Spring naar de content

‘Het geluid is het ergste’

Iemand moet het doen: de foto’s en filmpjes van misbruikte kinderen bekijken in de hoop slachtoffers en daders te vinden. Het meest ervaren kinderpornoteam van de politie zit in Hengelo. HP/De Tijd mocht bij uitzondering drie dagen meedraaien. ‘Als het je niet meer raakt, moet je ophouden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Mark Traa

Als rechercheur Felix (53) zich op zijn werk een halve slag draait, kan hij een blik werpen door het raam. Hij ziet dan een lagere school, waar in de pauze tientallen jonge kinderen onbezorgd spelen op het plein. Aan het einde van de middag staat er een groep ouders bij het hek om ze op te halen.

Als hij zich terugdraait naar zijn computerscherm, ziet Felix kinderen die voor het oog van de camera seksueel worden misbruikt, niet zelden door hun eigen ouders.

Het is niet dat er vandaag toevallig ergens een filmpje is gevonden: dag in, dag uit wordt een niet aflatende stortvloed van beelden ter analyse langs Felix en zijn collega’s geleid. Want dat is hun vak. Miljoenen foto’s en filmpjes zijn er inmiddels voorbijgetrokken aan het in 1996 opgerichte kinderpornoteam van de regio Twente, IJsselland en Noordoost-Gelderland, dat is gehuisvest in het politiebureau van Hengelo. Kinderen die naakt poseren, kinderen die masturberen, die seks hebben met elkaar, met volwassenen, met dieren. Elke begrenzing van de bruutheid, elke limiet aan het voorstelbare lijkt zoek. Felix: “Bedenk iets, maak het tien keer erger, en wij hebben er dan ook nog beeld bij.”

Er zullen niet veel werkplekken zijn waar medewerkers op hun ene beeldscherm een zonnige vakantiefoto als achtergrond hebben staan, terwijl op het andere twee tienerjongens anale seks hebben. Of waar je een collega al telefonerend hoort zeggen: “Ik heb hier het jongetje dat helemaal naakt ligt met rechts in de hoek een Pokémon-knuffel.” Of waar een medewerker binnenkomt, een externe harde schijf geeft aan een collega en bijna terloops meedeelt: “Alsjeblieft, hier staan bestialiteiten op.” En dat die collega die dan doodgemoedereerd aanpakt en zijn koffie verder opdrinkt. Er zullen ook niet veel werkplekken zijn waar iemand doodleuk verkondigt dat hij zich eigenlijk best kan voorstellen dat een eenzame boerenjongen voor zijn gerief eens gebruikmaakt van de zuigreflex van een jong kalfje. Maar het moet gezegd: dát kwam Gerrit (55) dan ook te staan op een vermanende uitroep van een collega. Overigens niet vanwege het onderwerp maar om het tijdstip: tien over acht ‘s ochtends.


Nee, een alledaagse kantoortuin is het niet, de microkosmos die de zeven ervaren kinderpornorechercheurs in Hengelo met elkaar hebben gecreëerd. Zo brandt er overal kerstverlichting. Een deprimerende omgeving zou het kijken naar deprimerende beelden immers alleen maar erger maken. Deprimerende collega’s trouwens ook. De grappen en grollen zijn daarom niet van de lucht. Of de verslaggever misschien een moord wil beschrijven, vraagt een rechercheur. En dat die dan een collega naar de keel grijpt. Dat soort werk. O ja, en alles met een vette Twentse tongval. Die humor te midden van alle ellende moeten we niet verkeerd opvatten, had het afdelingshoofd Henk Gerritsen (59) tevoren al gezegd: zo wordt het ondraaglijke wat draaglijker gemaakt.

En dus gaat het gewoon over FC Twente, reorganisaties en de voetbalvakantie van Ab (58) naar Madrid. Maar diezelfde Ab zit twee minuten later wel naar een amateurfilmpje te kijken waarin een volwassen man in een douchecel het piemeltje van een kleuter in zijn mond neemt. We horen de stem van de man: het jongetje wordt aangemoedigd hem vooral zijn gang te laten gaan. Alles wat dader en slachtoffer zeggen, is door Ab al letterlijk op papier gezet. Het filmpje maakt meteen duidelijk hoe de rechercheurs te werk gaan.

