Spring naar de content

‘Het evangelie is levensgevaarlijk voor het CDA’

Hij staat er zelf een beetje van te kijken, maar volgende maand zal historicus Maarten van Rossem zijn eigen Bergrede uitspreken, net als oud-politicus Willem Aantjes dat in 1975 deed. Maar er zijn meer overeenkomsten tussen de geloofloze dominee en de CDA’er. Want hoe moet het verder met de christelijke partij? Twee Bergredenaars nemen het CDA de maat.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Atheïstischer dan Maarten van Rossem kun je ze bijna niet krijgen, zegt hij zelf. “Mijn overgrootvader was dominee, maar hij verloor zijn geloof. Sedert die tijd is mijn familie ongelovig. Met één interessante uitzondering: Oom Beer. Hij is naar Amerika geëmigreerd en tot ons aller verbijstering weer zwaar gelovig geworden. Ik heb hem weleens gevraagd: ‘Oom Beer, meen je dat nu echt, of doe je dit omdat jouw vrouw toevallig gelovig is?’ Maar nee, hij meende dat echt. Wij vonden dat allemaal buitengewoon eigenaardig.” Van Rossem heeft deze zomer voor het eerst de Bijbel eens goed gelezen. Tegen de fotograaf zegt-ie: “Ik zal een beetje evangelisch kijken.”

Van Rossem vindt het ‘wel amusant’ dat uitgerekend hij – een ‘ironische, geloofloze dominee’ – is gevraagd om op 7 november in Amersfoort zijn eigen Bergrede uit te spreken, naar analogie van de nog immer inspirerende woorden van Jezus uit Mattheüs 5-7. De originele Bergrede wordt beschouwd als een van de parels van het Nieuwe Testament. Jezus roept daar op om je vijanden lief te hebben, om je andere wang toe te keren wanneer je geslagen wordt. “Zalig zijn de vredestichters,” staat er bijvoorbeeld, en: “Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.”
Als opmaat naar zijn eigen Bergrede gaat van Rossem – op de fiets en in z’n eeuwig zwarte outfit – op bezoek bij Willem Aantjes, oud-fractievoorzitter van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en later ook het CDA. Tijdens het eerste CDA-congres hield Aantjes een bevlogen, historische rede, die de boeken in zou gaan als de ‘Bergrede van Aantjes’.
Van Rossem: “Toen ik gevraagd werd om een nieuwe Bergrede te houden, moest ik meteen aan de toespraak van Aantjes denken.”
De stokoude Aantjes – hij is van 1923, halfblind nu, maar met een scherpe geest – als muze voor de twintig jaar jongere historicus. De twee Bergredenaars leggen het CDA langs de evangelische meetlat. Kan een christen-democraat samenwerken met Geert Wilders? Wordt de partij gedreven door de principes van het evangelie, zoals ze zelf beweert, of door machtshonger?
Van Rossem: “De Bergrede van Jezus Christus is levensgevaarlijk materiaal voor het CDA.”
Aantjes is zojuist achter zijn pc vandaan gekropen. “Ik was een brief aan het schrijven naar onze partijvoorzitter, Ruth Peetoom.” Hij vertelt dat-ie zich buitengewoon opwindt over de schimmige spelletjes rond de benoeming van de nieuwe vicevoorzitter van de Raad van State. Een nieuw staaltje machtspolitiek van Maxime Verhagen en Piet Hein Donner, meent de oud-fractievoorzitter. “U stemt tegenwoordig toch ChristenUnie?” vraagt Van Rossem.
Aantjes
, lachend: “Maar ik blijf lid van het CDA. Het blijft mijn partij. Sommigen zouden trouwens maar al te graag zien dat ik het opgeef.”
Van Rossem: “Het lijkt me buitengewoon problematisch om lid te zijn van het CDA, eerlijk gezegd. Ik heb het altijd al een rare partij gevonden, maar nu snap ik er echt niks meer van. Je kunt jezelf toch niet christelijk noemen en vervolgens allerlei onchristelijke dingen doen?”
Waar doelt Van Rossem op – wat is er dan zo onchristelijk aan die partij? En mag een ‘volstrekt ongelovige’ historicus de christen-democraten de maat nemen op basis van het evangelie? Partijcoryfee Aantjes, zelf van bevindelijk gereformeerde huize, vindt van wel. “Zeker wanneer je beweert dat het CDA het evangelie aanvaardt als richtsnoer voor het politiek handelen, zoals de statuten het schrijven.”
Dat is volgens Aantjes overigens wat anders dan de eeuwenoude woorden letterlijk omzetten in politieke besluiten. Dat is meer iets voor de mannenbroeders van de Staatkundig Gereformeerde Partij. En sommige bijbelteksten gaan ook wel heel erg ver, merkt Van Rossem na enige studie. “Die andere wang toekeren bijvoorbeeld, dat is toch vrij lastig. Ik weet wel zeker dat ik dat niet zou doen als de situatie zich zou voordoen. In die zin ben ik veel pragmatischer. Christus was een radicaal, een revolutionair. Ik niet.”

Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen