Spring naar de content

Leve de huis- tuin- en keuken-seks!

Hoera, het mag weer: gewoon vrijen in een bed, onder de dekens. Met z’n tweeën. Na jaren van pornobombardementen in de media en wild experimenteren op vele locaties kunnen we weer normaal doen. Thuis. Een pleidooi voor huis-tuin-en-keukenseks.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pauline Bijster

“Wij zijn saai in bed, hoor,” zegt de jonge vrouw met een speelse blik in haar ogen vanachter haar biertje tegen me. “Gewoon op z’n missionaris.” Ze wil haar naam niet zeggen, alleen dat ze studeert aan de toneelacademie, en haar vriend ook. Gevraagd naar hoe hun seksleven werkelijk in elkaar zit, of wat ze het liefst doen, antwoorden veel mensen ongeveer hetzelfde. Simpele seks is favoriet. Seksuoloog Rik van Lunsen, hoofd Seksuologie van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, bevestigt dat: “Als je kijkt naar wat mensen daadwerkelijk doen in bed, heeft het overgrote deel een voorkeur voor de wat traditionelere seks. Dat is altijd al zo geweest en zal misschien wel altijd zo blijven.”

Een man vertelt waarom hij meer van vintage porno houdt dan van moderne: “De vrouwen hebben nog putjes in hun dijen. En het zijn geen meisjes die zestien lijken, het zijn vrouwen. En er zit een verhaallijn in. Daar deden ze vroeger nog moeite voor.” Hij is niet de enige met een voorkeur voor vintage porno. Seksblaadjes uit de jaren zeventig zijn bijna tot kunst verheven. Ze zijn naïef onschuldig. En schaamhaar te over; in vooruitstrevende kringen kan dat ook weer.

Perfect gephotoshopt
Recht-op-en-neerseks, seventiesfilmpjes, een ongeschoren schaamstreek: het zijn allemaal reacties op de ‘pornoficatie’ van onze samenleving. Door de seksuele revolutie en het overweldigende aanbod aan digitale porno komen we seks bijna dagelijks tegen in allerlei vormen. En het is gewelddadiger en bloter dan ooit tevoren. De vrouwen en mannen zijn perfect gephotoshopt, iedereen is ervaren. Al die harde, extreme en volleerde seks krijgt vele malen meer aandacht in de media dan dat wat de meeste mensen thuis het liefste doen: een beetje rustig aan wat hannesen. Met zijn tweeën. Vanilleseks dus.

Uit een recent onderzoek van de antropologen Joseph Henrich en Robert Boyd blijkt dat monogamie leidt tot een stabielere samenleving: monogame mensen verwaarlozen zichzelf minder en misbruiken en moorden ook minder. In het spraakmakende boek Ons betere ik – Waarom de mens steeds minder geweld gebruikt stelt de Canadees-Amerikaanse psycholoog Steven Pinker dat de seksuele vrijheid van de jaren zestig samenging met een ‘decivilisatieproces’: toen mensen in het eerste decennium van de seksuele revolutie hun lusten de vrije loop lieten, schoten de geweldscijfers omhoog. Zo veel mogelijk losse en wilde seks met zoveel mogelijk mensen was de norm. Vrouwen waren niet meer in de positie om monogame relaties te eisen, en monogamie is juist nodig voor het civilisatieproces. Toen de goegemeente in de jaren negentig weer wat preutser werd, daalden geweldscijfers ook weer.

Bang om te falen
We worden niet geboren met de perfecte skills in bed, en dat is meteen het grootste taboe op seksgebied. De norm is dat iedereen moet kunnen presteren en het ook nog elke keer geweldig moet vinden. Ja hoor! We hebben onszelf wijsgemaakt dat er iets verschrikkelijk mis is als we vrijen soms ongemakkelijk vinden of als het eens minder geweldig gaat. Slechts weinigen kunnen het perfect en hebben altijd zin, de rest is bang is om te falen. Bovendien is seks een zaak van (minstens) twee mensen. Als alle deelnemers tevreden willen zijn, moeten ze hun verlangens op één lijn brengen. Maar het is al jaren totaal uit de mode om vrijen te beschouwen als iets wat we gewoon moeten léren door het te doen, als iets waarvoor we onzekerheid moeten overwinnen, als iets waarover we kunnen praten.

“Vrouwen lijden onder de aanname dat ze altijd in staat moeten zijn tot seks hebben. Soms zijn ze dat niet, dan kan seks pijn doen. Mannen lijden eronder dat ze altijd zin moeten hebben,” zegt seksuoloog Van Lunsen.

