Sneller dan het licht?
Medewerkers van de deeltjesversneller Cern in Zwitserland hebben iets waargenomen dat helemaal niet zou moeten kunnen. Subatomaire deeltjes werden daar zodanig versneld, dat ze sneller gingen dan het licht. Niet één keer, maar meerdere malen.
Deeltjes werden vanuit Zwitserland afgeschoten richting meetstation Gran Sasso in Italië, 730 kilometer verderop. Daar kwam de straal 60 nanoseconden vroeger aan dan wanneer het met de snelheid van het licht had gereisd. De meetapparatuur heeft een foutmarge van 10 nanoseconden.
De ontdekking is – als het klopt – een van de belangrijke wetenschappelijke gebeurtenissen van onze tijd. Albert Einstein bedacht de theorie dat niets sneller zou kunnen gaan dan het licht. Op deze aanname zijn tientallen, misschien honderden andere theorieën gebaseerd. De bodem zou onder al die theorieën uitvallen.
Cern heeft alle meetgegeven doorgespeeld aan andere laboratoria in de wereld. Die gaan narekenen of er niet een ordinaire fout zit in de gegevens. Een Amerikaans laboratorium gaat het Cern-experiment proberen na te doen. Mochten zij ook een deeltje sneller afschieten dan de lichtsnelheid, dan kan de hele theoretische natuurkunde – van de Big Bang tot de zwaartekracht – opnieuw worden uitgevonden.
Dit artikel werd ook gepubliceerd op Faqt.nl.
