Spring naar de content

‘Wij zijn voor niemand bang’

De Haagse imam Fawaz mag een ‘haatbaard’ zijn die huwelijken met kinderen goedkeurt, maar hij trekt moeiteloos duizenden gelovigen, zegt hij. Dat moeten Ahmed Marcouch, Tofik Dibi en al die andere ‘beroepsleugenaars’ hem maar eens nadoen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Hij staat bekend als een extremist. Als een, om in Wilderstermen te spreken, ‘haatbaard’, die samen met zijn aanhangers een gevaar vormt voor de Nederlandse rechtsstaat. Geregeld haalt de Syrische imam Fawaz Jneid met zijn opruiende uitspraken en tirades het nieuws. Zoals in 2004, toen hij de ‘criminele schoft’ Theo van Gogh vervloekte en Allah smeekte om de ‘onvruchtbare’ Ayaan Hirsi Ali kanker te bezorgen – zijn meest aangehaalde en bekendste verwensing. Verscheidene leden van de Hofstadgroep bezochten zijn As-Soennah-moskee in Den Haag. Ja, Fawaz is een van de meest spraakmakende en beruchte imams, ook wel ‘sjeiks’ genoemd, van Nederland. “Maar wel iemand met een minderheidsstandpunt,” benadrukte in 2008 Fouad Sidali, destijds voorzitter van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN). Een loze bewering, vinden Fawaz en zijn aanhangers. Want werd dat ook niet gezegd over de salafisten en de Moslimbroederschap in Egypte? En kijk eens wat daar nu gebeurd is: ze hebben zeventig procent van de parlementszetels in handen.

Ook Fawaz’ ster is rijzende. De nieuwbouw van de As-Soennah-moskee, die eind december in gebruik werd genomen, biedt plaats aan ruim tweeduizend volgelingen – voornamelijk Marokkaanse moslims – en is voorzien van de allermodernste faciliteiten. Zo hangen er in de gebedsruimte voor vrouwen twee grote beamers, zodat ook zij de preken van Fawaz kunnen volgen.

Fawaz (47) voelt zich duidelijk een koning in zijn grote gebedshuis. Ja, hij weet het, de ‘gematigden’ moeten hem niet. Maar dat is onzin, doceert hij. “Die zogenaamde gematigden keren uiteindelijk altijd naar ons terug.”


Is dat grootspraak of heeft Fawaz echt zo’n enorme aanhang? Dat is al jaren de vraag. Het is verleidelijk om hem als een clown af te schilderen. Daar maakt hij het vaak zelf naar, onder meer door zijn uitspraken in programma’s als Pauw & Witteman, waar hij met jan en alleman ruzie maakt. Maar als Fawaz die grote As-Soennah-moskee weet vol te krijgen, is hij kennelijk toch meer dan een paljas met een baard.

Volgens zijn tolk is Fawaz’ invloed aanzienlijk. Elke week, zegt hij, wordt de imam per e-mail en telefonisch bestookt met honderden vragen om advies, over kwesties van huwelijksproblemen tot richtlijnen voor het gebed. Op de jongerenbijeenkomsten, die geregeld op donderdagavond plaatsvinden in de ‘feestruimte’ van de moskee, komen zo’n tweeduizend jongeren af. Fawaz zelf, uitdagend: “Laat Ahmed Marcouch maar eens zo’n avond organi-seren. Kijken hoeveel mensen er dan komen opdraven.”

Aanleidingen om met Fawaz te praten zijn er voldoende: de uitbreiding van zijn beruchte moskee, de Arabische Lente (en dan vooral de ontwikkelingen in zijn vaderland Syrië) en zijn uitnodiging aan de Marokkaanse imam Al-Maghraoui om in de As-Soennah te komen preken. Dat laatste veroorzaakte een storm aan kritiek, omdat Al-Maghraoui in 2008 in een fatwa bepaalde dat negenjarige meisjes best kunnen trouwen met volwassen mannen en dat die ook seks met ze mogen hebben.

Maar voor we het daarover kunnen hebben, maakt Fawaz gehakt van Fouad Sidali, PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch ‘en al die andere grappenmakers’ aan wie volgens Fawaz de meerderheid van de moslims een grondige hekel heeft. Met ‘die andere grappenmakers’ doelt hij onder meer op GroenLinks-Kamerlid Tofik Dibi en de Canadese journaliste en islamitische lesbienne Irshad Manji, die onlangs tijdens een debat in Amsterdam werden bespuugd en met eieren bekogeld door de radicale groepering Sharia4Belgium. Fawaz keurt die actie af, laat dat duidelijk zijn, maar Dibi en Manji zijn wel ‘beroepsleugenaars’. Het is volgens hem de plicht van iedere moslim om uit de buurt te blijven van dit soort figuren. Personen van zijn eigen kaliber moeten juist op dat soort momenten hun tanden laten zien. Met de pen, uiteraard.


En dat doet Fawaz regelmatig. Op zijn website Al Yaqeen schrijft hij zijn woede en frustraties van zich af. Als hij heel eerlijk is, houdt hij ook wel van een hetze. Hij zoekt graag de grenzen op. Neem bijvoorbeeld zijn optreden bij Pauw & Witteman in 2008, toen hij met ‘die non-moslim’ Ahmed Marcouch – “Inderdaad, schrijf dat maar in jouw krantje. Marcouch is geen moslim” – in debat moest. Veel mensen uit zijn omgeving hadden het hem afgeraden. De media waren er immers toch alleen maar op uit hem te ‘pakken’.

Maar Fawaz luisterde niet. Dat wordt ook niet van hem verwacht. De boodschap die hij ooit – zij het licht schertsend – meegaf aan een medewerker van de AIVD spreekt voor zich: “Er is geen democratie in de moskee. Alleen ik heb de vrijheid mijn visie te verkondigen.” Het laat hem koud als journalisten hem neerzetten als een orthodox monster. “Iemand met een overtuiging staat sterk in zijn schoenen. Als ik word aangevallen op mijn geloof, maakt dat me alleen maar sterker.”

Toch heeft Fawaz ook een onbekende, zachte kant, en die heet Syrië. Hij moet huilen om de beelden die hij dagelijks op YouTube en de Arabische nieuwszenders voorbij ziet komen, zegt hij. De tolk kijkt verbaasd op als hij hoort hoe vaak Fawaz het land heeft bezocht: tussen 2000 en 2010 zes keer. Een paar maanden geleden wijdde hij zelfs een vrijdaggebed aan het Syrische volk. Fawaz weet als geen ander hoe bruut het regime van de Assads is. Onder de tienduizenden protesterende Moslimbroeders die door Hafez al-Assad, de vader van de huidige president, in 1982 in koelen bloede werden vermoord, bevond zich ook een oom van Fawaz, een jongen van zeventien. Zijn lichaam is nog altijd niet vrijgegeven. De Moslimbroederschap is in Syrië sinds jaar en dag verboden, wat waarschijnlijk ook verklaart waarom Fawaz niet in het openbaar in Syrië mag preken. Ook zijn islamitische boeken moet hij bij een bezoek aan het land thuislaten. De seculiere Syrische autoriteiten, die zich in het nauw gedreven voelen door de al maanden protesterende soennitische meerderheid, beschouwen hem als ‘te radicaal’.


Fawaz, over zijn jeugd: “Je kunt zeggen dat we een jihad voerden tegen het Syrische regime. Ik heb veel vrienden opgepakt zien worden.” Ook zijn eigen jongere broer, die verdacht werd van banden met de Moslimbroederschap, werd op veertienjarige leeftijd gevangen genomen. Achtenhalf jaar wist niemand waar hij was. Fawaz laat een recente foto van zijn broer zien; de gelijkenis is treffend, al hebben de martelingen hun sporen achtergelaten op het gezicht van zijn broer. “Na zijn vrijlating is hij helemaal grijs geworden,” vertelt Fawaz. Maar Bashar al-Assad zal ervoor boeten, zegt hij. Uiteindelijk zal de dag des oordeels komen. Voor nu is zijn enige zorg dat het volk zegeviert – en de islam. “De sharia is niet alleen het beste voor Syrië, maar ook voor alle andere Arabische landen. Alleen de wetten en regels van God zijn volmaakt.”

Fawaz vindt het tijd voor een ‘islamitische inhaalslag’. Hij is teleurgesteld in de Arabische Liga. “Het recente vredesplan voor Syrië kwam tien maanden te laat, en daarnaast bestaat de Liga uit landen die min of meer een verlengstuk zijn van het Syrische regime.”

Maar Fawaz blijft positief; ooit zal er een islamitisch rijk herrijzen op de huidige puinhopen van Syrië. Geen tweede Turkije – want daar heb je een strikte scheiding van Kerk en Staat – en ook geen tweede Iran (“Daar wonen sjiieten”) maar eerder een land zoals Saudi-Arabië, waar een streng islamitische leer wordt aangehangen, in overeenstemming met de sharia. Rechten voor vrouwen zijn ver te zoeken: ze mogen bijvoorbeeld niet autorijden, hoewel de Koran natuurlijk nergens vermeldt dat vrouwen geen rijbewijs mogen halen. Volgens Fawaz is het Westen bang voor elke vorm van democratie die betrekking heeft op de islam. Hypocriet. Want de Verenigde Staten zeggen wel democratisch te zijn, maar was het niet Amerika dat Kadhafi – die massamoorden pleegde en het Libische volk uitmoordde – jarenlang beschermde? En hoe zit het met de terroristengevangenis in Guantánamo Bay? Is dat dan wél democratie?


Fawaz is verheugd over de verkiezingsoverwinning van de religieuze partijen in Tunesië en Egypte. Toch houdt hij zijn hart vast. “Ik ben bang dat ze van het rechte pad zullen afwijken. Je ziet nu al dat sommige van deze moslimpartijen uitlatingen doen die neigen naar secularisme, en secularisme is anti-islam. Zo is in de wet nog steeds niet opgenomen dat de man meerdere vrouwen mag huwen.”

