloed kan meten met economische supersterren als Jeffrey Sachs en Joseph Stiglitz, hoe ontwikkelingshulp de armsten van de wereld vaak in een neerwaartse spiraal dirigeert waaraan het maar moeilijk ontsnappen is. In het onlangs verschenen De geplunderde planeet betoogt hij dat arme landen pas van hun grondstofrijkdommen kunnen profiteren als ecologen en economen het met elkaar eens worden: “De natuur is er om de mens te dienen, en niet andersom. Natuur plus technologie min regulering leidt tot plundering, natuur min technologie plus regulering staat gelijk aan verhongering. Pas als natuur, technologie en regulering hand in hand gaan, kan er sprake zijn van economische voorspoed.”

In uw boek trekt u fel van leer tegen prins Charles. Wat heeft u tegen die man?

“Niets persoonlijks. Prins Charles is ongetwijfeld een fatsoenlijk mens. Als milieu-activist houdt hij er echter belachelijke ideeën op na, zeker als het gaat om economische ontwikkeling. Hij verbouwt organisch voedsel en heeft een dorpje laten bouwen in de stijl van de achttiende eeuw, de goede oude tijd van vóór de Industriële Revolutie. Daarmee staat hij symbool voor de romantische notie dat de moderne samenleving moet worden opgeofferd om de natuur te redden. Ik zal niet ontkennen dat keuterboertjes erg pittoresk zijn, maar daarmee los je het armoedeprobleem niet op. Wat ontwikkelingslanden nodig hebben, is verstedelijking en industrialisatie. Ze hebben recht op hetzelfde proces dat ook het Westen naar een hoger plan heeft getild.”


Toch is dat standpunt niet helemaal onbegrijpelijk. Andermans armoede is een morele kwestie, maar het milieu gaat om lijfsbehoud. Dan is het toch duidelijk waar de prioriteiten liggen?

“Ik praat veel met jonge mensen, en voor elke jongere die zich bekommert om ontwikkelingssamenwerking zijn er tien die zich zorgen maken over het milieu. Maar net als prins Charles maken ze zich vaak schuldig aan wishful thinking: het idee dat we terug moeten naar simpeler tijden – alsof dat de wereld kan voeden. Neem de obsessie met lokaal geproduceerd voedsel. Het lijkt een enorme milieuverspilling om groenten de halve wereld rond te vliegen, maar de meeste broeikasgassen komen vrij bij de teelt, en niet zozeer bij het transport. Daarom is het vaak milieuvriendelijker om voedsel te importeren uit landen waar het klimaat er het gunstigst voor is. Lokale producten zijn niet alleen duurder, maar ontnemen de allerarmsten ook een inkomstenbron. Met rebelleren tegen de markteconomie schieten we dus niets op.”

Met het onvoorwaardelijk toegeven aan de markteconomie evenmin.

“Dat is ook het dilemma: als de romantici hun zin krijgen, zullen grote delen van de wereld verhongeren. Winnen de marktfundamentalisten het debat, dan zal de planeet verzengen.”

Een leuk vooruitzicht.

“Er is een compromis mogelijk. We hoeven niet zozeer te streven naar milieubehoud boven alles, maar naar een intelligente manier om de natuur voor onze doeleinden in te zetten. Zolang we de waarde van onze grondstoffen doorgeven aan toekomstige generaties, is er niets aan de hand. Kijk naar Nederland: daar is geen boom die niet is geplant.”

Sommige mensen zien dat gebrek aan natuur als bewijs dat het oorspronkelijke land is leeggeplunderd.


“Daar behoor ik niet toe. Ik zie plundering als een verschijnsel waarbij een kleine groep zich toe-eigent wat aan de massa toebehoort, of waarbij de huidige generatie de rijkdommen van de toekomst verkwanselt. In beide opzichten heeft Nederland het goed gedaan. Jullie hebben jullie natuur niet beschermd, maar op een uiterst productieve manier getransformeerd. De manier waarop jullie land en water hebben herschapen en de opbrengsten van de gasbel bij Slochteren hebben omgezet in universiteiten en infrastructuur, is een verstandige wijze om de natuur te exploiteren.”

Nederland is een klein land. Is die aanpak ook op wereldschaal door te voeren? De internationale gemeenschap lijkt hopeloos verdeeld op het gebied van milieu en economische vooruitgang.

