Spring naar de content

Zoeken naar CDA 2.0

Zo bewogen als vorig jaar in Arnhem zal het waarschijnlijk niet worden, maar het CDA-congres in Utrecht van 29 oktober zal niet ongemerkt voorbijgaan. Daarvoor gebeurt er te veel in de partij. Herbronnen, herformuleren, hertalen; dat zijn de toverwoorden die ze bij het CDA o zo graag hanteren om vast te stellen wat de doodzieke partij mankeert. Er bestaat zelfs een werkgroep Hertalen Uitgangspunten. De vraag is of het allemaal zo gewichtig en ingewikkeld moet.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Richten we de blik eerst eens op de Tweede Kamerfractie onder aanvoering van Sybrand van Haersma Buma. Het voorzitterschap van een regeringsfractie, en dan ook nog de kleinste, is sowieso een weinig benijdenswaardige baan. Men wordt geacht dualistisch te zijn, zoals dat een democraat betaamt, maar tegelijkertijd is er de loyaliteit aan de geestverwante ministers. Tijdens de Lubbers-jaren (1982-1992) beschikte het CDA over Bert de Vries, een steile calvinist die beide kwaliteiten in zich verenigde. Lubbers zei ooit over hem: “Bert is als slagroom: hoe meer je erin roert, hoe stijver het wordt.”

Van Haersma Buma lijkt in zijn eerste jaar vooral erg volgzaam te zijn richting ‘zijn’ vicepremier Maxime Verhagen. Dat begint irritatie te wekken bij diegenen in de fractie die altijd al moeite hadden met de CDA-participatie in dit minderheidskabinet, en zij beperken zich inmiddels niet meer tot het koppel Koppejan-Ferrier. De ontzetting onder hen was bijvoorbeeld erg groot toen vlak voor het zomerreces het besluit van het kabinet om de overdrachtsbelasting te verlagen er gewoon doorheen werd gedrukt. Het ging om een substantiële uitgave van 1,2 miljard euro, en mocht daarover misschien een kritisch vraagje worden gesteld? Per slot van rekening gold die verlaging voor iedereen, dus ook voor bezitters van de duurste huizen. Was het niet eerlijker, vonden zij, christelijker en socialer om die verlaging alleen voor de daadwerkelijk hulpbehoevende starters toe te passen? Maar Sybrand van Haersma Buma had helemaal geen zin om erover te praten, want er lag nog helemaal geen kabinetsvoorstel, zo zei hij met een stalen gezicht. Dat voorstel kwam een dag later, uitgerekend op de laatste en traditioneel zeer drukke dag voor het zomerreces.


Sommige CDA-fractieleden voelden zich ‘zwaar genomen’ door deze overval, dit een-tweetje tussen Verhagen en Van Haersma Buma, die natuurlijk geweten moet hebben dat dat voorstel eraan zat te komen. Dan kun je nog zo veel herbronnen, maar dit zijn gewoon streken die je je als politieke leiding niet al te vaak kunt veroorloven.

Ze zijn trouwens toch vrij dominant aanwezig: Van Haersma Buma, Verhagen en laten we vooral ook niet het katholieke en conservatieve kliekje vergeten rond het bijtertje onder de fractieleden, Ger Koopmans, en Henk Bleker, de staatssecretaris van Landbouw die alom wordt gezien als de man achter de schermen, de graag geziene gast bij De Wereld Draait Door, of welke tv-rubriek ook.

Waarschijnlijk zitten de bloedgroepen zaterdag op het congres broederlijk naast elkaar, alsof er niets aan de hand is. Bij het CDA bedrijven ze de politiek in de achterkamertjes, en de spreekwoordelijke messen worden bij voorkeur in de rug geplaatst. Ook ‘dwarsligger’ Ad Koppejan zal aanwezig zijn, en hij hoopt vooral dat het ‘CDA-verhaal wordt opgefrist’. En als je zoiets zegt, begint het gelazer alweer. Want is dat een christelijk-sociaal verhaal of een conservatief? “Ik kan weinig met die begrippen,” zegt Koppejan, “omdat ze te veel doen denken aan het verre verleden. We moeten onze boodschap herformu-leren, andere woorden vinden voor wat ons drijft in de politiek, en daarmee nieuwe generaties bereiken.”

Concreet dan maar: wat zou een eigentijdse, nieuwe formulering kunnen zijn voor een typisch CDA-kernbegrip als rentmeesterschap? Koppejan: “Onze verantwoordelijkheid om op een goede manier met deze aarde om te gaan, zowel voor anderen die op deze wereld leven als ook richting generaties die na ons komen. Sommigen spreken in dat verband ook wel over duurzaamheid.”


Echt origineel is het vooralsnog niet, laat staan wervend. De werkgroep Hertalen Uitgangspunten kan nog niet worden opgedoekt.

We kloppen vervolgens aan bij de Leidse politicoloog Hans Vollaard, die in 2006 een artikel schreef voor het boek Ruimte op rechts, onder redactie van Huib Pellikaan en Sebastiaan van der Lubben, dat weinig aan geldigheid blijkt te hebben ingeboet. Het CDA is aan te duiden als conservatief, centrum-rechts, liberaal-conservatief, sociaal-conservatief, communitaristisch en christen-democratisch. Kortom, de formules van het CDA zijn nogal flexibel. Opportunistisch ook. Maar op cruciale momenten kan zo’n meanderende ideologie juist van inhoudelijk belang zijn, schrijft Vollaard. “Christenen hebben op cruciale momenten in de geschiedenis aangedrongen op verzoening en bemiddeling in conflicten tussen Kerk en staat, kapitaal en arbeid en Nederland en zijn Europese buurlanden.” Tegen die achtergrond zou deelname aan dit kabinet, dus met de verderfelijke Wilders, aan het eind van de rit aan de kiezer te verkopen zijn als een daad van verbintenis en insluiting, ergo als een typische CDA-manoeuvre die is ingegeven door voor die partij belangrijke waarden als naastenliefde, gastvrijheid, verzoening, dialoog en bemiddeling.

“Of het CDA een ijzersterk merk is? Ja en nee,” antwoordt Vollaard. “Die flexibiliteit mag die partij maken tot een ‘brede kerk’ waarin plaats is voor velen, maar er moet wel iemand staan die het idee ook daadwerkelijk verbeeldt. En is dat Ernst Hirsch Ballin, Ab Klink of is dat Maxime Verhagen? Ik heb geen idee. Die duidelijkheid moet er eerst komen.”

In haar functie als partijvoorzitter is Ruth Peetoom de aangewezen persoon om met distantie en wijsheid enige helderheid te verschaffen. CDA-voorlichter Nelleke Weltevreden bericht eerst dat er een telefonisch vraaggesprek mogelijk is, maar de volgende dag wordt dat teruggedraaid door ene Hans Janssens, hoofd van de afdeling voorlichting. De reden: mevrouw Peetoom reserveert haar mening exclusief voor de congresgangers. Maar daaraan voorafgaand is er misschien behoefte aan een stichtelijk dan wel vermanend woord richting de kritische mastadonten à la Van Agt, Aantjes of Veerman dat zij er eens een keer het zwijgen toe doen? Nee, nee, Peetoom komt niet aan de lijn.


Misschien kan de werkgroep Partijorganisatie, die ook blijkt te bestaan, binnenkort eens die afdeling Voorlichting grondig ‘herformuleren’, en dan meteen partijvoorzitter Peetoom duidelijk maken dat het een beetje defensief en niet meer van deze tijd is om tot de 29ste helemaal niks te zeggen.