Spring naar de content

Is Rotterdam de oorlog vergeten?

Vandaag is het 72 jaar geleden dat Rotterdam werd gebombardeerd. Maar een dankwoord aan alle Rotterdammers die hun stad weer opbouwden, kan er niet komen. Waarom niet?Dit is het verhaal over een plan dat de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb ‘warm en sympathiek’ noemt. Dat uniek is in de wereld – een stad die kapot was, dankt alle inwoners die haar maakten tot wat ze vandaag is. En dat meer kan betekenen voor de integratie in multicultureel Rotterdam dan welk onderzoek van Tariq Ramadan of prachtboek van Paul Scheffer ook.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Poorthuis

Dat plan zal niet worden uitgevoerd. Wat u nu leest, is het verslag van een falende actievoerder.

Imagocampagne met 37 eisen
Het is januari 2004. Op het Rotterdamse reclamebureau waar ik werk komt een opdracht binnen van de gemeente Rotterdam. Ontwikkel een imagocampagne voor de stad die voldoet aan de volgende 37 eisen.

Die campagne komt er en krijgt als thema: Rotterdam durft. Einde verhaal? Nee, begin verhaal. Verborgen tussen alle eisen, doelstellingen en randvoorwaarden stuit ik op een intrigerende vraag. Wat kunnen we in Rotterdam doen om de band met de inwoners te versterken?

’s Avonds schiet me iets te binnen wat een kind had kunnen bedenken. Rotterdam is een oorlogskind maar de stad die kapot was, staat vandaag weer kaarsrecht overeind. Zou het niet mooi zijn om alle Rotterdammers te bedanken voor hun bijdrage aan de wederopbouw en de bloei van hun stad? Ja, alle mensen die na 14 mei 1940 in Rotterdam hebben gewoond. Tot en met vandaag zo’n drie miljoen.

Drie immense dukdalven in de Nieuwe Maas?
Omdat de gemeente beschikt over alle namen, kan het monumentale dankwoord ook persoonlijk zijn. Op het bureau schetsen we het idee al uit. Drie immense dukdalven (=grote palen in het water om een boot aan te meren) in de Nieuwe Maas, met een bord waarop staat ‘Rotterdam is gemaakt door:’.

Daaronder verschijnen alle namen in willekeurige volgorde, die tien seconden in beeld blijven. Elke voorbijganger kan met het versturen van een sms’je een Rotterdamse naam oproepen, waarna die binnen één minuut verschijnt. Ook die van zijn ouders of kinderen, van Coen Moulijn of Pim Fortuyn. Een gemeente dankt een gemeenschap, kan het sympathieker?

Het Rotterdamse college heeft een imagocampagne besteld, maar onze bijvangst willen we hen niet onthouden. De wethouders, van Leefbaar Rotterdam-, VVD- en CDA-huize,  reageren voorzichtig positief op het plan en ook burgemeester Opstelten is niet negatief. “Maar voor zo’n idee moeten jullie de bevolking mobiliseren. Als wij dit voorstellen, wekken we aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen de indruk onze populariteit te willen vergroten.”

Eind 2004 gaat de ‘Rotterdam Durft’-campagne van start maar over het plan voor een dankwoord aan de Rotterdammers komen geen geluiden meer uit het stadhuis.
Ja, een ingewijde wil me wel adviseren. “Voor zo’n plan met dukdalven in de rivier krijg je nooit toestemming. De rivier is heilig, zelfs Jeff Koons mocht er geen kunstwerk neerzetten.”

Eindelijk, een geluidje uit het stille stadhuis
Op zoek naar een andere locatie, ontmoet ik een medestander, de kunstproducent Jeroen Everaert. Hij stelt voor de Hef, de spoorbrug die het Noordereiland met Zuid verbindt, als drager te gebruiken. Geweldig. Je eigen inwoners dank je op de mooist denkbare plek van de stad, en een meer monumentale en Rotterdamse drager vinden we nooit meer voor wat we inmiddels het ‘Eerbetoon aan de Rotterdammers’ noemen.

Op de spoorbrug de Hef zouden de namen van de inwoners van Rotterdam één voor één worden getoond.

Pas eind 2008 komt er een geluidje uit het stille stadhuis. Ivo Opstelten vertrekt als burgemeester en op de Coolsingel is geopperd om hem bij zijn afscheid het Eerbetoon aan te bieden. Onze hoop is van korte duur, er zouden juridische bezwaren kleven aan ons plan.

Daarop zijn we voorbereid. Als de Gemeentelijke Basisadministratie ons geen persoonsgegevens mag leveren, zullen we Rotterdammers oproepen hun namen en die van (overleden) familieleden op te geven. Over het controleren van die gegevens overleggen we later zelfs met juristen van de gemeente; er mogen geen nep-namen op de Hef komen.

Tegenstanders melden zich ook. “Laat de Hef met rust. Weten jullie niet dat het een rijksmonument is?” We laten keurig weten dat iedereen andere locaties kan voorstellen, maar alternatieven horen we niet. De voorstanders vinden juist de oude en werkloze brug de ideale en meest symbolische drager voor onze monumentale aftiteling. En ja, dat de Hef één van de 52.000 rijksmonumenten in ons land is, weten we. Maar mag een rijksmonument geen andere functie krijgen? In hoeveel kerken zijn later geen architectenbureaus of supermarkten gevestigd?

