Spring naar de content

Het verdwenen massagraf

Tijdens de val van Srebrenica in 1995 werden op de Dutchbatbasis de lichamen van minstens vijf volwassenen en twee baby’s in een grote kuil gelegd. Waar precies weet niemand meer. Nabestaanden en oud-soldaten eisen opheldering van de Nederlandse Staat. ‘Ik denk steeds vaker aan mijn verloren kind.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Eldin Hadzovic en Zvezdana Vukojevic

De verpleegster zei dat ze dood geboren was. De navelstreng zat om haar hals heen, waardoor ze is gestikt. Ik was ontroostbaar, maar zo zwak dat ik niet eens kon rouwen. Ik ben buiten bewustzijn geraakt,” vertelt de Bosnische moslima Hava Muhic. Even later komen twee Nederlandse soldaten binnen met een kartonnen doos. “Ze namen de baby mee en zeiden dat ze haar zouden begraven. Ik kreeg haar niet eens te zien.” Een half uur nadat Muhic, dan 24, is bevallen van een doodgeboren meisje, wordt ze door Dutchbatters van de basis gestuurd. Bloedend wordt ze op een vrachtauto gezet en naar veilig gebied gebracht. Het is 11 juli 1995. De enclave Srebrenica wordt ingenomen door Bosnisch-Servische troepen onder leiding van generaal Ratko Mladic. De moslimvrouwen worden van de mannen gescheiden. Naar schatting 8000 moslimmannen worden vermoord en in massagraven gegooid. Om ontdekking te voorkomen van deze oorlogsmisdaad – die door het Joegoslaviëtribunaal en het Internationaal Strafhof wordt bestempeld als genocide – graven de Serviërs de lichamen later op om ze verspreid door heel Bosnië in andere graven te leggen.
Ook Dutchbat graaft een massagraf. Want Muhics dochtertje is niet de enige die op de Nederlandse basis in Potocari bij Srebrenica ligt begraven, zegt oud-Dutchbatter Dave Maat (nu 35). Maat heeft aan zijn ervaringen in Srebrenica het posttraumatisch stresssyndroom overgehouden en spande bij zijn pogingen om de schade op Defensie te verhalen een zogeheten WOB-procedure aan. Als ‘bijvangst’ kreeg hij mutatierapporten en een feitenrelaas in handen, waarin acht anonieme militairen vertellen dat er op de basis in Potocari mensen in een massagraf zijn begraven.

Als Maat in 2009 van zijn oud-collega Adje Anakotta hoort dat mensen in Bosnië op zoek zijn naar informatie over het graf, stelt hij direct al zijn documenten tot hun beschikking. Uit de stukken blijkt dat er vijf tot negen volwassenen op de basis zijn begraven. Officieel wordt melding gemaakt van één baby, maar er zijn aanwijzingen dat het er in werkelijkheid twee of zelfs drie zijn.

Abboneer op een lidmaadschap

Flinke korting op een digitaal jaarabonnement

Sluit nu voordelig een abonnement af en maak kennis met de journalistieke kracht van HP/De Tijd. (Op elk moment opzegbaar.)

Word abonnee

Het massagraf is destijds afgezet met rood-wit lint en gemarkeerd met een houten bord, waarop met een zwarte viltstift de namen van de doden werden geschreven. Maar de locatie van het graf staat niet in de stukken, en ook een overzicht van alle overledenen ontbreekt. Een van de lichamen is geïdentificeerd als Behara Delilovi?, een 70-jarige vrouw. Verder zouden er twee mannen van 70 en 75 jaar liggen, een 20-jarige vrouw, en een jongetje dat werd geboren en overleed op 13 juli 1995. Een pijnlijk detail uit het mutatierapport: terwijl de massamoord rondom Srebrenica in volle gang is, maakt een militair melding van het verlies van 300 Duitse mark.

Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen