Spring naar de content

Horror op een tuinfeest

Een feest, een zonderlinge oom, een verdwijning. En dan die mysterieuze ruis. Ivo Victoria houdt de spanning in zijn roman onderhuids. Helaas komt de climax te vroeg. Credit auteur>door dries muus

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Het motto is een nogal onkarakteristiek citaat van de Amerikaanse stand-up comedian Bill Hicks: “The eyes of fear want you to put bigger locks on your doors, buy guns, close yourselves off. The eyes of love, instead, see all of us as one.” Het moet niet meevallen om uit Hicks’ shows een niet-grappige, haast cheesy zin te vinden, maar Ivo Victoria is erin geslaagd. “The eyes of love see all of us as one” – het blijft onduidelijk wat daar nu eigenlijk staat. Maar het maakt wel iets anders duidelijk: dit boek gáát ergens over. Angst en liefde, angst versus liefde, zoiets. Het is niet de laatste keer dat Victoria zijn thema’s uitspelt.

Zijn debuutroman, Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt), verscheen twee jaar terug. Het verhaal van een fantast die teruggaat naar het Vlaamse dorpje waar hij opgroeide en de kleurrijke leugens uit zijn jeugd opbiecht. Een enthousiast ontvangen debuut: Victoria’s beeldspraak werd geprezen, net als zijn licht ironische, humoristische toon.

Gelukkig zijn we machteloos speelt zich wederom af op ruraal terrein. Een naamloze omgeving met veel weilanden, in de buurt van de zee. Aan de manier waarop de personages praten, merk je dat het Vlamingen zijn. Verder had het verhaal zich overal af kunnen spelen. Hoofdpersoon is Ome Lex, een eenzelvige man die wordt uitgenodigd op een tuinfeest van een familie waar hij ooit bij hoorde. Inmiddels is het contact verwaterd. Lex heeft zijn geloof in God verloren; nu brengt hij zijn tijd vooral door met het aanscherpen van zijn wijsheden, waar amper nog iemand naar luistert. Daar is hij niet bitter over – hij doorziet het leven te goed om bitter te zijn. Denkt hij. Het tuinfeest zet zijn leven, en dat van de familie, op zijn kop.


Victoria is niet bang voor grote uitspraken. Daar staan dit keer minder grappige passages tegenover. Gelukkig zijn we machteloos is meer tragedie dan komedie, meer gericht op sfeer dan op verhaal, met zo om de alinea een apodictische passage. Het lijkt erop alsof er eerst een thema was en daar vervolgens de situatie en de personages bij zijn gezocht.

Vanaf de eerste pagina’s is de sfeer duister. Ome Lex heeft het feest achter zich gelaten, samen met het jonge meisje Billie. Die nu bewusteloos is – in het beste geval. Aan de hand van flashbacks komen we langzaam meer te weten. Over het feest, over de ontsnapping, over Lex zelf, en over zijn verhouding tot de rest van de familie. Victoria laat allerlei grote en kleine vragen open, en elk antwoord lijkt weer nieuwe vragen of raadsels op te roepen.

En dan is er nog de ruis. Het hele land houdt zich ermee bezig. Er zijn meerdere meisjes verdwenen, en een paar vrouwen hoorden op het tijdstip van de verdwijning een mysterieuze ruis. Erg Stephen King allemaal (misschien ten overvloede: dat is een compliment). Horrorscenario’s, maar dan zonder afgehakte ledematen of rondspuitend bloed. Victoria houdt het allemaal onderhuids. De spanning zit ‘m in wat je nog niet weet, wat er gebeurd kan zijn, en de dreiging komt van alle kanten. Als je maar nerveus genoeg bent, is elk geluid, elke beweging onheilspellend.

Victoria beschrijft angst in al zijn verschijningsvormen: collectieve hysterie, angst voor de dood, traumatische ervaringen. Al zijn personages worstelen ermee, maar niemand kan zonder. Angst is wat ons bindt. Die gedachte wordt overtuigend uitgewerkt, al lijkt de schrijver daar zelf niet zo zeker van. Hij blijft het maar benadrukken. Ongeveer op twee derde van het boek wordt het vervelend. Het maakt de personages inwisselbaar, vrijwel elke overpeinzing komt uit op De Angst.


Twee derde, dat is hoe lang Victoria je bij de les houdt. Daarna is het ploeteren. Niet alleen vanwege het gedram, maar ook omdat de belangrijkste problemen dan opgelost lijken. We weten wat er met Billie en Ome Lex is gebeurd, we zijn zo’n 150 pagina’s lang voorbereid op een grote onthulling, die overigens een stuk minder sensationeel is dan de spanning suggereert. Victoria is beter in verwachtingen wekken dan in het inlossen ervan. En het hoogtepunt, de climax, is te vroeg gekomen.

De vragen die daarna nog beantwoord moeten worden, zijn minder interessant. Sommige (vrij essentiële) vragen blijven onduidelijk – waarom Lex het contact met de familie is verloren bijvoorbeeld. Waarom hij de rol van lollige oom op zich moest nemen, of waarom hij altijd alleen is gebleven.

Het is alsof Victoria een gegeven dat geschikt is voor een novelle (een korte verdwijning van een meisje en een oude man, in een land in de greep van angst) heeft willen oprekken tot romanlengte met behulp van een hoop familiedrama’s, levenswijs-heden en persoonlijke conflicten, die niet aanvoelen als een vergroting van het drama, maar als bladvulling. Gelukkig zijn we machteloos had een strakke, zinderende novelle kunnen zijn. Nu is het een onevenwichtige, half geslaagde roman geworden.

Ivo Victoria: Gelukkig zijn we machteloos. Anthos, €16,95. Ook verkrijgbaar via www.ako.nl