Spring naar de content

Liefdesballingen

Lin en Martha McDevitt-Pugh kregen in 1998 een relatie. In de Verenigde Staten konden de Australische en Amerikaanse niet samenwonen, dus deden ze dat in Nederland. Ze trouwden op 4 mei 2001. Een jaar later richtten ze de stichting Love Exiles op.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Martha: “We waren zestien jaar bevriend voordat we verliefd werden.”

Lin: “Martha’s relatie was voorbij en ik ging op zoek naar een leuke vrouw voor haar. De relatie tussen de moeder van mijn zoon en mij was al uit en ik dacht: als Martha nu wordt opgesnoept door de ander, heb ik nooit meer de kans om met haar te zijn. Misschien zette ik onze vriendschap op het spel, maar dat had ik ervoor over.”

Martha: “Je zei tegen me: ‘Als je ooit weer met iemand een relatie aangaat, wil ik dat dat met mij is.’ Dat was geen complete verrassing. We hadden vanaf het moment dat we elkaar in Nederland ontmoetten een klik.”

Lin: “Ik ben na mijn school in 1978 naar Nederland gekomen. Toen ik een relatie kreeg met een Nederlandse, ben ik niet meer weggegaan. Martha werkte in 1982 tijdelijk in Nederland, daarna zijn we elkaar als vrienden blijven zien. Het jaar dat we wat kregen, zagen we elkaar elke zes weken.”

Martha: “Een jaar lang hebben we heen en weer gereisd, maar toen kregen we genoeg van het afscheid nemen. Ik wilde graag in de Verenigde Staten blijven. Mijn familie woont daar, ik had een fijne baan in Silicon Valley. Ik had daar een geweldig leven, alleen Lin ontbrak. In Nederland kon je gewoon je buitenlandse partner naar je toe halen, maar in de Verenigde Staten kon dat als homoseksueel niet. Tenminste, niet op basis van gezinshereniging. We hadden het misschien op basis van een werkvisum kunnen proberen, maar het voelde niet goed om niet erkend te worden als familie.”

Lin: “Daarom kwam jij hierheen. Ik was kwaad op Amerika. Hoe haalden ze het in hun hoofd om deze prachtvrouw niet op dezelfde manier te behandelen als haar broer of zus? Zodra het in Nederland mogelijk zou zijn om te trouwen, wilde ik dat. Het geregistreerd partnerschap vond ik tweederangs, daar koos ik niet voor. Ik wilde graag kunnen zeggen: mijn vrouw dit of dat – net zoals andere vrouwen het hadden over mijn man.”


Martha: “We wilden echt dat commitment aangaan met ons huwelijk en het verleden achter ons laten. Het voelde als een nieuw begin. Rondom onze trouwdag hebben we een week lang feest gevierd met familie en vrienden uit de Verenigde Staten, Australië en Nederland.”

Lin: “Getrouwd zijn voelde zo anders. Het huwelijk is een beschermende deken. Door de kracht van die diepe verbintenis kon ik meer van mezelf geven dan ik eerder had kunnen doen.”

Martha: “Ik deed een cursus zelfexpressie en leiderschap, waarvoor we een project moesten doen op een gebied in ons leven waarin we geen vrijheid hadden. Ik was boos op mijn land, maar dat vertelde ik aan niemand. Ik vertelde mensen wel dat ik was verhuisd voor de liefde, maar niet dat we geen keuze hadden. Als project koos ik ervoor om met Thanksgiving Amerikanen bijeen te brengen die vanwege hun partner niet in de Verenigde Staten konden wonen. Daarmee wilden we laten zien dat we Nederland erkentelijk zijn voor de leiding die het heeft genomen in het openstellen van het huwelijk. Wij wilden zichtbaar zijn. We verstuurden persberichten en nodigden politici uit.”

Lin: “Als het mogelijk zou zijn om de wetgeving te veranderen, wilden we daar onderdeel van zijn. Dat was het begin van de stichting Love Exiles, waarmee we aandacht willen vragen voor Amerikanen die vanwege de liefde hun land hebben verlaten.”

Martha: “Bob Bragar van onze stichting ontmoette Obama in 2007, op een bijeenkomst van de Democrats Abroad. Die vroeg hem waarom hij in Amsterdam woonde. Bob legde uit dat hij getrouwd was met een Nederlander en dus niet in de Verenigde Staten mocht wonen. ‘That’s really unfair,’ zei Obama. Michelle Obama zei later op een andere bijeenkomst tegen hem: ‘We have to bring you home.'”


Lin: “Sinds de komst van Obama heb ik weer hoop dat wij daar kunnen wonen. Hij heeft gezegd dat hij ons probleem begrijpt en dat hij er iets aan gaat doen. Dat geloof ik. Er zijn signalen die erop wijzen dat het de goede kant op gaat. Zodra het kan, zullen we daar gaan wonen. Dicht bij de moeder van Martha en ook een stuk dichter bij mijn bejaarde ouders in Australië.”

Martha: “Wij moeten blijven zeggen en laten zien: dit werkt heel goed in Nederland. Je moet gewoon blijven delen hoe het kan zijn. Ik voel me in de Verenigde Staten weer meer geaccepteerd. Er zijn nog steeds mensen die het een probleem vinden, maar veel méér mensen vragen zich verbaasd af: waarom is dit nog niet geregeld?”