“Kijk hier,” zegt Ab. Hij zet het filmpje stil en wijst op de rand van een zwart rubberen matje dat nét zichtbaar naast de douchecel ligt. Ernaast zien we ook een vaag stukje blauw.

“En kijk nu hier.” Ab haalt een foto tevoorschijn die tijdens een huiszoeking bij de man thuis is gemaakt. We zien de badkamer. Mét de rubbermat naast de douchecel en een blauw matje dat bij het toilet blijkt te liggen. Dat zijn de triomfen die hier worden gevierd: de verdachte kan onmogelijk nog volhouden dat hij niets van het misbruik wist; kennelijk heeft het bij hem thuis plaatsgevonden.


Dit ‘beeldrechercheren’ met materiaal dat door de digitale recherche van pc’s, laptops, telefoons en camera’s is afgehaald, is in Hengelo de kern van het werk. De meest onwaarschijnlijke details op en rond de lichamen van dader en slachtoffer kunnen een sprong vooruit in het onderzoek betekenen. Het gaat om de kleur en de textuur van gordijnen en vloerbedekking, om de nerven in het hout van bureaus, om speelgoed en kussens. Felix zou je dolblij kunnen maken met een doorzoekbare database van alle typen kranen en verwarmingsradiatoren – typische objecten die steeds weer opduiken in het decor van de beelden. “In het begin zie je vooral de lichamen,” zegt Jacqueline (39), “maar er komt een moment dat je meer gaat letten op de omgeving. Op schilderijtjes en andere dingen die we tijdens een huiszoeking hebben gefotografeerd.”

Een huiszoeking is dé gelegenheid om de eigen antennes te beproeven. Felix: “Zodra we ergens binnenkomen, weten we of er een pedo woont of niet. Heus waar. Er is ons vaak gevraagd om dat eens onder woorden te brengen, maar dat kunnen we niet. Het is een voorgevoel dat eigenlijk altijd klopt.” Soms zijn er wel minder vage aanwijzingen, zoals een ouderslaapkamer die sterk op kinderen is gericht, omdat er bijvoorbeeld spelletjes liggen. Het is geen bewijs, maar het is wel verdacht. Ab: “En als je weet dat iemand ongetrouwd is, zelf geen kinderen of neefjes of nichtjes heeft en er toch foto’s van kinderen aan de muur hangen, dan gaan er ook alarmbellen af.” Nog zo’n aanwijzing: kinderpornoverzamelaars verzamelen bijna altijd ook andere, onschuldige objecten. Dat kan van alles zijn: munten, postzegels. En vreemd genoeg worden er opvallend vaak dvd’s en ander materiaal van Star Wars en Star Trek aangetroffen – een verschijnsel dat ook elders in de wereld is gesignaleerd. Het is gissen naar de reden. “Misschien dat ze de behoefte voelen zich in te leven in een andere wereld,” suggereert Gerrit. Ab: “Ik heb er trouwens moeite mee om het woord ‘verzamelaar’ te gebruiken wanneer het om kinderporno gaat. Gewoon, omdat het bagatelliserend klinkt. Het zijn mensen met honderdduizenden foto’s.”


Elke aanvechting om ernst en omvang van kinderporno te bagatelliseren vergaat je snel bij een blik op de beeldschermen in Hengelo. Even ademhalen maar. Felix toont een filmpje dat de kijker instructies geeft, in de vorm van een powerpointpresentatie, hoe een kind kan worden misbruikt. “Zorg dat u veel glijmiddel heeft,” is de eerste sinistere tip. “Als je met het poesje van je dochter speelt, zal het een poos rood kleuren,” is een andere. We zien foto’s van kaarsen en markeerstiften in de nog amper ontwikkelde vagina’s van peutermeisjes. “Al wanneer ze vijf jaar oud zijn, zullen de meeste meisjes de gehele markeerstift in hun poesje kunnen krijgen” luidt de begeleidende tekst. Felix: “Zodra we dit bij iemand vinden, denken we: oké, er is ongetwijfeld meer.”

