Spring naar de content

Cécile Narinx

Cécile Narinx (Maastricht, 1970) is hoofdredacteur van modeblad Elle. Onlangs kwam haar boek Geluk is een jurk uit.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Wat is uw huidige gemoedstoestand?

Euforisch. Terwijl we spreken, kan elk moment mijn boek arriveren. Het is net alsof ik een afspraakje heb met een nieuwe geliefde.

Wie zijn uw helden?

Modejournaliste Suzy Menkes. Zij beschrijft op onnavolgbare en intelligente wijze wat er gebeurt, zonder te vervallen in uiterlijkheden. Zij kan haar eigen smaak uitschakelen en dat kan bijna niemand in de modewereld. En ze is moedig en machtig genoeg om eerlijk te zijn.

Aan wie ergert u zich?

Aan mensen die half werk leveren. Broddelwerk, haastwerk, liflafjes, jantjes-van-leiden – ik heb er zó’n hekel aan. En aan mensen die alles nadoen. Voor mij als hoofdredacteur is het altijd weer een uitdaging me wel te laten inspireren maar niet te kopiëren.

Lijkt u op uw vader?

Ja. Als je mijn vader een vraag stelt, krijg je een antwoord van een uur waarbij hij je werkelijk alle data geeft en waarvoor hij waarschijnlijk een archief is ingedoken. Dat herken ik. Ik wil altijd alles tot in de puntjes doen.

Wat zijn uw dagdromen?

Tijd hebben. Een keer niks doen.

Wat is uw grootste angst?

Dat ik niet meer journalistiek zou kunnen zijn en niet meer zelf zou kunnen bepalen wat er in Elle staat. En verder:

verhuizen naar Hoofddorp.

Bidt u weleens?

Ja. En dan echt old school in de kerk. Als ik bij mijn ouders ben, vinden ze het leuk als ik meega naar de kerk. En als ik daar dan toch zit, kan ik net zo goed meebidden.

Heeft u ooit een mystieke ervaring gehad?

Nee. Ik ben heel nuchter. Al mag ik graag kaarsjes opsteken.

Bent u aantrekkelijk?


Niet elk uur van de dag en niet elke dag van de week.

Waar schaamt u zich voor?

Dat ik niet op de snelweg durf te rijden. Ik ben een enorme natte krant achter het stuur. Ik heb er van mijn achttiende tot mijn 27ste over gedaan om mijn rijbewijs te halen. Met tussenpauzes, dat wel.

Bent u monogaam?

In intentie wel.

Wat is uw definitie van geluk?

Misschien is geluk wel het tegenovergestelde van ambitie, maar toch denk ik dat ze naast elkaar kunnen bestaan.

Wanneer heeft u voor het laatst gehuild?

Eind vorig jaar zat ik een week in een appartement in Parijs om aan mijn boek te werken. Mijn man en kinderen zouden ook even komen, maar dat ging op het laatste moment niet door. Dat was zo’n teleurstelling. Ik dacht opeens: wat doe ik hier?

Hoe moedig bent u?

Ik houd ervan om in het diepe te springen. Ik ben snel verveeld.

Van wie heeft u het meeste geleerd?

Van mijn voorgangster José Rozenbroek. Ze heeft me geleerd hoe je bladen maakt en leiding geeft. En bovenal: dat er altijd weer een volgend nummer is.

Wat is uw grootste ondeugd?

Ik ben altijd te laat. Mijn ouders ook, dus ik heb nooit geleerd om op tijd te komen. In de modewereld is het gelukkig heel normaal om te laat te zijn.

Wanneer was u het gelukkigst?

Na de bevalling van mijn dochter. De eerste bevalling was een hel; mijn zoon is er met grof geweld uit getrokken. Maar de tweede ging precies volgens het boekje. Ik was zo trots op mezelf.

Welke eigenschap waardeert u in een vrouw?

Mannelijkheid. Een vrouw moet niet zeuren, tegen een stootje kunnen, geen lange tenen hebben. Ik houd van vrouwen met ruggengraat met wie je de oorlog in kunt.


Welke eigenschap waardeert u in een man?

En man moet slim en welbespraakt zijn. En ook grappig en galant graag.

Als u iets aan uzelf kon veranderen, wat zou dat dan zijn?

Ik zou iets minder verwend willen zijn. Het is me allemaal makkelijk afgegaan: carrière maken, man ontmoeten, kinderen krijgen. Daardoor heb ik niet veel veerkracht. Tegenslag maakt je sterker.

Hoe ontspant u zich?

In een café zitten met een grote fles wijn, ouwehoeren en lachen. En verder kan ik hartstochtelijk uitslapen.

Wat beschouwt u als uw grootste mislukking?

Dat ik twee keer ben genomineerd als hoofdredacteur van het jaar en het twee keer niet ben geworden. Dat is voor een streber als ik moeilijk te verteren.

Van wie houdt u het meest?

Van mijn kinderen.

Waaraan bent u het meeste gehecht?

Aan mijn schoenen. Ik heb honderd paar hoge hakken. Ik besteed er een vermogen aan en ben heel kritisch. Bepaalde hakken, leesten, kleuren en materialen vallen onverbiddelijk af. Die hoge hakken geven me het gezag en de status die ik nodig heb voor mijn werk.

Welk leed heeft u anderen berokkend?

Ik heb mensen ontslagen, contracten niet verlengd, illusies ontnomen, harten gebroken. Dat was nooit om die mensen te kwetsen, maar daar hebben ze niets aan.

Wat is de beste plek om te wonen?

Maastricht. Lekker eten en goed winkelen. Je staat zó op de Sint-Pietersberg en binnen een kwartier ben je in België. Pijnlijk dat ze een campagne moeten voeren om mensen naar Zuid-Limburg te trekken.


Hoe is ongeluk te vermijden?

Door mij niet op de snelweg te laten rijden.

Wat is uw devies?

Niet zeuren. Kalm blijven. Doorgaan.