Spring naar de content

Voor het zingen de Kamer uit

De hoogste baas van de RK Kerk Nederland, bisschop Wim Eijk, ging vorige week te biecht in de Tweede Kamer vanwege het Deetman-rapport. Veel medeleven toonde hij niet.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Op de website van de Tweede Kamer is de ontmoeting tussen de volksvertegenwoordiging, de RK Kerk, de slachtoffers van seksueel misbruik en de commissie-Deetman omschreven als een ‘rondetafelgesprek’. Maar als het erop aankomt, is er van enige inhoudelijke circulatie of uitwisseling van standpunten geen enkele sprake. De rolverdeling is vanaf de eerste seconde duidelijk: de leden van de zogeheten Voortouwcommissie: Veiligheid en Justitie, commissievoorzitter Wim Deetman en de slachtoffers, verenigd in onder andere Mea Culpa United, vormen één front tegen De Vijand, zijnde aartsbisschop Wim Eijk en Cees van Dam, van de Konferentie van Nederlandse Religieuzen.

Al bij binnenkomst in de Troelstrazaal krijgt Eijk bij wijze van welkom van slachtoffer Bert Smeets uit Maastricht toegebeten ‘hoe het voelt om leider te zijn van een criminele organisatie’. Fotografen snellen toe, en het toch al ronde, glimmende hoofd van Eijk begint te blozen. De hoogwaardigheidsbekleder probeert die ouwe hippie van een Smeets af te schudden, maar die stelt zijn vraag nog eens, en nog eens.

Waar is de taart, denk ik, en heel even gaan mijn gedachten naar die ene keer in Nieuwspoort in 2002, toen Pim Fortuyn een taart in zijn gezicht geduwd kreeg van opposante Pauline van Tuyll van Serooskerken. Maar er is geen taart, en Smeets zal later verklaren dat hij ondanks zijn nare ervaringen en zijn woede en frustratie daarover altijd een vredelievend mens is gebleven.

Eijk moet tijdens het gesprek niet alleen diep door het stof, maar wekt met zijn toegeknepen, Hirsch Ballin-achtige intonatie en wijdlopige uiteenzetting, die volzit met woorden als ‘implementeren’ en ‘monitoren’, geen seconde de indruk daadwerkelijk begaan te zijn met de slachtoffers. Na afloop van het amper een half uur durende onderhoud – waarom trekt de Kamer daar niet langer voor uit? – haast hij zich naar een afspraak buiten de deur terwijl verschillende slachtoffers letterlijk schreeuwen om zijn aandacht.


Er had geen duur betaald communicatie-typje aan te pas te hoeven komen om de aartsbisschop erop te wijzen het beleden ‘grote verdriet en diepe schaamte van de kerk’ meer reliëf te geven door even naar die mensen te luisteren, ook al debiteert men de grootst mogelijke onzin of uit men schier vanuit de losse heup beschuldigingen aan het adres van een kennelijk nog actieve pastoor. Even die meelevende blik tevoorschijn te toveren, even die arm om een schouder te slaan, al zou dat gebaar in deze kringen misschien niet zo goed vallen. Het was te veel moeite voor Eijk of, waarschijnlijker, het kwam niet eens in hem op.

Voorafgaand aan de komst van Eijk is commissievoorzitter Wim Deetman te gast in de Kamer. We zagen het al op de persconferentie van 16 december jongstleden, toen hij zijn bevindingen officieel presenteerde, maar het menselijke aftakelingsproces heeft in zijn geval een tussensprintje gemaakt. Natuurlijk, de man is 66 jaar, maar de tred lijkt nog gebogener dan een dikke maand geleden, het gezicht een tintje grauwer en werkelijk vervuld van afgrijzen over wat hij de afgelopen twee jaar heeft moeten aanhoren van de tientallen slachtoffers. “Al die ellende en vreselijke verhalen gaan onder je huid zitten. Dat laat geen mens onberoerd,” zegt commissielid Tofik Dibi van GroenLinks, met Ard van der Steur van de VVD degenen uit het Kamergezelschap die de meest relevante vragen stellen.

Als minister van Onderwijs en nadien als voorzitter van de Tweede Kamer en als burgemeester van Den Haag was Wim Deetman nooit een opvallende verschijning. Onberispelijk, degelijk, soms een beetje onhandig en niet door iedereen au sérieux genomen. Maar met dit werk in de naar hem vernoemde commissie heeft hij ontegenzeggelijk zijn bijdrage aan de geschiedenis alvast geleverd. “Dit is het belangrijkste wat hij in zijn politieke leven heeft gedaan,” getuigt ook Tofik Dibi.


Ze luisteren naar namen die zo uit de boeken van Elsschot of Bordewijk lijken te komen: Klabbers, Lelkens en Leerschool. Iemand uit de zaal stelt zich voor als Van de Kerkhof. De slachtoffers, overwegend mannen van in de zestig. Veelal net gepensioneerd, kinderen allang de deur uit. Dus alle tijd om te denken en te piekeren. En als de ouders overlijden, ouders die altijd erg rooms waren en nooit iets wilden horen van welk vergrijp ook, als ook zij wegvallen zijn er geen blokkades meer om de herinneringen de vrije loop te laten. Het is misschien raar, maar aan de slachtoffers in de Troelstrazaal is te zien dat ze dat zijn: allemaal hebben ze wel een droeve oogopslag, of trillende vingers, een overslaande stem, rode, bezwete koppen, een weifelende motoriek, of combinaties hiervan.

Eén springt eruit: Bert Smeets van Mea Culpa United. Lang grijs haar, leren jackie en onafscheidelijk met een koptelefoon om zijn hals. Een outlaw, zoals hij zichzelf neerzet, en de felheid en voortdurende verongelijktheid van praten, doen denken aan Studio Sport-analist Ronald Waterreus. Hij en het door hem opgerichte clubje gelden als de klokkenluiders van het kinderMisbruik in de kerk, maar inmiddels zijn anderen ermee aan de haal gegaan. Zo voelt het tenminste. Smeets doelt met name op de organisatie Koepel Landelijk Overleg Kerkelijk Kindermisbruik (KLOKK). De KLOKK heeft alles overgenomen van Mea Culpa United, en sindsdien wordt Smeets genegeerd. Volgens hemzelf omdat hij te radicaal is, te ongeleid. Hij overhandigt een visitekaartje waarop hij is afgebeeld als een Jezusfiguur.

Geintje. Moet kunnen, nietwaar?


Ondanks alles.

Na afloop van het rondetafelgesprek klitten een paar slachtoffers bij elkaar. Gaan ze de stad nog in, voordat ze teruggaan naar het diepe zuiden? De animo houdt niet over. Het was een lange zit. Er is opnieuw veel overhoop gehaald. En nu Deetman, de politiek en de Kerk hebben erkend en gaan compenseren, nu bij media en publiek ook het verzadigingspunt qua aandacht voor kindermisbruik in de kerk lijkt te worden bereikt, treedt voor de meesten de stilte weer in. Ze zullen het rumoer, de aandacht en die ouwe Deetman nog gaan missen.