Eén voorbeeld van dat ‘meer’. Felix start een filmpje. We zijn in een badkamer. Een jongetje van hooguit één jaar oud wordt door een slechts ten dele zichtbare man van zijn kleertjes ontdaan. Dat begint met de tederheid waarmee ouders hun kind gewoonlijk ontkleden. Maar al snel is het geduld van de man op. Het jongetje, inmiddels naakt, wordt ruw vastgepakt en zonder pardon op zijn buik op een tafel geduwd. Zijn armpjes worden hardhandig gespreid en vastgebonden. Hij kan geen kant meer op. Het kind gilt het uit. Even later zien we dat de man zich boven hem aftrekt. Dan stopt Felix het filmpje. “Ik zal je de penetratie besparen,” zegt hij.

Het zijn beelden van een onwaarschijnlijke bruutheid – de nachtmerrie van iedere ouder. Wat meteen opvalt: het geluid. Het ijzingwekkende geluid van een huilend kind. Het gaat door merg en been. “Het geluid, dat is misschien wel het ergste,” zegt Felix, die zelf ook betrokken was bij het onderzoek naar Robert M. “Dat vinden pedo’s zelf trouwens ook. Een huilend kind past niet in hun beleving: volgens hen willen de kinderen het immers zelf. Ze zetten er vaak muziek overheen, Mantovani of zo. Ik zag ooit hoe een meisje van veertien werd verkracht. Je hoorde alleen stevige Latijns-Amerikaanse muziek, die alles overstemde. Dat kan ik sindsdien dus niet meer verdragen.”


Al zijn collega’s zeggen het hem na: het geluid is het ergste. Als het even kan, wordt het uitgezet. Oók lastig, al klinkt dat misschien vreemd: beelden van slachtoffertjes in normale situaties. Ab toont een reeks foto’s van twee stellen met hun kinderen in de dierentuin. Het zijn kiekjes zoals we ze allemaal zouden maken: vrolijke jongetjes en meisjes, poserend met olifanten en giraffen op de achtergrond. Maar diezelfde kinderen werden in diezelfde periode door hun ouders misbruikt, vertelden ze tegen rechercheur Gerrie (47), die in kinderverhoren is gespecialiseerd. Met die wetenschap kun je alleen nog met koude rillingen en verontwaardiging naar de blije dierentuinfoto’s kijken. “Onze regel is dat degene die het onderzoek deed en dus alle beelden analyseerde, niet ook de verhoren afneemt,” aldus Gerrit.

Zaken waarbij slachtoffers of daders kunnen worden opgespoord, hebben voorrang boven downloaders van kinderporno van wie er geen aanwijzingen zijn dat ze zelf kinderen hebben betast. Hun in beslag genomen materiaal moet echter wel worden bekeken – en dan bedoelen we ál het materiaal waarop mogelijkerwijs iets te zien zou kunnen zijn. Boodschappenkratten vol videobanden – we zien Porky Pig en Lady en de Vagebond liggen – staan gereed om in een hoek van het kantoor versneld te worden afgespeeld op zes televisieschermen tegelijk. In diezelfde hoek draait Jacqueline op een ratelende projector achtmillimeterfilms af die behoorden aan een oudere man die al enige tijd in voorarrest zit. Het zijn vakantiefilmpjes uit de jaren zestig: we zien tergend traag gefilmde beelden uit Noord-Afrika. Er staat vast niets belastends op, maar je weet het nooit. Jacqueline: “Ooit speelden we een National Geographic-video af. In het begin was het een mooie natuurfilm, tegen het einde begon de kinderporno.”


Met vele terabytes op de politieservers (in Hengelo staan er alleen al 42 miljoen plaatjes in het systeem) is het bekijken en beoordelen van gedownload materiaal een routineklus geworden. Maar het moet wél even gebeuren. Gelukkig kan dat op de computer heel efficiënt: een filmpje wordt in stukjes gehakt en die kunnen tegelijkertijd worden bekeken – versneld maar langzaam genoeg om te zien of er ongeoorloofd naakt op staat, dat vervolgens nader wordt beoordeeld. André (51) bekijkt zo een lange reeks filmpjes van tienerjongens met een Oost-Europees voorkomen. Hun leeftijd is niet altijd eenvoudig te schatten. André wijst op het scherm. “Je ziet dat het schaamhaar bij deze jongen al doorloopt naar de anus. Dat zegt iets over de leeftijd. We kijken ook naar andere lichaamsbeharing, naar tatoeages en naar de omvang van de torso. Maar het blijft lastig. Soms schat je een leeftijd op de ene dag iets anders in dan op de andere.” Alle beelden worden ook nog door een collega bekeken. Bij blijvende twijfel wordt beslist in het voordeel van de verdachte.

