Spring naar de content

‘Op populisme hebben we geen antwoord’

Limburgs gouverneur Léon Frissen zag op 2 maart hoe zijn provincie werd overgenomen door de PVV. Tegelijk halveerde het CDA. Komt het nog wel goed met die voormalige volkspartij?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

In Limburg noemen ze de commissaris van de koningin nog altijd ‘de gouverneur’, ook al is dat al sinds 1850 niet meer de officiële aanspreektitel. Op metershoge schilderijen staan ze in de grote, brede gang van het Gouvernement in Maastricht. Generatie op generatie bestuurden ze het zuiden. Léon Frissen leidt ons rond langs statige heren, leiders der naoorlogse katholieke elite. “Toen droegen ze nog een uniform,” zegt de huidige gouverneur, gestoken in het donkerblauwe pak van de moderne bestuurder.

De portretten zijn van de muur gehaald voor een opknapbeurt. Symbolisch: sinds 2 maart bestaat ‘Limburg CDA-country’ niet meer. Bij de Statenverkiezingen werd de PVV de grootste. “In de zes jaar dat ik hier werk, heb ik nog nooit een hoofddoekje gezien. Dat speelt hier helemaal niet,” zegt Frissen vertwijfeld.

Volgens de PVV zijn hoofddoekjes een groot probleem.

“Dat vraag ik me af.”

Uw partij, het CDA, zwijgt meestal als de PVV erover begint.

“We weten niet zo goed hoe we moe-ten omgaan met het populisme van Geert Wilders. En dat breekt ons nu op.”

Kort voor de Statenverkiezingen zei staatssecretaris Henk Bleker: “Dat hele hoofddoekjesgedoe, ik walg ervan.” Vicepremier Maxime Verhagen riep hem op het matje. Hij moest Wilders bellen om dit ‘te nuanceren’.

“Van mij had Bleker dat niet hoeven doen. Hij is toch een Groninger? Die staan toch voor hun zaak?”

Waarom stemde Limburg massaal op de PVV?

“Islamofobie speelt hier geen rol. Gevoelens van onveiligheid en onzekerheid over de toekomst wel. Zelfs als je wetenschappelijk aantoont dat het tegenwoordig veiliger is, slikken de mensen dat niet. Als er in Japan een aardbeving is, hoor je: dat kan hier ook gebeuren. Verhalen over Mexicaanse griep leiden meteen tot onrust.”


Kandidaat-gedeputeerde Roland van Vliet beloofde de Limburgse PVV-kiezers een einde te maken aan ‘de regentencultuur van het CDA’.

“Ik voel mij niet aangesproken.”

Het CDA, altijd aan de macht. Vriendjespolitiek, gesjoemel…

“Zeventig procent van de ondernemingen in Limburg is familiebedrijf, die graaien niet. De beursgenoteerde bedrijven in Limburg zijn heel keurig: DSM, Océ, Mitsubishi. Maar ik begrijp het gevoel wel. Ouderen denken dat ze hun rollator moeten inleveren. Tegelijkertijd geeft de regering miljarden aan banken die zichzelf miljoenenbonussen toebedelen. Overheidsbestuurders stappen over naar het bedrijfsleven, waar ze veel geld gaan verdienen.”

Heeft het CDA het neoliberalisme over zich heen laten komen?

“We hebben geen antwoord op het marktradicalisme. Globalisering bewerkstelligt een tweedeling tussen arm en rijk, waarbij een nieuwe elite zich boven alle wetten verheven voelt. Er is een nieuwe tegenstelling tussen hoog- en laagopgeleiden; over die laatsten wordt heel meewarig gesproken. En er is een tegenstelling autochtonen-allochtonen. Volkspartijen als CDA en PvdA boden altijd ruimte aan alle groepen. Ook minderbedeelden werden voor vol aangezien en deden mee. We hebben de flanken verwaarloosd. Mensen voelden zich miskend en gingen naar PVV en SP.”

In 2005 zei Balkenende: wat er ook gebeurt, het CDA zal altijd een van de drie politieke hoofdstromen blijven. Nu is het CDA de vierde partij, in de grote steden de zevende. In Amsterdam amper groter dan de Partij voor de Dieren.

