Spring naar de content

Een stukje gezelligheid

Hans van Breukelen alias ‘De Leraar’ presenteert zijn (les)boek.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Op de tweede verdieping van stadion Nieuw Galgenwaard bevindt zich de Businessclub van FC Utrecht. Het is een enorme ruimte, ingericht door iemand die er erg zijn best op heeft gedaan. Bij de ingang worden we opgewacht door een man met een blad prosecco. “De garnalenkroketjes komen straks,” zegt hij.

Welkom op de boekpresentatie van Hans van Breukelen.

Hans van Breukelen stopte in zijn leven twee penalty’s die tot het einde der tijden herhaald zullen worden. Ze staan in het collectieve voetbalgeheugen gegrift, zij het iets minder scherp dan, pak ‘m beet, de goals van Van Basten. Een redding van een keeper staat in de hiërarchie van het voetbal nu eenmaal nét een trapje lager dan het doelpunt. Briljante doelpunten kunnen tot kunst worden verheven, een fenomenale redding blijft altijd vakwerk. En bovendien: die penalty’s van de Portugees Veloso en de Rus Belanov waren ronduit belabberd ingeschoten. Hans van Breukelen belde trouwens ook nogal eens met Jan Reker, die een geheim boekje had waar alle penalty’s ter wereld in stonden.

Van Breukelen stopte die twee ballen in een tijdsbestek van drie maanden. Na die tijd was PSV de beste club van Europa en het Nederlands elftal was Europees kampioen.

Alleen daarom al verdient Hans van Breukelen onze eeuwige dank.

De presentatie van Van Breukelens boek Winnen – Van talent naar topspeler begint met enkele inleidende woorden van de directeur van FC Utrecht. Hiervan steken we het volgende op:

Hans van Breukelen werd ‘De Leraar’ genoemd. Hans van Breukelen was niet populair bij de Utrechtse schoffies. En FC Utrecht is een club van prestaties, maar ook van een stukje gezelligheid.


Daarna mag Hans van Breukelen zelf enkele woorden spreken. Hijzelf en enkele van zijn genodigden dragen een corsage, alsof ze hierna nog naar een bruiloft moeten. In zijn hand heeft hij een forse stapel papieren. Het moet van papier, zegt hij, want hij kan weleens lang van stof zijn.

Vol vuur vertelt Van Breukelen over de ontstaansgeschiedenis van het boek. Dan zwijgt hij opeens en geeft hij een teken met zijn hand.

Er gebeurt niets.

De stilte duurt een aantal seconden. Daarna wordt er op het scherm naast Hans een film geprojecteerd, vol door epische muziek begeleide beelden uit zijn eigen carrière. De schrijver zelf knikt goedkeurend. “Applaus voor de montage.”

Na de film gaat het verhaal van Hans van Breukelen verder. Langzaam wordt duidelijk waarom ze hem vroeger bij FC Utrecht ‘De Leraar’ noemden. Om ons heen zitten oude coryfeeën gedwee te luisteren. Ronald Koeman sluit zijn ogen om zich beter te concentreren.

Van Breukelens punt is het volgende: als de meeste voetbaltalenten afvallen vóór ze de top bereikt hebben, komt dat vaak door een probleem met de mentaliteit. Wáárom, vraagt hij zich af, maakt een training in mentaliteit dan geen onderdeel uit van de opleiding tot profvoetballer? Er wordt geknikt. Ja, dat is eigenlijk gek.

Het boek wordt uitgereikt aan een paar oud-collega’s van Van Breukelen. Giovanni van Bronckhorst krijgt een boek namens Feyenoord. Jan van Halst (‘Helaas zonder interlands’) krijgt er eentje namens FC Twente. En Berry van Aerle mag het derde eerste exemplaar in ontvangst nemen namens PSV, omdat Phillip Cocu niet kan. Hem wordt gevraagd of hij al wist dat voetbal een denksport is. “Nou, nee.”


Tegen Edwin van der Sar, die hier namens Ajax is, zegt Van Breukelen: “Je weet wel hoe ik over je denk.”

Het is tijd voor de foto’s en de garnalenkroketjes. Steeds meer oud-sporters duiken op. Hé, Maarten Ducrot! En Jacques Brinkman! En hé, Joop Alberda! Bladen jus d’orange en witte wijn gaan af en aan.

Het wordt leuk en het wordt laat.

Hans van Breukelen is nog altijd een leraar. Over zijn populariteit hoeft echter niemand zich nog zorgen te maken.