Van vrouwen onder de 25 zegt liefst de helft regelmatig pijn te hebben tijdens het vrijen. Tien tot twintig procent vindt het zelfs bijna altijd pijnlijk. Zorgelijke cijfers, vindt Van Lunsen. “Die vrouwen beginnen eraan terwijl ze op dat moment blijkbaar onvoldoende opgewonden of ontspannen zijn. Ze gaan ermee door omdat ze denken dat het zo hoort. Ze zijn bang hun partner te verliezen of iets fout te doen, niet te voldoen aan allerlei verwachtingen.”

De oplossing, volgens de seksuoloog: er moet duidelijker over behoeften worden gepraat, net als over voorwaarden voor leuke seks. Maar dat kunnen mensen over het algemeen niet zo goed. “Ook erectieproblemen komen vooral voor op momenten dat mannen niet helemaal toe zijn aan seks of geen zin hebben, maar dat niet accepteren uit schuldgevoel of uit angst tekort te schieten.”

Gelukkig heeft driekwart van de mensen met een vaste relatie nog probleemloze seks. Van Lunsen: “Maar we stellen er wel te hoge eisen aan. De uitdrukking ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ zouden mensen in hun achterhoofd moeten houden. Gewone huis- tuin-en keukenseks, waarin beide partijen het voor elkaar een beetje leuk maken, is belangrijker dan het nastreven van allerlei seksuele prestaties en onmogelijke acrobatiek.”

Porno is harder en agressiever geworden
In een gemiddeld pornofilmpje is anno 2012 ‘doe maar gewoon’ ver te zoeken. Porno is harder geworden, agressiever. Een vrouw doet het niet meer met één of twee mannen, maar met vijf. Ze lijkt zestien, is in werkelijkheid hooguit achttien. Een verhaal is er niet. De mannen hebben piemels van een halve meter. Ze doen net alsof de vrouw pijn doen, zij doet net alsof ze pijn heeft. In hoeverre dat gespeeld is, weet je nooit helemaal zeker. Dieren of instrumenten komen eraan te pas, onder het motto ‘het kan niet gek genoeg’. Een vrouw van middelbare leeftijd vertelt: “In mijn tijd, in de jaren zeventig lazen we Aloha (een jongerenblad dat openhartig over seks schreef, getuige onder meer het ‘speciaal kut nummer’ – red.). Dat een persoon als object wordt beschouwd, is toen begonnen, denk ik. We wilden niet saai en preuts zijn maar wild, zoals in dat blad. En we hadden Jan Cremer. En Jan Wolkers schreef over ‘zo’n burgerlijke huisvrouw die nog nooit van achteren genomen is’. Zo iemand wilde je natuurlijk niet zijn.”

Heeft porno invloed in onze slaapkamers? Volgens een onderzoek in weekblad New York Magazine kijken tieners gemiddeld op hun elfde voor het eerst naar seks op internet. Tienermeisjes die aan het woord kwamen in het speciale porn issue van het tijdschrift vreesden dat jongens door het kijken naar porno agressiever zouden worden en niet meer tevreden zouden zijn met het lichaam van een ‘gewoon’ meisje, dat nu eenmaal minder glad is dan in die films.

Volgens de Amerikaanse psycholoog en seksverslavingsdeskundige Patrick Carnes kan blootstelling aan porno of drugs op jonge leeftijd – tussen de twaalf en zestien jaar – later tot verslaving leiden. De wereld gaat ten onder aan porno, zeggen sommigen, zoals journalist Marcel van Engelen in zijn artikel ‘7 x daags porno’ op depers.nl. Maar in de heersende opinie is dat nog preuts geouwehoer, en is porno gewoon lekker en onschadelijk.

Ongevoelig en onverzadigbaar
Ook feministen hebben zich uitvoerig in de discussie rond porno gemengd: – documentairemaakster Sunny Bergman strijdt tegen cosmetische ingrepen aan de vagina en Myrthe Hilkens, auteur van McSex, acht porno schadelijk voor jongere meisjes. Pornoficatie vervlakt mensen, maakt ze ongevoeliger, en tegelijkertijd onverzadigbaar: het moet steeds gekker. Het maakt mannen agressiever, het creëert verkrachters, het verpest de echte seks, stelt Hilkens. In een interview in NRC Handelsblad zei ze dat de werelden van de seks- en de schoonheidsindustrie met elkaar zijn verweven. “Ze vertellen ons wat we moeten gebruiken om mooier te zijn en moeten aanschaffen om een leuk seksleven te hebben. Bedrijven laten uitgebreid onderzoek doen naar de effecten van erotische beeldelementen in reclame. Er wordt met zo veel kennis van zaken met manipulatie gewerkt dat je onmogelijk kunt denken dat we vrije, autonome wezens zijn die niet onder invloed staan van de media.”