“Urban culture, daar heeft het CDA niets mee. Misschien komt het doordat in de stad de culturen door elkaar lopen, terwijl katholieken en calvinisten zich traditioneel terugtrokken in eigen kring. Hier in Limburg klaagt niemand dat de bakker op zondagochtend open is, terwijl het CDA in de Randstad de winkels wil sluiten.”


U zit op een steenworp afstand van Duitsland en België, maar de kiezers staan met de rug naar Europa. Ook het CDA hoor je nooit meer enthousiast over Europa spreken.

“Jan Peter Balkenende speelde een vooraanstaande rol in Europa, maar binnenslands heeft hij het belang ervan te weinig benadrukt. Wouter Bos van de PvdA trouwens ook. Hun politieke en economische oriëntatie was soms te Angelsaksisch. In Duitsland begrijpen ze beter hoe belangrijk het is om samen te leven en samen te werken. En hoe dichter bij Weimar, hoe beter je beseft waartoe een verbrokkeld politiek landschap kan leiden. Populisme is van alle tijden, die sentimenten moet je ook in je eigen partij bedienen.”

Het valt op dat u CDA en PvdA vaak in één adem noemt.

“We hebben veel gemeen. Solidariteit, sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid. Samen het Rijnlandse model opgebouwd: de sociale markteconomie.”

Hoe komt het dan dat ze zo moeizaam samenwerken?

“In Balkenende-IV ging het na honderd dagen al mis, toen minister Donner en PvdA-fractievoorzitter Hamer tegen elkaar in het strijdperk traden over ontslagrecht en AOW. Dat was niet nodig. Met het Limburgse PvdA-Kamerlid Frans Timmermans kan ik moeilijk verschillen vinden. Het heeft te maken met concurrentie, denk ik. Wie is de beste?”

In november concludeerde een kritisch rapport over het CDA, geschreven onder uw leiding, dat het CDA de afgelopen jaren ‘een versteende cultuur’ had. Wat bedoelde u daarmee?

“Een cultuur van apparatsjiks die weten hoe het in elkaar zit en niemand erbij betrekken; die alles technocratisch en boekhoudkundig benaderen, zonder idealen. Het Wetenschappelijk Instituut van het CDA richtte zich alleen nog op marktwerking, de partij werd een verlengstuk van de regering.”


Cees Veerman, voorzitter van het Wetenschappelijk Instituut, is boos opgestapt. Hem was niets gevraagd.

“Veerman heeft geen recht van spreken. We hebben vierhonderd mensen gehoord, dit leeft breed in de partij. Onder Balkenende en Klink deed het W.I. goed werk. De laatste jaren leek het meer het Centraal Planbureau. Waar bleven de verdiepende rapporten over immigratie en integratie, de sociaal-economische ordening, globalisering, het klimaatprobleem?”

Frissen stemde op het CDA-congres voor samenwerking met de PVV ‘omdat het land geregeerd moet worden’ en Verhagen en Bleker ‘echt verantwoording aflegden – een eerste teken dat de partij wil vernieuwen’. Voor het partijvoorzitterschap kiest hij Ruth Peetoom, die op datzelfde congres tegenstemde. Peetoom was vice-voorzitter van de commissie-Frissen.

Maxime Verhagen voelt zich senang bij de PVV. In de kabinetsformatie zei hij: alleen ‘in uiterste noodzaak’ werkt het CDA nog samen met links – naar een uitspraak uit 1918 van de katholieke leider Nolens.

“Nou ja, Verhagen heeft ook wel wat meegemaakt hè, met de PvdA.”

Is hij de leider van het CDA?

“Ja, dat blijkt ook wel. Iedereen kijkt naar hem als het CDA moet spreken. We zitten in een interregnum. Straks, met Ruth Peetoom als voorzitter, is de driehoek weer in balans: dan hebben we een vicepremier, een fractievoorzitter en een partijvoorzitter.”