Pleidooien om de ‘schroothoop’ op te ruimen
Juist op het punt van de Hef zal de gemeente ons later tegemoet komen. De brug vergt de komende jaren grote bedragen aan onderhoud en de eerste pleidooien om de ‘schroothoop’ op te ruimen, klinken weer op. Als het Eerbetoon de Hef een nieuwe functie geeft, kunnen die eerder verstommen. In oktober van 2009 spreek ik Marco Pastors, bij wie ik mijn ongeduld kwijt kan.

Een week later pleit hij namens Leefbaar Rotterdam in de gemeenteraad voor de realisatie van het Eerbetoon aan de Rotterdammers op de Hef. Maar van andere partijen krijgt hij geen steun, zelfs van de PvdA niet. Bekend van de verkiezingsleus ‘Iedereen telt mee’. Als we met het dankwoord aan alle Rotterdammers íets voelbaar willen maken is dat het wel.

Waarderende woorden zijn er wel van de tegenstemmers. Maar de  initiatiefnemers moeten eerst maar eens aantonen dat hun plan brede steun van de bevolking geniet. En zelf geld binnenhalen. Als de gemeente een gemeenschap wil bedanken, moet de gemeenschap dat kennelijk zelf organiseren.

Dat proberen we vol overtuiging. We hebben inmiddels een heuse stichting opgericht en een website vol foto-impressies van de Hef met namen erop.

We moeten opschieten, straks is vader overleden
Honderden steunbetuigingen stromen binnen, ook van islamitische organisaties, woningbouwverenigingen en de Erasmus Universiteit. “Wat kan iemand hier nou op tegen hebben?” vraagt iemand. Een ander meldt: “Ik verheug me nu al op het gezicht van mijn vader van 82 als hij straks zijn naam op de Hef ziet staan.” Ja, we moeten opschieten, straks is die vader overleden.

We benaderen bedrijven die zich wellicht verbonden voelen met Rotterdam maar vangen met name bot. Natuurlijk, we kunnen ook hun namen op de Hef laten verschijnen. Rotterdam is gemaakt door: Shell. Rotterdam is gemaakt door: Unilever. Ofschoon dat volkomen juist is, vinden we die milde vorm van commercialisering niet gepast. Bij een groot fonds hebben we meer succes; de eerste sponsor lijkt binnen.

We gaan langs bij raadsleden. En praten over de miljoenen die de stad uittrekt multiculturele beleidsnota’s, strategische integratie-visies, keynote sprekers en congressen over sociale cohesie. Waarop altijd wel iemand pleit voor het aangaan van de dialoog en het bij elkaar houden van de boel. Wie zijn wij om dat geld als ‘weggegooid’ te bestempelen? Maar zou het zien van de naam van je Turkse vader, je Marokkaanse moeder, je Antilliaanse oma of je Kaapverdiaanse opa, 50 meter breed en 8 meter hoog, veel mensen niet ook, of zelfs méér in hun hart raken?

We gaan naar de finale
In 2011 gloort er nieuwe hoop. Jos Verveen, D66-raadslid en medestander, weet hoeveel mooie plannen van burgers er stranden op de granieten treden voor het stadhuis en pleit  voor meer ruimte voor hun ideeën. Met succes. In augustus lanceert wethouder Korrie Louwes (o.a Participatie, D66) het Stadsinitiatief. De gemeente gaat, ondanks barre bezuinigingen, de komende vier jaar elk jaar vier miljoen beschikbaar stellen voor ideeën van Rotterdammers die het leven in de stad willen verrijken. Welk plan wordt gerealiseerd, bepaalt de bevolking via een stemming.

Wij melden ons ongeveer als eerste, ons plan ligt tenslotte al jaren klaar. Van de 93 ingediende plannen halen er vijf de finale, waaronder ons Eerbetoon, waarvoor we 1,3 miljoen aanvragen. Ofwel 1,3 ton per jaar, afgesproken is dat het 10 jaar blijft bestaan.
Tussen 1 en 12 maart 2012 kunnen alle Rotterdammers vanaf 12 jaar stemmen  op een van de vijf stadsinitiatieven. Bijna 8% van de stemgerechtigden doet dat.

En? Ons stadsinitiatief eindigt op de vierde plaats, terwijl alleen de winnaar voor gemeentelijke steun in aanmerking komt. De meeste stemmen gaan naar een plan om een houten luchtbrug te bouwen in het centrum van de stad, de Luchtsingel. Felicitaties! Behalve een kennelijk aansprekender idee met een hogere amusementswaarde hebben de initiatiefnemers ook een betere organisatie, meer vrijwilligers en meer geld voor promotie.

Het mag er niet van komen, althans, niet in Rotterdam
Eindigt hier ons plan? Ja. Als initiatiefnemers hebben we ongeveer alles geprobeerd om een stad tegen haar inwoners te laten zeggen: “Bedankt dat u hier was. Bedankt dat u hier bent. De stad zal u niet vergeten.” Tevergeefs. Een gemeente die ook warm en liefdevol is, die de mensen die haar weer opbouwden bedankt, die alle inwoners laat voelen dat hun aanwezigheid gewaardeerd wordt, die zich niet alleen met bekeuringen en belastingaanslagen bij burgers meldt maar ook met een persoonlijk dankwoord, het mag er niet van komen. Althans, niet in Rotterdam.

Kent u toevallig de burgemeester van Warschau, Coventry of Dresden, andere steden die na de oorlog moesten worden opgebouwd? Biedt u ons idee gerust aan.