Spring naar de content

Eindelijk serieus genomen

Dankzij mensen als Jon Stewart, Stephen Colbert en Tina Fey wordt comedy in de Verenigde Staten eindelijk serieus genomen. Nu hebben de comedians een eigen versie van de Oscars: de Comedy Awards.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Niek Stolker

‘Wazzup? Good to see you!” Joviaal stapt Jon Stewart op me af. Hij drukt me de hand. Hoe het met Howard is, vraagt hij.

Ik ben even van mijn à propos.

Dan ontdekt de beroemde komiek dat ik helemaal niet voor Howard Stern werk – dat doet mijn buurvrouw hier op de rode loper – maar slechts voor het onuitspreekbare Nederlandse tijdschrift Age-Pee-the-Time. Een korte frons volgt. En weg is hij. Naar de volgende vragensteller.

We bevinden ons op de stoep voor de Hammerstein Ballroom, een chique zaal in hartje Manhattan. Gelikte presentatrices staan klaar om vragen te stellen aan de sterren die op de Comedy Awards afkomen. De vrouwen arriveren onder dikke lagen make-up, met open pumps, het ene cocktailjurkje nog kleiner dan het andere. Dat is een prestatie, want het is rond het vriespunt in New York.

Maar dat zijn de wetten van de rode loper. Sterren dragen geen jassen; ze lachen breeduit, ook als niemand een grap maakt; ze hebben het vooral naar hun zín. Rechtop flaneren ze langs de camera’s. Aan de andere kant van het koord, naast de loper, staat het journaille drie rijen dik opgesteld. Het is zo druk dat er voor sommige media – waaronder wij en redacteuren van het radioprogramma van Howard Stern – geen ruimte is onder de luifel boven de rode loper. De media-aandacht voor de Comedy Awards is domweg te groot. Maar dat krijg je ervan als je met Will Ferrell, Eddie Murphy en David Letterman de crème de la crème van de comedy uitnodigt.

Comedy wordt steeds serieuzer genomen in de Verenigde Staten. 140 miljoen Amerikanen stemmen minstens één keer per maand af op tv-zender Comedy Central en gezichten van de zender Jon Stewart en Stephen Colbert sieren regelmatig de tijdschriftencovers. Gasten als Barack Obama en Mike Huckabee willen zélf graag optreden in hun shows. Toen de twee talkshowhosts vorig jaar een March to Restore Sanity in Washington initieerden, kregen ze honderdduizenden mensen op de been en beheersten ze dagenlang de media.


Comedy leeft in Amerika.

In ons land is het in sommige kringen nog bon ton om te zeggen dat Engelse humor beter is dan Amerikaanse. Maar vraag je om voorbeelden, dan is het ouwe koek: Monty Python (1969-1974), Fawlty Towers (jaren zeventig) of Absolutely Fabulous (jaren negentig en – vooruit – nog een paar specials begin deze eeuw). Nee, de goede comedy komt al jaren uit Amerika. Zo kan ook de Britse komiek Ricky Gervais beamen. Hij verhuisde zijn briljante Britse kantoorserie The Office na twee seizoenen naar de VS, waar de versie met Steve Carell & co nóg beter ontvangen werd dan de Britse. Inmiddels is de Amerikaanse versie aan zijn zevende seizoen bezig.

Twee jaar terug luidde Gervais de noodklok: “We hebben een paar matige kopieën van Curb Your Enthusiasm, een paar matige kopieën van Entourage en een paar matige kopieën van Seinfeld. Op een paar uitzonderingen na zijn de Amerikanen ver op ons voor.”

Zoals gezegd: comedy bloeit in Ame-rika. Maar échte erkenning is er niet. Bij de Oscars worden comedy’s traditiegetrouw genegeerd – of het moeten verkapte drama’s zijn, zoals Lost In Translation (2003), Eternal Sunshine of the Spotless Mind (2004) en Juno (2007). Goede films, daar niet van, maar geen negentig minuten lachen-gieren-brullen. Een film uit de laatste categorie, Ben Stillers parodie op Vietnamfilms Tropic Thunder (2008), werd beloond met één schamele Oscarnominatie (Robert Downey Jr. voor Beste Bijrol), maar dat was het wel deze eeuw.

