Spring naar de content

Van de prins geen kwaad: wie is hier nou de snackbar?

Hebben de Oranjes een voorbeeldfunctie? Interessante vraag waarop het antwoord niet één twee drie te geven valt. Het zou de Koninklijke Familie echter wel sieren wanneer ze niet de hele tijd in vastgoedrelletjes terecht komen. Prins Bernhard jr. (een zoon van Pieter en Margriet) heeft het aan de stok met een Amsterdamse snackbarhoudster. De snackbar moet weg om plaats te maken voor een vastgoedproject. Dat leidt tot wrijving. “Bewoners zijn erg boos dat een sociale ontmoetingsplek in de buurt gaat verdwijnen voor het grote geld.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Bas Paternotte

Snackbar Mash in de Amsterdamse Pijp dreigt de deuren te moeten sluiten. Debby Daems huurt de zaak al een kleine kwart eeuw. Toen het pand in bezit kwam van Vondel Capital, waar Bernhard jr. voor éénderde aandeelhouder is, werd de huur met 400 procent verhoogd. Daems kon daar wel mee leven, de prins cum suis echter niet. Een gang naar de rechter was het gevolg. Inmiddels heeft die uitspraak gedaan: de snackbar moet weg ‘op grond van economisch belang’. Jr. besloot daar nog even een bonus aan te koppelen: 20.000 euro.

Daems heeft daar echter geen zin in en is in hoger beroep gegaan. De buurt staat achter haar. Alies Fernhout van Wijkcentrum Ceintuur aan de Gerard Doustraat verwoordt het sentiment van de buurt. “Bewoners zijn erg boos dat een sociale ontmoetingsplek in de buurt gaat verdwijnen voor het grote geld. Wij doen dan ook een beroep op de eigenaren om de procedure in te trekken en ook eens aan het menselijk sociaal maatschappelijk aspect van deze zaak te denken.”

In november 1937 kreeg Jr.’s grootvader prins Bernhard nabij Diemen een ernstig auto-ongeval. Hij klapte met zijn snelle bolide op een vrachtwagen. De schuld lag niet bij de flamboyante prins, de vrachtwagenchauffeur zat fout. Bernhard rook bloed en wilde de vrachtwagenchauffeur voor de rechter slepen. Schoonmoeder koningin WIlhelmina stak daar een stokje voor. “Wij procederen niet tegen onze onderdanen.” Die tijd is dus voorbij.