Spring naar de content

Crisisburgemeester

De burgemeester van Utrecht, Aleid Wolfsen, komt steeds ongelukkig in het nieuws. Probeert hij geen publicaties in de pers tegen te houden, dan gaat het wel over burgers die worden weggepest of hinderlijke Roma.

Gepubliceerd op:
Geschreven door: Bas Paternotte

‘Wie het ook wordt, hij begint nu al met een achterstand. Dat is niet goed,” zegt een CDA-raadslid in oktober 2007 tegen een verslaggever. Een dag eerder, op woensdag 10 oktober, heeft de bevolking van Utrecht een burgemeestersreferendum gehad. Er viel te kiezen tussen PvdA-Kamerlid Aleid Wolfsen en Ralph Pans, directievoorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en óók PvdA’er. Het referendum wordt een sof. Slechts 9,4 procent – 20.212 stembiljetten worden ingevuld – van de stemgerechtigde Utrechters maakte de gang naar de stembus.

“Inderdaad, dat is niet zo veel,” zegt een zichtbaar teleurgestelde burgemeester Annie Brouwer tijdens de bekendmaking van de uitslag op het stadhuis. Omdat de opkomst onder de dertig procent lag, wordt de volksraadpleging ongeldig verklaard. Pans noemt het in een reactie ‘een nachtmerrie voor de democratie’. “De Utrechters hebben gestemd tegen het referendum.”

Pans haalt een jaar later zijn gram in zijn boek De slag om de Domstad. Hij voelde zich misleid, schrijft hij, hij had nooit verwacht het in het referendum te moeten opnemen tegen nóg een PvdA’er. PvdA-strateeg Jacques Monasch had hem al gewaarschuwd: “Snel handelen is geboden, anders komen jullie beiden in een heel lastige positie. Dit gaat men namelijk niet of nauwelijks accepteren.”

Pans probeert het referendum open te breken door meer kandidaten toe te voegen; de gemeenteraad wil daar niets van weten. Kiezers zullen het ‘altijd als onbevredigend’ ervaren dat ze uit slechts twee kandidaten uit hetzelfde nest kunnen kiezen, concludeert Pans in zijn boek.

Maar voor Aleid Wolfsen is er geen vuiltje aan de lucht. Hij zegt ‘buitengewoon dankbaar’ te zijn dat hij 60,7 procent van de stemmen heeft gekregen.


Aleid Wolfsen (Kampen, 1960) is een geboren jurist. Zijn studie rechten combineert hij met een dienstverband bij de rechtbank in Zwolle, waar hij van 1979 tot 1995 werkt. Daarna is hij drie jaar op het ministerie van Justitie, als hoofd van de afdeling juridische zaken en beleid van de directie rechtspleging. Politieke ervaring doet hij in die periode op als raadslid in het Gelderse Oldebroek. In 1998 wordt hij rechter in Amsterdam, in 2001 vicepresident van de rechtbank in Haarlem.

De politiek trekt: in het roerige jaar 2002 wordt hij Kamerlid en krijgt de belangrijke portefeuille Justitie. Met de VVD neemt hij in 2005 het initiatief voor het Parlementair onderzoek tbs-stelsel. Hij slecht partijpolitieke grenzen; met LPF’er Joost Eerdmans dient hij een wetsvoorstel in om dierenmishandeling zwaarder te bestraffen.

Wolfsen wordt alom gewaardeerd, zo blijkt. In 2006 probeert Peter van Heemst (PvdA), dan raadslid in Rotterdam, hem naar die stad te halen als wethouder Veiligheid. “Hij was met geen tien paarden over te halen te komen. Aleid was in mijn ogen de enige die het inhoudelijk tegen Opstelten had kunnen opnemen,” zegt Van Heemst nu. Twee jaar later vertrekt Wolfsen wel uit de Kamer. Hij wordt burgemeester in de Domstad, met een onberispelijk blazoen.

Bijna anderhalf jaar doet hij het prima. Dan beginnen de affaires en de schandalen. Steeds zijn het conflicten met de media en angst voor reputatieschade.

In april 2009 ontbrandt de eerste kwestie. Na zijn aantreden huurt Wolfsen een huis tot hij een definitieve woning heeft gevonden. Volgens emeritus hoogleraar bestuursrecht Twan Tak is er iets mis met de vergoeding van die huurwoning. De burgemeester had de 17.000 huur euro niet mogen declareren, vindt hij.