“Mijn boek is onder meer bedoeld om het concept van rentmeesterschap in de milieubeweging te introduceren. Daar wordt momenteel nog te veel gedacht in termen van conservering. Een curator plaatst de natuur onder een glazen stolp, om er vervolgens niets meer mee te doen, terwijl een rentmeester naar manieren zoekt om de waarde ervan te beheren. Dat idee sluit prima aan bij de christelijke ethiek: de parabel van de talenten in het evangelie volgens Matthëus stelt immers ook dat geld aan het werk moet worden gezet. Ik ga er binnenkort over praten op een congres voor Amerikaanse bisschoppen.”

Aan de andere kant waarschuwt u voor al te katholiek te denken. Zo vergelijkt u het verhandelen van emissierechten met de aflaat.

(Lacht) “Maar dat is het toch ook? Cap and trade beschouwt de uitstoot van broeikasgassen als een zonde die kan worden afgekocht. Met als gevolg dat die zonde een recht is geworden waarop zo veel mogelijk mensen een claim proberen te leggen. Het probleem is alleen dat er geen objectieve criteria zijn om emissierechten toe te kennen, dus daar zullen we politiek nooit uitkomen. Het lijkt me beter als de prikkels om geen broeikasgassen uit te stoten overal ter wereld gelijk zouden zijn. Bijvoorbeeld door een systeem te introduceren dat de uitstoot van CO2 in alle landen op eenzelfde manier fiscaal ontmoedigt.”


Is dat politiek dan wel haalbaar?

“Het lijkt me in elk geval een stuk minder beladen. Waarom zouden we iets positiefs als arbeid wel belasten, maar iets negatiefs als milieuverontreiniging níet? Ik zeg niet dat er geen haken en ogen aan zitten, maar zulke discussies moeten we wél voeren. Cap and trade zorgt voor te veel ongelijkheid. Het is niet eerlijk en niet efficiënt om emissies het domein van de rijken te maken, omdat zij alleen zich die zonde kunnen veroorloven.”

Fiscale maatregelen werken misschien in de geïndustrialiseerde wereld, maar wellicht niet in arme landen. Zoals u aangeeft in uw boek: veel Afrikaanse overheden stellen de bevolking vrij van belastingen om de aandacht af te leiden van hun eigen plunderingen.

“Daarom is het ook zo belangrijk dat er in die landen zelf een kritische massa ontstaat van mensen die hier tegen ingaan. De explosieve groei van internet en mobiele telefonie zal daar waarschijnlijk een handje bij helpen. In de tussentijd heeft het echter geen zin om milieu-onthouding te prediken en de bodemschatten maar in de grond te laten zitten. Met de huidige wereldprijzen kan met name Afrika een golf van nieuwe ontdekkingen tegemoetzien. Nu al wordt er bijna elke maand een nieuwe vondst gedaan. Het komende decennium is wat dat betreft cruciaal. Dát zijn de jaren waarin het continent kan schitteren.”

Dat is al zo vaak gezegd.

“In het verleden is het inderdaad niet gelukt, maar dat wil niet zeggen dat de geschiedenis zich hoeft te herhalen. Kijk naar Duitsland, dat tegenwoordig een van de best draaiende economieën van Europa heeft. Waarom? Omdat de samenleving een periode van hyperinflatie heeft doorstaan en daarna heeft besloten: dit nooit meer. Na decennia van plundering is een groot deel van Afrika vastbesloten om het tij te keren.”


Is Afrika het volgende lagelonenland?

“Dat hangt ervan af, want het is een gigantisch continent. De kustgebieden hebben in elk geval een kans om de arbeidsintensieve industrie over te nemen van China, als dat land zich straks door hogere lonen en congestie uit de markt prijst. Het zou mooi zijn als die landen een deel van hun bodemschatten zouden investeren in fabrieken voor de export. Dat is wat Maleisië dertig jaar geleden heeft gedaan. Dat land was in eerste instantie ook afhankelijk van grondstoffen, maar gebruikte die inkomsten om te diversificeren met consumentenelektronica. Dus onmogelijk is het zeker niet.”

Maleisië had het geluk dat het werd geleid door een eerlijk man die het beste voorhad met zijn land. Speelt het toeval in dit soort ontwikkelingen niet een te grote rol?