In een vervolggesprek met Fawaz komt het onderwerp huwelijk weer ter sprake. Met een reden: de Marokkaanse imam Al-Maghraoui, de man die huwelijken tussen negenjarige meisjes en volwassen mannen bepleit, is – in het kader van Fawaz’ vijfdaagse conferentie over ‘standvastigheid en verleiding’ – uitgenodigd om te spreken in de vernieuwde As-Soennah-moskee.

Maar deze keer lijkt Fawaz totaal geen zin te hebben in het interview. Onverschillig zit hij tijdens het beantwoorden van de vragen wat op een stuk papier te krabbelen dat hij aan het begin van het interview uit een la van zijn bureau heeft gevist. Regelmatig glijdt zijn blik naar de klok tegenover hem.

Ook zijn tolk, een 23-jarige leerling die nadrukkelijk anoniem wil blijven en naar eigen zeggen iets tussen bestuurslid en prediker-in-opleiding in is, lijkt er weinig trek in te hebben. Onderuitgezakt en met zijn jas nog aan zit hij op de bank naast het bureau van de sjeik.

Heeft het ermee te maken dat Al-Maghraoui zijn komst naar de AsSoennah tien minuten voor het interview heeft afgezegd? Want Fawaz had het vast prachtig gevonden als hij zijn overwegend Marokkaanse moskeegangers had kunnen laten kennismaken met deze imam en vroegere studiegenoot uit Marokko. De twee kennen elkaar al heel lang. In de jaren tachtig studeerden ze samen aan de universiteit van Medina. Het leeftijdsverschil was echter te groot voor een echte vriendschap; Fawaz was destijds een twintiger, Al-Maghraoui al in de veertig. Hoewel ze elkaar alleen zagen op studiebijeenkomsten, bleef het contact warm. Sterker nog: Fawaz schreef zelfs een verduidelijking van de fatwa van Al-Maghraoui uit 2008 en verspreidde die via internet. En nu is de Marokkaanse imam opeens ziek.


Maar volgens de laatste berichten in de media had Al-Maghraoui gewoon nog geen visum aangevraagd en was daardoor de kans klein dat hij nog op tijd zou kunnen zijn voor Fawaz’ conferentie. Was hij echt ziek of wílde hij, door alle opschudding die zijn voorgenomen bezoek had veroorzaakt, opeens liever niet meer naar Den Haag? In plaats van de vraag eerst in het Arabisch te beantwoorden, zoals hij tot dusver steeds deed, zegt Fawaz in gebrekkig Nederlands: “Wij zijn voor niemand bang!” Zijn tolk valt hem bij hem bij. “De sjeik is écht ziek en hij mag tien dagen zijn huis niet uit. Het doet ons pijn om te horen dat hij niet kan komen. We hadden hem er graag bij gehad.”

Daar dacht een meerderheid van de Tweede Kamer echter anders over. “Geen visum voor deze man!” klonk het in Den Haag. Voor PvdA-Kamerlid Khadija Arib, die de regering verzocht Al-Maghraoui geen visum te geven, heeft Fawaz geen goed woord over. “Arib is verdoemd! Dit is gewoon een poging van haar om in de schijnwerpers te komen, want voor de Tweede Kamer en het kabinet heeft ze tot nu toe nog niks betekend.”

Al die commotie had hij niet verwacht, bekent hij. Het is tenslotte toch heel simpel: dat Al-Maghraoui huwelijken met negenjarige meisjes goedkeurt, is conform het geloof. De wet die sinds 2004 in Marokko geldt en voorschrijft dat vrouwen pas mogen trouwen vanaf hun achttiende, is ‘incorrect en geen vereiste’, meent Fawaz.

Maar is een minderjarig meisje wel klaar voor een huwelijk? De tolk raakt geïrriteerd van deze ‘ongepaste’ vraag en neemt het woord. “Kijk, volgens de islam is het zo dat een vrouw volwassen is op het moment dat ze begint te menstrueren. Bij de een kan dat eerder zijn dan bij de ander, dus dat is wat islamitisch gezien als grondslag wordt genomen, en niet de leeftijd van achttien. En bovendien, het meisje hóéft niet met het huwelijk in te stemmen.” Dus zo’n negenjarig meisje kan zelf kiezen? Een andere leerling die inmiddels ook is aangeschoven, snuift minachtend. “Natúúrlijk heeft ze de keuze.” Dus ze kan nee zeggen? De tolk: “Uiteraard!” Ze lijken gek te worden van de vragen. “Jullie van de media maken het groter dan het is.” Ook eerdere vragen over hoe Fawaz zijn eigen vrouw heeft leren kennen, worden niet op prijs gesteld. “Te nieuwsgierig.” Fawaz laat het over zich heen komen. Vanachter zijn bureau kijkt hij toe hoe de twee jongeren het voor hem opnemen, als een vader naar zijn kinderen. Hij lacht geamuseerd.