Spring naar de content

Seth Gaaikema

Seth Gaaikema (Uithuizen, 1939) is cabaretier en musicalschrijver. Hij zit nu vijftig jaar in het theatervak en viert dit met zijn solovoorstelling Het mooiste komt nog.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Gisteravond kwam na afloop van de voorstelling een fan naar me toe. Zij volgt me al 45 jaar en zei: “Seth, je bent weer gegroeid.” Het is sowieso een fantastische show om te spelen, maar als ik zo duidelijk merk dat ik de mensen blij maak, weet ik dat het zin heeft wat ik doe. Daardoor voel ik me deze ochtend zeer geïnspireerd.

Wie zijn uw helden?

Heinrich Heine, Marten Toonder, Charles Trenet, de Tachtigers, Constantijn Huygens en Bach. Zij hebben mijn leven beheerst.

Aan wie ergert u zich?

Aan mensen die me proberen te manipuleren en me iets willen opdringen of verkopen. Ik hoor aan de toonhoogte meteen wanneer ik zo iemand aan de telefoon heb. Ik erger me ook kapot aan mensen die generaliserend over anderen spreken.

Wat is uw grootste angst?

De dood. Ik leef het leven zo intens dat ik me niet kan voorstellen dat het ophoudt. Verschrikkelijk.

Wat zijn uw dagdromen?

Een schrijver leeft van dagdromen. Ik ben bezig met het schrijven van een nieuwe musical en daar denk ik de hele dag aan. Dagdromen is de basis van mijn werk.

Bidt u weleens?

Daar ben ik heel slecht in. Ik deed vroeger altijd maar een beetje mee met de anderen.

Bent u aantrekkelijk?

Blijkbaar wel. Als artiest trek ik mensen aan en daar ben ik heel blij mee.

Lijkt u op uw moeder?

Mijn ouders gingen eens per jaar op vakantie. Toen mijn vader een keer een dag van tevoren meldde dat de vakantie niet doorging, reageerde mijn moeder: “Dan hebben we het verheugen toch gehad?!” Zo’n positieve instelling heb ik ook.


Bent u monogaam?

Ja. Met mijn man Peter ben ik inmiddels 34 jaar samen.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Twee dagen geleden nog. Naarmate ik ouder word, huil ik vaker. Als iets me ontroert, laat ik mijn tranen komen. Huilen is een mooi onderdeel van het leven. Net als lachen.

Wat is uw dierbaarste bezit?

Mijn bibliotheek. Als ik mijn vak niet meer kan uitvoeren, trek ik me daarin terug.

Wat is uw definitie van geluk?

Dat je opeens voelt hoe alles in elkaar past, zin heeft en daarbij weldadig aandoet.

Lijkt u op uw vrienden?

Nee. Ik leid een bohémien bestaan. De meesten van mijn vrienden vullen hun dagen anders in en gaan van andere principes uit. Daarbij is ieder mens natuurlijk uniek. ‘Lijken op’ is het begin van generaliseren en daar heb ik een gigantische pesthekel aan.

Als u iets aan uzelf zou kunnen veranderen, wat zou dat dan zijn?

Minder twijfelen. De onzekere onderkant van mijn ziel zou ik liever niet hebben. Maar iedere kunstenaar heeft die.

Wie is uw grootste liefde?

De liefde voor mijn familie, mijn man en een aantal andere mensen. Ik kan niet tussen hen kiezen.

Van wie heeft u het meest geleerd?

Van de figuur Jezus zoals die wordt beschreven in het Marcus-evangelie.

Wanneer was u het gelukkigst?

Toen ik op een zaterdagochtend tegen half één thuis aan de keukentafel zat, met een glaasje wijn erbij. Mijn man was bezig appelmoes te maken van appels uit onze boomgaard. Ik zag hem met een pollepel in de pan roeren en toen dacht ik: ik ben gelukkig.

Welke eigenschap waardeert u in een man?

Pit en humor.


Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?

Als ze lief is en een warme, omarmende persoonlijkheid heeft.

Hoe moedig bent u?

Wanneer ik op het toneel sta, ben ik buitengewoon moedig. Mijn ouders waren beiden dominee en klommen altijd onbevangen die kansel op en spraken dan zonder enige angst. Net als ik. Ook buiten het theater kan ik met een grote onbevangenheid ergens in stappen. Maar ik weet niet of dat moedig is.

Hoe ontspant u zich?

Met Bach, Olivier B. Bommel, literatuur en ontmoetingen met leuke mensen.

Wat is uw grootste prestatie?

Dat ik nog steeds elke dag kan beleven alsof ik opnieuw begin en dat ik heel trouw ben aan mensen.

Gelooft u in God?

Ik zeg altijd dat het woord God één letter te weinig heeft. Ik geloof in goed.

Wat is uw grootste mislukking?

Dat de prachtige musical die ik heb gemaakt over de drie musketiers niet is doorgegaan. Mijn poezen heten Athos, Aramis en Porthos, dus het kan bijna niet anders: ooit zal die musical er komen!

Welk leed heeft u anderen berokkend?

Als je met dit vak bezig bent, vraagt het om een bepaalde bezetenheid. Ik kan soms zo in de drift van het scheppen zitten dat ik mijn man of zuster niet met alle egards behandel. Dan geef ik ze te weinig tijd en aandacht, of ik zeg iets tegen ze wat net even verkeerd valt. Dat kan pijn doen.

Wie hoopt u nooit meer terug te zien?

In de oorlog hadden wij onderduikers in huis en de Grüne Polizei heeft mij altijd met grote afschuw vervuld.

Wat is de beste plek om te wonen?


Bij degene van wie je houdt.

Hoe is ongeluk te vermijden?

Door gigantisch aan het verdringen te slaan. Ik verdring veel.

Wat is uw devies?

Het mooiste komt nog. Nooit opgeven.

Volgende week: Will Koopman