Spring naar de content

De golden boy, de volksknuffel en de botte bijl

Nu de Kamer met reces is, blikken we terug op het eerste jaar van het kabinet-Rutte. Over de prestaties van de kopman, de toekomst van Jan Kees de Jager, de belangrijkste minister van dit moment, en het blaffen van Wilders.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Nog stroomt het Malieveld niet vol, maar let op, zei Emile Roemer in het zomernummer van HP/De Tijd, na de zomer krijgt het verzet tegen de bezuinigingen van in totaal achttien miljard euro een gezicht. In de hete herfst van 2011 komen de verhalen los van de gedupeerde gehandicapten, zieken, kunstenaars, tram- en buschauffeurs, leraren en werknemers, en dan zal premier Rutte wat beleven.

Het valt te bezien of Roemer gelijk gaat krijgen. Acties zullen er blijven zolang er instanties bestaan die daarvan leven. Anderzijds is er sinds de jaren tachtig, het tijdperk van Ruud Lubbers en minister van Financiën H. Onno Ruding, een breed besef gegroeid dat dit een fantastisch land is dat voorziet in elke behoefte en dat oog heeft voor elke uitzondering – zie het ingenieuze, multi-interpretabele, onbegrijpelijke en dus frauduleuze compromis voor het rituele slachten. Omdat we het iedereen naar de zin willen maken, zijn er veel regeltjes gekomen en is het paradijs erg kostbaar geworden. Dus moeten we een beetje snijden, anders wordt het te gek. De staatsschuld neemt nu al elke dag met zestig miljoen euro toe. Over de noodzaak van bezuinigen bestaat ook in de Tweede Kamer algehele overeenstemming. Maar hoeveel er bespaard moet worden en in welk tempo, daarover lopen de meningen uiteen en via de vertrouwde ideologische lijnen.

Laat u niet gek maken, de oppositionele verontwaardiging dient een aloud doel, zoals de hoge inzet van Rutte eveneens een bekende onderhandelingstruc is: diep in zijn hart wil hij misschien twaalf of dertien miljard bezuinigen, dan zijn de grootste verspillingen uit het verleden ook heus weggewerkt en staat Nederland nog recht overeind. Maar hij vraagt achttien, wetende dat de tegenpartij flink zal tegensputteren. Uiteindelijk komen hij en de gehele vakbeweging, de SP & de kunstwereld uit op het heimelijke bedrag. Iedereen tevreden, en zelfs de gehandicapten zullen het idee hebben dat ze toch maar mooi minder hoeven in te leveren.


In alle lijstjes die dezer weken verschijnen, wordt de premier geroemd om de ‘vliegende start’ van zijn kabinet, geldt hij als een ‘stijger’ in het algemene aanzien. De harde, meedogenloze saneerder die sommige criticasters in hem zien, is hij zeker niet. Daarvoor zijn Nederlandse premiers over het algemeen te aardig en te zacht. Maar de boodschap van golden boy Mark Rutte is niet mis te verstaan: de mensen moeten zichzelf niet zo snel zielig vinden en meteen bij de overheid aankloppen. Minder zelfbeklag en zelfmedelijden graag, en een beetje meer zelfredzaamheid. Het is even wennen voor sommige verwende kunstschilders en in hun ellende zwelgende zielepoten, maar met die instelling blijft het paradijs de komende jaren betaalbaar en wordt de staat weer ‘het schild’ van de wérkelijke zwakken. Zo was het ooit bedoeld.

Die herfst wordt lang niet zo heet als Emile Roemer en de zijnen hopen.

Het eerste teken dat het CDA grootse plannen met hem had, dateert van najaar 2008. Jan Kees de Jager moest premier Balkenende vervangen op de G20 in Washington vanwege het plotselinge overlijden van diens vader. Die foto van een glunderende De Jager, die de hand schudt van de Amerikaanse president George W. Bush, moet boven zijn bed hangen. Balkenende had het goed ingeschat. Te midden van de belangrijkste wereldleiders hield De Jager zich probleemloos staande. En dan te bedenken dat hij toen nog maar staatssecretaris was (van Fiscale Zaken).

Drie jaar later is hij minister van Financiën en de populairste minister uit het kabinet-Rutte, al is die uitverkiezing ongetwijfeld mede te danken aan zijn onverwachte onthulling in De Telegraaf dat hij een homoseksuele relatie heeft. Nederlanders kunnen die moed wel waarderen van een man die toch behoorlijk in de schijnwerpers staat.


Maar ook met de problematiek van de eurozone valt er veel eer voor hem te behalen. Het gaat echt ergens over. De Jagers pleidooi om niet alleen de belastingbetaler, maar ook de banken mee te laten betalen aan de Griekse schulden haalde het niet, maar het is hem niet aangewreven. Daarvoor is de problematiek ook te ingewikkeld. Niemand weet wat het juiste recept is.

‘Griekenland’ kan hem de kop kosten, maar eigenlijk geldt dat voor het gehele kabinet. Als de crisis straks als een boemerang terugslaat op de Nederlandse economie, en Rutte bijvoorbeeld op Prinsjesdag nieuwe tegenvallers en bezuinigingen moet aankondigen, dan zet gedoogpartner PVV daar geen handtekening onder. Wilders heeft het letterlijk zo gezegd in het Verantwoordingsdebat in de Kamer. Maar als De Jager en Rutte geld blijven pompen in Griekenland, en dat land gaat in ruil daarvoor verder met privatiseren en bezuinigen, moet het binnen enkele jaren de zaakjes weer enigszins op orde kunnen hebben. Dan halen Rutte en De Jager hun gelijk en kunnen zij strijden om het premierschap. Want met ‘volksknuffel’ Jan Kees de Jager heeft het CDA goud in handen. Natuurlijk zegt hij met enige regelmaat geen enkele ambitie te hebben om politiek leider van de christen-democraten te worden, maar dat behoort tot de Haagse rituelen.

Als het kabinet de Griekse kwestie weet te pareren, dan zijn er eigenlijk weinig strijdpunten meer over die een risico vormen. Gedoogpartij PVV is dat in elk geval niet. Geert Wilders heeft ruim drie jaar de tijd om een nog normalere partij te worden, die af en toe mag blaffen als het om allochtonen gaat, maar die verder niet zal bijten. In 2014 zal de PVV bereid en klaar zijn om echt mee te regeren. Wilders wil één keer minister worden, mogelijk vice-premier. Daarna kan hij terugtreden, al is het de vraag of dat met een gerust hart kan. Want de toekomst van een one issue-partij is ongewis als blijkt dat het beperkte gedachtengoed en de methode van de botte bijl over enkele jaren grotendeels zal zijn gekaapt dan wel overgenomen door de bestaande partijen. Nu al zoekt het CDA bij monde van haar politiek leider Maxime Verhagen een nieuwe ideologische weg die een hoog PVV-gehalte heeft.


Het is de tragische keerzijde van het succes, waar ook een partij als de PvdA last van heeft. Die partij kan zichzelf net zo goed opheffen omdat de meeste idealen uit het allereerste ‘strijdprogram’ van de SDAP uit 1895 inmiddels zijn gerealiseerd of achterhaald.