“Helaas doet leiderschap er wel degelijk toe. De beste bestuurders maken zichzelf immers overbodig door instellingen te bouwen die de macht van het individu overstijgen, zoals een goed rechtsstelsel of een betrouwbaar politieapparaat. In dit opzicht is Afrika er bekaaid van afgekomen. Het continent heeft veel slechte leiders gehad, een paar redelijke en maar heel weinig echt goede mensen.”

Ligt hier een taak voor het Westen?

“Om te beginnen moeten we ervoor zorgen dat westerse bedrijven die grondstoffen delven zich fatsoenlijk gedragen. Bijvoorbeeld door een bepaalde mate van transparantie af te dwingen, zodat het moeilijker wordt om corrupte overheidsbeambten om te kopen. Het Europees Parlement heeft daar onlangs een resolutie voor aangenomen, maar helaas zonder middelen om dat af te dwingen. In de Verenigde Staten is het beter geregeld. Daar heeft het Congres afgelopen zomer bepaald dat elk beursgenoteerd bedrijf zich in dit opzicht bij de Amerikaanse beursautoriteit SEC moet verantwoorden.”


Hoe effectief is dat? WikiLeaks onthulde onlangs dat Shell in oliestaat Nigeria in alle ministeries is geïnfiltreerd.

“Mijn god, ja. Maar dat wil niet zeggen dat Shell blij is met de situatie. Het bedrijf is in zekere zin slachtoffer van een regering die haar inkomstenstroom spectaculair heeft gemismanaged. Dat de Nigerdelta is afgegleden tot zo’n nachtmerrie, is omdat de olierijkdom zo ongelijk verdeeld wordt. Ik denk niet dat Shell dicteert hoe de Nigeriaanse regering haar geld uitgeeft. Dat zijn politieke beslissingen waar het bedrijf geen invloed op heeft. Wat Shell wél kan doen, is steun verlenen aan het door ons opgerichte Natural Resources Charter, dat landen richtlijnen biedt om met hun bodemschatten om te gaan.”

Shell kan ook beslissen om gewoon te vertrekken.

“Maar daar los je het probleem niet mee op. Als Shell de Nigeriaanse regering niet infiltreert, doet een ander bedrijf dat wel. Daarom hebben we een internationale standaard nodig. Dat is ook de centrale visie van het Charter.”

Zal dat lukken?

“Het Charter heeft vanwege zijn samenstelling meer legitimiteit dan een door het Westen gedomineerde instantie als het IMF of de Wereldbank. Van de vijf topbestuurders komen er twee uit Afrika, een uit Latijns-Amerika, een uit de Arabische wereld en een uit China.”

Volgens een ander document van WikiLeaks geeft China in Afrika alleen maar om zichzelf.

“Natuurlijk! China is nog steeds een redelijk arm land met een enorme ambitie om te groeien. Het zal zijn eigenbelang echt niet opgeven voor dat van Afrika. Kijk naar de deal die het land onlangs sloot met Congo. Daarbij krijgt China pakweg vijftig miljard dollar aan grondstoffen in ruil voor negen miljard aan infrastructuur. Maar dat is wel negen miljard dollar die het land ten goede komt…” .


..en niet naar een Zwitserse bankrekening wordt weggesluisd.

“Inderdaad. Het idee achter dit soort deals is prachtig. Het probleem is alleen dat China zich hierin opstelt als monopolist. Het zou beter zijn als dergelijke infrastructurele projecten via een openbare aanbesteding zouden gaan. Bovendien worden Chinese ondernemingen meestal niet verhandeld op de beurs in New York. Er is dus geen druk om transparant te zijn.”

Waarom zouden ontwikkelingslanden überhaupt nog naar ons luisteren? Op het gebied van milieu heeft het Westen geen moreel overwicht, en sinds de kredietcrisis op economisch vlak evenmin.

“Afrikanen staan een beetje alleen, dat is waar. Ze zullen wat meer voor zichzelf moeten denken dan dat ze in het verleden deden. Maar dat is alleen maar gezond. Ik denk dat veel Afrikaanse landen zich ervan bewust zijn dat ze momenteel een unieke kans hebben om een positieve verandering af te dwingen. En dat ze die kans maar beter niet verspillen.”

Paul Collier: De geplunderde planeet – Het verzoenen van mens en planeet. Spectrum, € 19,99. Ook verkrijgbaar via www.ako.nl.