Freelance journalist Wouter de Heus schrijft een verhaal over Tak en legt dat aan de burgemeester voor. Wolfsen is ontstemd, voelt zich in zijn integriteit aangetast, en besluit te bellen met de hoofdredacteur én uitgever van Ons Utrecht, een lokale krant. Hij wil niet dat het artikel gepubliceerd wordt, ondanks het wederhoor dat de krant heeft toegepast. Bij hoofdredacteur Robert-Jan van der Horst vangt Wolfsen bot, maar uitgever Holland Combinatie – onderdeel van de Telegraaf Media Groep – beslist anders. Het verhaal moet uit de krant, op het laatste moment. 122.000 exemplaren verdwijnen in de vernietiger.

Wolfsen oefent ook druk uit op het AD/Utrechts Nieuwsblad. Hoofdredacteur Arjeh Kalmann houdt het verhaal uit de krant. Eind mei kost dat Kalmann de kop, algemeen AD-hoofdredacteur Jan Bonjer zegt hem na een ‘interne reconstructie’ de wacht aan. In augustus 2009 zegt het Openbaar Ministerie geen heil te zien in een strafrechtelijk onderzoek. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zei trouwens al eerder dat Wolfsen met zijn huurdeclaratie volgens de regels had gehandeld.

Wolfsen overleeft het spoeddebat in de Utrechtse raad. Wel gaat hij diep door het stof en biedt zijn excuses aan. Persvrijheid en integriteit ziet hij als kernwaarden van de democratie. “Als ik de indruk heb gewekt dat ik iets wil afdoen aan die waarden, dan spijt het me zeer.” De raad neemt genoegen met de uitleg van de burgemeester.

Wolfsen laat de zaak niet rusten. In juli zegt hij in een interview in de Volkskrant dat de media zich te veel richten op affaires rond bestuurders en politici. “Er wordt de suggestie gewekt van: men doet maar. Ik vind dat niet goed voor het openbaar bestuur, zo’n sfeer van bestuurders-bashing.”


Zijn uitspraken krijgen geen vervolg, maar na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 besluit het nieuwe college dat het beter is dat een D66-wethouder de portefeuille Communicatie op zich neemt. Wolfsen mag zich niet meer bemoeien met de perscontacten.

Daar trekt hij zich weinig van aan. De auteur van dit artikel ontvangt datzelfde jaar op dinsdag 15 juni om 20.16 uur een mail van Maud Bredero, woordvoerder van Wolfsen. Ze vindt de artikelen in HP/De Tijd’altijd zeldzaam negatief over Utrecht ende onderwerpen nooit voorzien van enige wederhoor’. Ze vraagt zich af of ‘de lezers zich goed bediend voelen door zoveel vooringenomenheid’. HP deed slechts naar eer en geweten verslag van Wolfsens wederwaardigheden.

Vooringenomen of niet, in november 2010 beginnen Wolfsens oud-collega’s in Den Haag zich ook te roeren. Aanleiding is een homostel dat is weggepest uit de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. Gemeente, politie en Openbaar Ministerie blijken forse steken te hebben laten vallen, vindt later ook de rechtbank in Arnhem waar de twee een zaak hebben aangespannen. Later komen nog meer gevallen van weggepeste homo’s aan het licht. aan het licht.

Wolfsen krijgt nu voor het eerst zware kritiek van zijn eigen achterban. In een profiel in dagblad De Pers zegt Hans Spekman – dan nog Kamerlid – dat hij het optreden van Wolfsen tegen homogeweld ‘labbekakkerig’ vindt. Volgens hem moet ‘de knop worden omgezet in het hoofd van Aleid Wolfsen, de gemeente én de politie’. “Er gebeurt iets wat in potentie heel gevaarlijk is, namelijk dat iemand wordt uitgekotst in een bepaalde buurt of straat.”

De kritiek van Spekman is pijnlijk. In oktober 2007 steunt hij nog de kandidatuur van Wolfsen als burgemeester. “Ik vind Aleid ontzettend goed. In mijn ogen past Aleid uitstekend bij de stad Utrecht,” zegt hij in een campagnefilmpje. Ook Kamerlid Ahmed Marcouch spuit zijn kritiek in het dagblad. “De daders moeten achter slot en grendel, niet de slachtoffers.”


Wolfsen besluit zijn critici in het openbaar te pareren. Volgens hem is het verwijt van Spekman ‘objectief gezien onjuist’. Hij benadrukt in de wijk te zijn geweest en vindt dat de politie ‘heeft gedaan wat kon’.

Wederom gaat er tijdens het voorbereiden van het profiel in de krant een telefoontje van het stadhuis naar de hoofdredacteur. Die weet echter van geen wijken. Negen maanden later volgt een debat in de Utrechtse gemeenteraad over de kwestie. Na een vergadering op donderdag 8 september 2011 die tot diep in de nacht duurt, krijgt Wolfsen een motie van treurnis (een heel milde motie van wantrouwen) aan zijn broek. Tijdens een uren durende schorsing hangt het lot van de burgemeester aan een zijden draadje. Met name coalitiepartner D66 is woedend dat Wolfsen niet ingaat op zijn fouten maar de nadruk legt op wat wel goed is gegaan.