Dus besloot Comedy Central zijn eigen Oscar-uitreiking te starten: de Comedy Awards. Voor onder meer de Beste Late Night Talkshow (Stewart, Colbert, Kimmel, of toch Letterman?), de Beste TV-serie (30 Rock, Modern Family of The Office?) en Beste Film (Cyrus, Get Him to the Greek of The Other Guys?).


Aangezien wij op persplek 34 (van de 35) staan, worden de sterren haastig aan ons voorbij geleid. De enigen die uitgebreid de tijd voor ons nemen, zijn Kristen Schaal (van Jon Stewarts Daily Show) en Greg Robinson (Darryl uit The Office). Robinson, die op het podium wordt geïntroduceerd als ‘that really funny black guy you’ve see in, like, tons of different stuff’, presenteert een award: “Ik voel een enorme spanning. Eindelijk erkenning!” Jon Stewart – handen in zijn zakken, postuur Kees van Kooten – sluit zich later bij hem aan. Tegen mijn buurvrouw zegt hij cynisch: “Deze awardshow vult éindelijk een gapend gat in de geschiedenis van de awardshows.” Later, op het podium, maakt hij ook geen geheim van zijn dedain voor awardshows: “We will shit on it for the next three and a half hours.”

De eerste winnaar, Alec Baldwin, die zijn carrière herstartte met Tina Feys veelvuldig gelauwerde successerie 30 Rock, doet een duit in het zakje door het fenomeen awardshows te ridiculiseren: “Iedereen vroeg zich af: wanneer zal de aarde éindelijk prestaties in comedy belonen?” Later zal actrice-scenarioschrijfster Tina Fey, die een paar beeldjes mag ophalen, zich evenmin onbetuigd laten. Met een beeldje in de hand: “Alle awardshows zijn het gevolg van onzinclubs, bestaande uit mensen die besloten hebben elkaar prijzen te geven. Ik wil Comedy Central bedanken dat ze zich gerealiseerd hebben: wij kunnen kunnen dat óók.”

Later zal Fey vragen of iemand in de zaal nog een nier over heeft. 30 Rock-collega Tracy Morgan, die een historie van alcoholmisbruik heeft, heeft er dingend een nodig.

Dan mag Tracy zijn held Eddie Murphy, die een Icon Award komt ophalen, introduceren. “Dé reden dat ik begonnen ben met stand-up: Eddie Murphy! Onlangs ben ik erachter gekomen dat hij mijn biologische vader is.”


Murphy dankt op zijn beurt zijn helden Richard Pryor, Charlie Chaplin en George Carlin (allen overleden) en komt dan naar de perskamer voor een interview. Hij blijkt nog steeds charismatisch, scherp en grappig. Of hij ooit weer stand-up gaat doen? “Soms denk ik: morgen. Soms denk ik: nooit. Maar geloof me, er komt geen Pluto Nash meer.” (Hij refereert aan de sciencefictioncomedy uit 2002, een van de pijnlijkste flops uit de filmgeschiedenis.) Of er vandaag de dag nog goede comedians rondlopen? “Ik ontmoette net voor het eerst Will Ferrell en die is super fucking funny.”

Ferrell is geestig, absoluut, en ook Bill Murray en Bruce Willis laten zien dat ze talent hebben. Maar de man die de show steelt, is David Letterman, die geëerd wordt met de Johnny Carson Award voor zijn gehele carrière. De host van de Late Show kan als geen ander tergend langzaam een verhaal vertellen en de hele zaal aan zijn lippen krijgen. Hij roemt Johnny Carson (1925-2005) als de grondlegger van de late night-televisie en vertelt hoe hij vroeger alles over had voor een gastoptreden bij diens show. Bescheiden: “Giving me this award is the equivalent of NASA giving the Neil Armstrong Award to Balloon Boy.”

Stewart en Colbert lijken oprecht geëmotioneerd.

Dan weet je dat je écht de volwassenheid nadert als genre: als je een awardshow produceert die voldoet aan de Oscar-normen: te lang, te veel emoties en te veel we don’t a give a shit who wins.

Comedy Awards, vrijdag 22 april, 20.15 uur, Comedy Central.

Na zeven seizoenen houdt acteur Steve Carell het voor gezien. Anti-manager Michael Scott van de Dunder Mifflin Paper Company vertrekt uit Scranton om de zieke vader van zijn aanstaande vrouw Holly bij te staan in Colorado.


