Interview Alexander Rinnooy Kan
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan (62) geldt als een van de belangrijkste adviseurs van de BV Nederland. Dat Nederland verkeert nu in een diepe economische crisis. En dus doet Rinnooy Kan boete. Dat wil zeggen: enigszins. ‘Ik vind ‘eurofiel’ een naar woord.’
Het is geen uitspraak die als ‘onvergetelijk’ de geschiedenisboeken in zal gaan: “Ik denk dat de heer Donner met zijn ervaring een prima vicevoorzitter van de Raad van State zal zijn.” Het is echter wel Alexander Rinnooy Kans enige reactie op het feit dat niet hij maar Piet Hein Donner de nieuwe ‘onderkoning van Nederland’ wordt.
Rinnooy Kan, lid van D66, had volgens de Volkskrant een heuse sollicitatiebrief geschreven. Daar zou een gesprek met minister Ivo Opstelten uit zijn voortgevloeid. Maar vervolgens gingen de dingen gewoon zoals ze bijna altijd gaan in Den Haag: de partij aan wie de baan was beloofd gaf de baan aan de partijcoryfee aan wie dat was beloofd. En dus volgt CDA’er Piet Hein Donner PvdA’er Herman Tjeenk Willink op als vicevoorzitter van de Raad van State. Wat intrigeerde was het beeld van Rinnooy Kan die ’s avonds in zijn werkkamer in Aerdenhout de perfecte eerste zin van zijn sollicitatiebrief tracht te componeren. “Bij deze …”
Dat beeld oproepen is moeilijk omdat de 62-jarige wiskundige al vele jaren een van de invloedrijkste Nederlanders
is. Sinds 2006 leidt hij de Sociaal Economische Raad (SER), die kabinet en parlement adviseert over sociaal-economisch beleid en waarin werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen samenwerken. Daarvoor was hij achtereenvolgens rector magnificus, werkgeversvoorzitter en bestuurder bij ING. Ook circuleerde zijn naam steevast als mogelijke minister namens D66.
Maar de ultieme kroon op zijn carrière komt er dus niet. Rinnooy Kan kan zich enigszins troosten met de wetenschap dat, zoals NRC Handelsblad onthulde, een ‘substantieel deel’ van de 54 staatsraden in hem een ‘voortreffelijk alternatief ’ zag voor Donner. Immers, de vicevoorzitter van de Raad van State (voorzitter is Beatrix Wilhelmina Armgard der Nederlanden) moet bekendstaan als bovenpartijdig. Dat geldt voor Tjeenk Willink, het zou hebben gegolden voor wereldkampioen polderen Rinnooy Kan, maar het geldt zeker niet voor de huidige minister van Binnenlandse Zaken voor het CDA. Binnen de Raad bestaat volgens de NRC dan ook ‘grote bezorgdheid’ over het onpartijdige imago. Vindt Rinnooy Kan ook dat dat imago nu een kras oploopt? “Dat moeten anderen maar beoordelen,” zegt hij met een glimlach. Het is een serene glimlach, geen valse. Dat doet hij wel vaker tijdens interviews, zo glimlachen. Er zijn zelfs interviews geweest tijdens welke de academicus, die behalve als bovenpartijdig ook bekendstaat als verwoestend aardig, onophóudelijk glimlachte. Maar deze keer niet.
Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.