Het wordt 2012. In februari is het weer raak. De Roma-familie Nicolich bewoont twee jaar lang een villa in De Meern. Met de gemeente zijn duidelijke afspraken gemaakt. De zigeuners mogen geen overlast veroorzaken en per 1 januari moeten ze vervangende woonruimte hebben. Maar de familie zorgt wel degelijk voor overlast, en het college licht de gemeenteraad daar niet volledig over in.

Wéér volgt een nachtelijk debat. En weer krijgt Wolfsen een motie van wantrouwen aan zijn broek. VVD, SP en Leefbaar Utrecht willen van de burgemeester af. De collegepartijen GroenLinks, PvdA en D66 steunen wel een motie van ‘ongenoegen’ maar willen de positie van de burgemeester niet op het spel zetten en houden hem in het zadel.

De rode lijn in deze affaires is dat Aleid Wolfsen zijn reputatie boven die van de stad Utrecht stelt. Hoe zijn anders de telefoontjes naar verschillende hoofdredacties te verklaren? Wat begon met de schoffering van een lokaal huis-aan-huisblad, blijkt een patroon. De hoofdredacteuren van De Pers en het AD kregen eenzelfde behandeling.


Wolfsen opereert als burgemeester uitermate onhandig, met negatieve publiciteit tot gevolg. Kritiek pareert hij door te wijzen op zaken die wel goed gaan, wat leidt tot irritatie bij zijn coalitiepartners.

De paradox is dat diezelfde partijen het voortbestaan van het college aan het lot van de burgemeester hebben gekoppeld. PvdA-partijleider Diederik Samsom zegt begin maart tijdens een bijeenkomst in een Utrechts café dat hij zich niet kan voorstellen dat Wolfsen een tweede termijn als burgemeester zal krijgen. Wolfsen zelf heeft het gevoel dat Barbertje moet hangen, getuige zijn uitspraak over bestuurders-bashing. Maar hij heeft toch echt zelf zijn hoofd in de strop gelegd.

Een aantal in Utrecht woonachtige journalisten komt sinds eind vorig jaar regelmatig bij elkaar om te praten over de staat van de stad Utrecht. Initiatiefnemer Roger Vleugels – specialist in de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) en werkzaam voor verschillende media – staat aan de wieg van het Korte Koe Verbond – genoemd naar het adres waar de bijeenkomsten plaatsvinden. Journalisten van onder meer De Pers, RTL Nieuws en het AD nemen eraan deel.

Een journalistencollectief om Aleid Wolfsen dwars te zitten?

Vleugels: “Wolfsen heeft een communicatieprobleem. Hij is een dossiertijger, geen bestuurder. In contacten met mensen, laat staan de pers, is hij niet goed. Maar de problemen in Utrecht zijn ouder dan Wolfsen. De gemeenteraad krijgt het bestuur dat ze verdient, en de bijbehorende journalistiek. Alle drie zijn middelmatig. Dit speelt al decennia; Aleid Wolfsen is niet de enige oorzaak. We willen kijken of we daar verandering in kunnen brengen.”

Utrecht, de middelmatige stad.


“De stad voelt zichzelf een tafellaken, maar is een servetje. De kwaliteit van de gemeenteraad tast de legitimiteit van het stadsbestuur aan. De pers houdt dat te weinig in de gaten. Wolfsen is een matig bestuurder. Vervolgens spreekt de gemeenteraad te weinig duidelijke taal. Over elke affaire wordt eindeloos gedebatteerd maar er worden nooit knopen doorgehakt. Het is een beschamende vertoning, ze laten Wolfsen en zijn collega’s voortdurend bungelen.”

Noemt u eens een voorbeeld.

“Enkele jaren terug hadden we de rellen in Ondiep. Die verrasten iedereen. Terwijl het al dertig jaar broeit in die wijk, sinds het verdwijnen van de metaalindustrie uit Utrecht. De bewoners liepen daar al die tijd met de ziel onder de arm, pers en politiek wisten dat niet. Of neem de kwestie met de Roma-familie. Ze hielden zich niet aan de afspraken, de gemeente hield hen daar ook niet aan en opeens ontplofte het. De zelfbenoemde waakhond van de democratie sliep ook, tot de kwestie in de gemeenteraad tot ontploffing kwam.”

En nu?