Ook hier geldt dat het onschuldige materiaal evengoed bruikbaar kan zijn. Tussen de eindeloze stroom beelden van knullen die elkaar met holle ogen bevredigen zit ook een normaal filmpje van twee mannen van middelbare leeftijd die elkaar lachend vastleggen op een terrasje, niet wetend dat hun computer vol kinderporno later in beslag zal worden genomen. Felix klikt met hoge snelheid door een lange reeks foto’s die een amateur-fotograaf maakte van zijn naakte echtgenote in de badkamer. Duidelijk materiaal dat alleen voor eigen consumptie is bedoeld, maar ja, het stond wel op dezelfde harde schijf als een serie zeer dubieuze kinderfoto’s. “Kijk,” zegt hij, wijzend op de ontklede dame, “zó dicht dringen we door in iemands wereld.”


De wereld van de verdachte stort dus als een kaartenhuis ineen op het moment dat de politie bij hem – het is bijna altijd een hij – binnenvalt. Felix: “Kort voor een huiszoeking lopen we langs de woning. Laatst zagen we daar de man des huizes op de bank zitten, televisie kijkend, zijn kinderen vredig tegen zich aan. Ook zijn vrouw zat erbij. Je weet dan dat zo’n gezin vijf minuten later naar de kloten is. Toch ga je naar binnen, want die vader gaat misschien dezelfde avond nog het slaapkamertje van de kinderen in. We staan dan in één klap met vijf man bij die mensen in de woonkamer. Er valt dan ter plekke een gezin uit elkaar. Als we zo’n vader moeten meenemen en zijn dochtertje van vijf komt de trap af lopen en zegt: ‘Dag papa,’ dan kijken we elkaar echt wel even aan.” Gerrit: “We zijn echte relatiebrekers.”

“Maar zo’n man is wel degene die het heeft veroorzaakt,” zegt Gerrie.

Gerrit: “Sommige verdachten zijn opgelucht dat ze worden aangehouden. Eindelijk kunnen ze dan met iemand praten over hun grootste geheim.”

Felix: “Alles is erop gericht kinderen uit hun situatie te trekken. Dit jaar hebben we al negen kinderen kunnen redden. Vorig jaar waren het er in totaal tweeëntwintig, het jaar ervoor zevenentwintig.”

In Hengelo kijken ze er totaal niet meer van op wanneer een in beslag genomen computer een kwart miljoen kinderpornoplaatjes bevat: dat is namelijk zo ongeveer het gemiddelde. Dankzij in eigen huis ontwikkelde software hoeven niet al die beelden te worden bekeken, omdat de exemplaren die bij eerdere onderzoeken al zijn beoordeeld eruit worden gefilterd. Meestal blijft dan ongeveer de helft over. “De hoeveelheid kinderporno die we bij iemand aantreffen is voor ons van minder belang,” vertelt Edwin (47). “We kijken vooral naar de extreemheid, en of de beelden ook door de bezitter zelf zijn gemaakt en verspreid. Natuurlijk zijn we ons ervan bewust dat we slechts het topje van een enorme ijsberg zien. We zouden graag meer tijd en mensen hebben om verder de diepte in te gaan. De techniek is er wel. Er is veel restinformatie, er blijven veel spoortjes liggen.” Ab, zuinigjes: “Onze focus op de slachtoffers wordt niet door alle collega’s gedeeld.”


Daar worden ze niet vrolijk van in Hengelo, van de gedachte dat er altijd nog zo veel méér is. Wat kun je doen met 75 kinderpornorechercheurs in het hele land? Het moeten er twee keer zo veel worden, zo is voorzien, maar het Hengelose team zal naar verwachting niet worden verdubbeld. Op het prikbord hangt een foto waarop minister Opstelten van Veiligheid en Justitie te zien is te midden van de teamleden. Kinderporno geniet de hoogste prioriteit, zo heet het. Maar de praktijk van alledag is dat in beslag genomen computers en harde schijven vol kinderporno door rechercheurs in burgerauto’s heen en weer moeten worden gereden tussen Hengelo en de collega’s van de digitale recherche in Enschede – simpelweg omdat er geen geld is voor een dataverbinding.