Maar waar vele comedy’s stoppen als de hoofdpersoon er de brui aan geeft, zo niet The Office. De serie keert gewoon terug voor seizoen acht. Fans hopen dat Will Ferrell, die de afgelopen weken al een gastrol speelde als de nóg slechtere manager D’Angelo Vickers, het stokje overneemt.

Op de rode loper in New York beweert de acteur zich fulltime op The Office te storten. Maar dat kan ook verzonnen zijn. Dat weet je maar nooit met Ferrell.

“Please welcome the second worst tragedy to hit New York City: Donald J. Trump!”

En dat is alleen nog maar de aankondiging. Beledigingswedstrijd The Roast of Donald Trump, maandag 25 april te zien bij Comedy Central, is grof in het kwadraat.

Het jaarlijkse evenement, waarin een een half dozijn grappenmakers en een paar sterren uit andere disciplines (onder meer oud-talkshowhost Larry King en rapper Snoop Dogg) om beurten een beroemdheid roosteren, is een martelgang voor de hoofdpersoon. Of, zoals de zender het zelf aankondigt: “Het is niet voor iedereen weggelegd: vriendelijk kijken terwijl de grappigste mensen ter wereld je zeer eloquent afmaken voor een miljoenenpubliek. Eigenlijk is het een nachtmerrie. Maar. Je. Moet. Blijven. Lachen.”

De vastgoedmiljardair en presidentskandidaat krijgt, net als eerdere slachtoffers Pamela Anderson en David Hasselhoff, veel te verstouwen tijdens de avond. Munitie: Trumps dure en jonge ex-vrouwen, zijn dode-eekhoornkapsel en zijn neiging om op allerlei producten zijn naam te zetten. Roast master Seth MacFarlane trapt meteen maar vilein af. Over Trumps ego: “When Trump bangs a supermodel, he closes his eyes and imagines he’s jerking off.”


Comedian Lisa Lampanelli herinnert ons eraan waarom ze the queen of mean wordt genoemd: “You’ve ruined more models’ lives than bulimia. You’ve disappointed more women than Sex and the City 2. You’re the ultimate proof that money can buy good-looking pussy.” Dan, vol zelfspot: “If you were broke, you’d be fucking me.”

De roosteraars sparen elkaar ook niet. Zo krijgt Lampanelli het te verduren wegens haar gewicht (Snoop Dogg: “Lisa loves to eat. If you want to fuck her doggy style, just put a bowl of food on the floor.”), Larry King wegens zijn leeftijd (Jeff Ross: “The first time Larry covered an uprising in Egypt, he interviewed Moses”), Marlee Matlin wegens haar doofheid (zelf, over Jeff Ross: “Can you believe he actually asked me out? I told him: ‘Jeff, I’m deaf, not blind!'”) en Ross wegens zijn looks (Snoop Dogg: “When Jeff was born, his mother shit during the delivery. And when she looked down she thought she had twins.”).

De Californische rapper is sowieso onverwacht geestig (“Trump says he wants to run for president. Why not? It wouldn’t be the first time he pushed a black family out of their home.”). Qua timing en intonatie zit hij helemaal goed. Larry King is een mindere grappenmaker – hij moet te vaak lachen om zijn eigen grappen.

De derde roaster zonder ervaring is een figuur uit de Amerikaanse Oh Oh Cherso-voorloper Jersey Shore die zichzelf ‘The Situation’ noemt. Het opgepompte zonnebankslachtoffer – zeg maar de New Jersey-variant van Sniper – zakt vreselijk door het ijs en wordt weggeboe’d. Uiterst pijnlijk, maar op een schurende manier toch goede tv.

Over schurend gesproken: afsluiter is de relatief onbekende stand-up-comedian Anthony Jeselnik, die met een stalen gezicht alle andere gasten overtreft in grofheid. Over Larry Kings leeftijd: “Larry King is so old, he’s actually one of the jews that killed Christ.”


Dan, tegen Trump: “The only difference between you, Donald, and Michael Douglas in the movie Wall Street is that nobody’s going to be sad when you get cancer.”

U bent er nog? Nog niet vol walging dit tijdschrift weggelegd? Schakel dan maandag in op Comedy Central voor het beste van hedendaagse komedie. 3,5 miljoen Amerikanen gingen u voor.