“We barsten van de onderwerpen. Het stationsgebied dat nu wordt ontwikkeld bijvoorbeeld. De gemeente had ooit een stroppenpot van 100 miljoen euro waar de bouwpartners aan zouden meebetalen. Dat is nooit gebeurd. Waar is die honderd miljoen gebleven? Niemand weet het. Daar duiken wij dus in.”

De publicaties van het Korte Koe Verbond staan vanaf volgende maand op www.dnu.nu.

Bram Peper was zestien jaar burgemeester van Rotterdam en mag deskundig heten op het gebied van stadsbestuur.

Wat denkt u, is Wolfsen de juiste man op de juiste plek?


“Ik heb nooit begrepen waarom niet gekozen is voor Ralph Pans. Die man is twee keer burgemeester geweest, secretaris-generaal van het ministerie van Verkeer, directievoorzitter van de VNG. Een visueel gehandicapte kan van een kilometer afstand zien dat Pans een betere bestuurder is. Zonde.”

Is Wolfsen ongeschikt al burgemeester?

“Wat vermoedelijk meespeelt, is dat hij niet gewend is aan tegenspraak. Hij was rechter, werd daarna justitiespecialist in de Kamer. Als justitiewoordvoerder heb je je eigen winkeltje, en hij was een zwaargewicht. Wolfsen is een product van het besloten weefsel van de rechterlijke macht. Ik vermoed dat hij zijn ervaringen met dat winkeltje verwart met wat het burgemeesterschap nu werkelijk inhoudt. De rol van burgemeester is een andere.”

Dus?

“Alleen een wonderkind zou in één keer een goede burgemeester zijn. Maar hier zie ik een vriendelijk lachende en onbesmette jurist tegenover het rauwe bestuursleven. Dat maakt hem kwetsbaar. Als burgemeester ben je afhankelijk van de gemeenteraad en de stemming van het volk. En die laatste kan nog weleens wisselen. Een burgemeester mag fouten maken, maar ze moeten niet te groot zijn. De bevolking verwacht van een burgemeester ook een zekere stevigheid. En dat hij er op de beslissende momenten is.”

Diederik Samsom heeft gezegd dat Wolfsen beter geen tweede termijn als burgemeester kan ambiëren in 2014. Wat denk u?

“Wolfsen lijkt mij een geschikte herintreder voor de rechterlijke macht.”

Vincent Oldenborg is fractievoorzitter van Stadspartij Leefbaar Utrecht, raadslid sinds 2001 en de nestor van de Utrechtse gemeenteraad. Volgens hem houden de coalitiepartijen en de burgemeester elkaar in een ‘wurggreep’.


Waarom zit Wolfsen er nog?

“Oorspronkelijk was de burgemeester de zetbaas van de koningin. Denk aan verheven ideeën als dat de burgervader boven alle partijen staat. In Utrecht is Wolfsen echter volledig onderdeel van de politiek. Hij bindt zich zeer aan het college, en minder aan de raad. Terwijl hij natuurlijk ook voorzitter is van de gemeenteraad.”

Dat gaat lekker met het dualisme in Utrecht.

“Het college houdt zichzelf in een wurggreep. Er heerst een sfeer van: als je aan de burgemeester komt, kom je aan ons en dus aan het coalitieakkoord. Ik begrijp dat wel, er ontstaat natuurlijk wederzijdse affiniteit in zo’n coalitie. Maar met dualisme heeft het weinig te maken. Zorgelijker is dat Wolfsen zich dat laat aanleunen. Hij kan niet meer volhouden dat hij burgemeester van de héle raad is.”

Wolfsen gaat niet weg lijkt het, ondanks uw inspanningen en die van uw collega’s.

“Die kans acht ik niet groot. Begin volgend jaar start de procedure voor het herbenoemen van de burgemeester, de kans is klein dat Wolfsen die tweede termijn gaat krijgen. Het ligt het meest voor de hand dat er een nieuwe baan voor hem wordt gevonden. Dan kan hij met opgeheven hoofd vertrekken.”

Waarom opereert hij zo onhandig?

“Hij snapt het gewoon niet. Je hebt het of je hebt het niet, dat is niet leren. Er is werkelijk niemand in de gemeenteraad die hem wil afbranden. Maar Aleid Wolfsen heeft een structureel probleem met communiceren. In het geval van de weggepeste homo’s is het niet meer dan normaal om menselijkheid te tonen. En je mag dan ook wel stevig uit de hoek komen, zeggen dat je het gewoonweg niet neemt. Wanneer Wolfsen kritiek krijgt, heeft hij de neiging je te overtuigen met alle dingen die hij wél goed doet. Dat helpt niet. Zeg gewoon: ‘Ik heb het verkeerd gezien, fout gedaan.’ Een goede burgemeester gaat naast de burger staan en toont zijn boosheid. Dat is nooit gebeurd.”