Gemopperd wordt er vooral in de pauze – net als op elke werkplek. Op woensdag gaat het hele gezelschap kibbeling eten op de markt. Langer dan een paar uur achtereen kinderporno kijken is zelfs de meest doorgewinterde rechercheur te gortig. Tears on My Pillow klinkt uit de radio, wanneer het werk wordt hervat, maar dat valt niemand op. “We hebben er weer eentje!” roept Felix, die nog steeds zit te turen naar de opnamen van de amateur-fotograaf. Twee naakte meisjes in uitdagende poses waren al duidelijk op de beelden te zien. Maar Felix onderscheidt, half verscholen achter een van hen, een derde. Het beeld wordt uitvergroot en dan zien de toegesnelde collega’s het ook. De foto’s zijn bedrieglijk omdat er zichtbaar is nagedacht over compositie en belichting, iets wat de gemiddelde kinderpornomaker koud laat. Maar in wezen zien we hetzelfde: kleuters die niet met zuivere motieven – to put it mildly – naakt worden gefotografeerd. En bij Felix kom je er niet mee weg als je zegt dat je een naturistengezin bent. Hij vergroot het beeld en wijst op de gebruinde huid van de schouders en de heupen van de meisjes: daar zien we de vage contouren van een hemdje en een onderbroekje. “Die zijn dus niet gewend om alle dagen bloot te lopen.”


Er komt een moment dat de kinderen in kwestie zullen worden gehoord. Dat zou door Gerrie kunnen gebeuren, die daarvoor een nauwgezet protocol moet volgen. Ze toont een heel schema van mogelijke vragen die in een bepaalde volgorde moeten worden gesteld. “Ik sta er weleens van te kijken dat kinderen binnen een kwartier heel ontwapenend de meest verschrikkelijke dingen kunnen vertellen. Kinderen hebben nog geen referentiekader, ze denken dat iets normaal is. Iets afwijkends kunnen ze niet plaatsen. Een jongetje dat had gezien hoe zijn zusje werd misbruikt, zei: ‘Mijn hoofd snapt niet wat ik gezien heb.'”

De amateurfotograaf zal vast worden vervolgd. Dat ligt niet altijd zo gemakkelijk, blijkt wanneer een zedenrechercheur binnenkomt en een nieuw geval bespreekt: op de computer van een medewerker van een ideële organisatie (preciezer mogen we het hier niet omschrijven) is kinderporno gevonden. Maar: hij had geen eigen wachtwoord. Dat maakt voor de rechter dus weinig kans van slagen, had de gepolste officier van justitie gezegd – iedereen kan immers in die computer zijn gekomen. “Dan maar een boksopholdgesprek,” zegt de rechercheur. En dat is dan weer Twents voor een ‘broekophoudgesprek’, om de man in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk te maken dat er nu weliswaar geen zaak tegen hem komt, maar dat hij dit niet nog eens kan flikken.

Het moet gezegd: het is een tamelijk schizofrene werkomgeving, daar in Hengelo. Naast de beeldschermen waarop de hele dag kinderen worden misbruikt, staan de ingelijste foto’s van de gezinnen van de rechercheurs. Bijna allemaal hebben ze zelf kinderen. En allemaal zijn ze op een wonderlijke wijze in staat de twee werelden niet in elkaar te laten overlopen. Niemand zegt door het werk een donkerder mensbeeld te hebben gekregen. Ab: “Het is redelijk te doen wanneer je een goede werksfeer hebt en collega’s met wie je erover kunt praten. Als iemand hier ‘O god’ roept, staan er direct anderen omheen. Als iemand diep zucht, wordt dat meteen opgepikt. Natuurlijk is het verschrikkelijk, maar een collega van de verkeerspolitie die ergens net na een ongeluk arriveert, ziet óók verschrikkelijke dingen. Als het je niet meer raakt, moet je ophouden. Dat is voor mij de norm.”