In het rapport-Frissen schreef u: Nederland was Balkenende-moe en dat is te laat ingezien. Uit peilingen blijkt dat kiezers Verhagen niet vertrouwen. Ook hem zijn ze moe.

“Nou ja zeg. Als je de partij echt de vernieling in wilt helpen… Het is een illusie om daar ineens een ander neer te zetten. De VVD hield in 2006 ook vast aan Mark Rutte, ook al kreeg hij minder stemmen dan Rita Verdonk. En kijk nu eens. Wel moeten Sybrand van Haersma Buma en de nieuwe voorzitter zorgen dat fractie en partij meer invloed krijgen. Pas over drieënhalf jaar kiezen de leden de lijsttrekker.”


Je hoort vaak de verzuchting dat het CDA er met Camiel Eurlings beter had voorgestaan. Maar hij wilde geen lijsttrekker zijn, schreef u in uw rapport. Volgens Eurlings zelf – in het boek De val van Balkenende, door Wilco Boom – is het hem nooit gevraagd.

“Hij heeft zelf gekozen voor de thuis-cirkel en een andere werkomgeving, buiten de hitte van de politiek. Niemand zei: je moet weg. Bij mensen die het echt willen, hoef je die vraag meestal niet expliciet te stellen.”

Misschien dacht hij: ik zit Balkenende in de weg als ik al te duidelijk ambities toon.

“Hij had die ambitie gewoon niet. Elco Brinkman straalde dat onder Lubbers-III wel uit. Die wilde het land leiden.”

Eurlings had een klik met de kiezer. Hij was zeer populair.

“Dat zegt niet alles. De PvdA dacht met Job Cohen ook een klapper in huis te hebben. Onze trend ging al langer neerwaarts, dat is niet zomaar om te buigen.”

Als nieuwe KLM-directeur is Eurlings bij de volgende verkiezingen natuurlijk niet meer beschikbaar.

“Ik maak me zorgen over de gebrekkige bereidheid bij de jonge garde om zich echt te geven voor de politiek. De top van de politiek vraagt enorm veel van je. De fysieke en psychische belasting is enorm. Minister Joop Wijn verdween ook plotseling in 2007. Die zit nu in de raad van bestuur van ABN Amro. Karien van Gennip is directeur bij ING.”

En minister van Financiën Jan Kees de Jager, nu de populairste, heeft ook niet veel goesting om te blijven.

“Het wordt een erg zorgelijk rijtje. De jonge generatie wil geen lifetime-carrière als politicus. Daarom heb ik veel respect voor Verhagen en Mark Rutte, die wel voor de politiek hebben gekozen.”


U houdt er zelf trouwens ook mee op, in juni.

“Ik word 61. Ik heb dit zes jaar gedaan. Bijtekenen voor een tweede termijn betekent: weer zes jaar. Die belasting is fysiek te groot.”

Commissaris van de Koningin zwaar? VVD’er Molly Geertsema noemde het in 1982 ‘een parttime job’. Als hij om elf uur ‘s ochtends de post had gedaan, had-ie de rest van de dag voor zichzelf.

“Haha! Dat was misschien dertig jaar geleden zo. Hier is het hands-on, met al die bedrijven en internationale contacten. Ik zit voortdurend in Den Haag, Brussel, Düsseldorf.”

Of heeft u gewoon geen zin om leiding te geven aan een bestuur met PVV’ers? In het najaar twijfelde u nog.

“Nee, de PVV staat er los van. Ik heb langzamerhand ook meer behoefte aan reflectie. Vaak besluiten mensen te laat dat ze willen stoppen.”

Zoals Balkenende, die zich tegen heug en meug nog een keer op het schild liet hijsen?

“Ja, daar denk je wel over na. Je moet weg zijn voordat anderen erover beginnen. De beslissing was heel moeilijk. Ik heb er met niemand over gepraat en op de deadline mijn besluit genomen.”

Een eenzame beslissing?

“Ach, je moet wat je doet niet verabsoluteren. Veel mensen kunnen niet zonder hun ambt. Dingen komen en gaan ook weer voorbij.”

Wat is de belangrijkste opdracht voor uw opvolger?

“De boel bij elkaar houden.”