Felix: “Mijn kinderen zijn inmiddels volwassen. Ik heb me, toen ze jonger waren en ik hier al werkte, afgevraagd of ik ook tot zoiets in staat zou zijn. Of ik ook zó zou kunnen worden. Het antwoord was nee.”

Jacqueline, moeder van een zoon van negen: “Ik probeer de gezichten, de emoties van de kinderen niet al te bewust te zien, maar vooral op de omgeving te letten, op details. En dat we hier echt iets doen om de slachtoffertjes te helpen is enorm motiverend. Daar doe ik het voor.” Dat zeggen de anderen haar na: het is uit te houden door het besef dat er kinderen worden gered.

Hét voorbeeld daarvan is een tienerjongen uit Almelo die in de jaren negentig werd gedrogeerd, mishandeld en misbruikt. Alles werd op videobanden vastgelegd. Spoedig circuleerden kopieën overal in het pedocircuit. Het leek onmogelijk de jongen op te sporen, en lange tijd werd gedacht dat hij dood was. De Amsterdamse politie kwam er jarenlang niet uit. Totdat de banden in Hengelo belandden en ze daar, vertelt Felix, op het idee kwamen om iemand met het signalement van de jongen niet onder mogelijke slachtoffers te zoeken, maar onder mensen die zelf al een strafblad hadden. Met zo’n rottig verleden was er immers een gerede kans dat de jongen inmiddels wat had uitgevreten. “En bingo,” zegt Felix. “Dat was onze doorbraak.”

De zaak van de Almelose jongen haalde door zijn omvang en gruwelijkheid veel publiciteit. Uit een kluis haalt Felix een kartonnen doos met daarin de originele videobanden. Liefhebbers zouden er een vermogen voor over hebben. Op de computer zien we huiveringwekkende fragmenten. Door het werk in Hengelo werden de daders opgepakt en kreeg het slachtoffer de broodnodige psychische hulp. “Meer motivatie heb je niet nodig,” aldus Felix.


Jaarlijks hebben de rechercheurs ook nog een gesprek met een psycholoog. Dat is fijn, maar iedereen is het erover eens dat je aan je collega’s meer hebt. Zij zijn immers de enigen die uit eigen ervaring weten hoe kinderporno bij je kan binnenkomen. Om die reden worden partners doorgaans ook onkundig gelaten van de details. “Ik wil mijn vriendin er niet mee belasten,” zegt André. “Als ik thuis zeg dat ik met een smerige zaak bezig ben, weet ze genoeg,” aldus Ab. En niemand zit te wachten op een kinderpornorechercheur die tijdens een verjaardagsfeestje vertelt wat hij nu weer op zijn werk heeft meegemaakt. De rechercheurs weten zich zodoende verenigd in een gesloten verbond van mensen die een inkijkje is gegund in wat André ‘het absolute afvoerputje’ van de maatschappij noemt. “Toen ik hier voor het eerst kwam, zag ik een filmpje van een baby die de penis van een man in zijn mond kreeg. Dat is toch echte waanzin, dacht ik. Daar heb ik wel echt even last van gehad, toen ik naar huis ging. Hoe kan iemand zó egoïstisch met zijn eigen gerief bezig zijn?”

De kinderpornobeelden worden zorgvuldig weggehouden van onbevoegde ogen. Vanaf de gang kan niemand een blik werpen op de beeldschermen: er staat een aquarium in de weg. Felix: “Vroeger grapten collega’s elders in het politiebureau wel eens dat we hier elke dag lekker porno zaten te kijken. Toen hebben we ze eens uitgenodigd. Ze hebben zelf blind een film uitgezocht die ze wilden bekijken. Dat bleek een homofilm te zijn waarin een jongetje anaal werd verkracht. Nou, binnen een minuut waren ze allemaal weg. Sindsdien horen we ze nooit meer.” Gerrit: “Soms komen er advocaten die een filmpje willen zien. Vaak zeggen ze na een paar minuten: ‘Hou maar op.’ Er zijn echt nog mensen die denken dat kinderporno een foto is van een bloot jongetje op het strand.”


Op verzoek van de betrokken rechercheurs zijn hun achternamen niet vermeld.