Andere geëmancipeerde vrouwen gebruiken die lastige positie juist in hun voordeel. Zoals de Britse feministe en columniste Laurie Penny of de Duitse schrijfster Charlotte Roche: zij omarmen juist het ranzige van seks om te laten zien hoe menselijk en ‘lelijk’ vrouwen kunnen zijn. En om duidelijk te maken dat ook vrouwen soms verlangen naar kinky seks. Porno-actrice – inmiddels ook te zien in mainstreamfilms – Sasha Grey voerde de meest heftige seksuele handelingen uit voor de camera om te bewijzen dat vrouwen niet zulke tere wezentjes zijn. Thuis las ze Nietzsche en Baudrillard en werd haar houding – “Je kunt me hard nemen maar het doet me niets” – dus serieus genomen. Ze is niet de enige. “Als ik een beetje meedoe met zijn spelletje, is mijn man helemaal tevreden,” vertelt een vrouw me. “Ook al vind ik er 
dan misschien zelf niet zoveel aan, mijn man voelt op dat moment echte verliefdheid.”

Communicatie
Volgens seksuoloog Rik van Lunsen lijkt porno betrekkelijk weinig op de seks die mensen thuis hebben. Porno wordt zijns inziens toch vooral gebruikt voor soloseks en is, net als onze seksuele fantasieën soms, weinig realistisch. “Soloseks is puur op lust gericht. Om het met iemand anders een beetje plezierig te krijgen, is communicatie nodig. Onderzoek toont aan dat porno alleen een maatstaf is voor mensen met een arm gevoelsleven. De belangrijkste basis voor seksualiteit wordt gelegd in de eerste zeven levensjaren. Voor kinderen die onveilig gehecht zijn, die weinig liefde en warmte en intimiteit meekrijgen van huis, wordt porno later misschien een belangrijk voorbeeld.” En: “Als iemand heel veel porno kijkt, zegt dat meer over die persoon dan over zijn relatie. Obsessief bezig zijn met seksualiteit duidt op een gebrek aan eigenwaarde.” Iets wat bij de meeste mensen niet speelt, volgens Van Lunsen.

Ook jongeren in Nederland zijn minder gepornoficeerd dan het lijkt. De belangrijkste conclusie uit Seks onder je 25e (2012), een onderzoek van Rutgers WPF en Soa Aids Nederland, is dat het op verschillende punten goed gaat met de seksuele gezondheid van Nederlandse jongeren: de meeste zeggen tevreden te zijn over hun assertiviteit en zelfvertrouwen tijdens seksuele contacten. Op anticonceptie- en condoomgebruik scoren Nederlandse jongeren hoog. De leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap of orale seks heeft gehad (17,1) is niet veranderd sinds 2005. Van Lunsen: “Jammer genoeg krijgen al die excessen onevenredig veel aandacht. Het is gezond om een keer de alledaagse kant van seks te benadrukken.” Bovendien bestaat er volgens hem een verschil tussen de Amerikaanse en Nederlandse situatie: “Als het over seks gaat zijn Amerikanen vrijwel per definitie geborneerd.”

De televisie toont programma’s over seksverslaafden, bladen geven voorlichting over ingewikkelde standjes, en verkondigen dat je seks gewoon moet doen, zin of niet. Maar wees vooral niet bang als uw huis-tuin-keuken-en-slaapkamerscènes anders zijn dan die in een pornofilm. Niet voor niets verlangen mensen soms terug naar retroporno. Een mannelijke dertiger vertelt: “Vroeger stopte je een cassette in de videorecorder en die bekeek je vanaf het begin. Dat mis ik weleens. Nu zie je op internet alleen maar losse fragmenten, je kunt meteen de climax bekijken. Het spannende is er een beetje van af.”

Op internet bestaan fora waar mannen zoeken naar het eerste plaatje waarop zij zich aftrokken: my first wank. Die ene foto uit dat obscure blaadje van dertig jaar geleden, misschien van een meisje met slechts één ontblote borst.

Knuffelhormoon
In de tantratraining van Jan den Boer komt het onderscheid tussen pure geilheid en seks met gevoel duidelijk tot uiting. Hij spreekt over ‘dopamineseks’ en ‘oxytocineseks’. De eerste is gebaseerd op pure lust, zonder in contact te zijn met iemand anders. Den Boer: “Dopamine werkt verslavend, je hebt steeds sterkere prikkels nodig voor bevrediging. Als je een ander mens gebruikt voor je eigen driften ontstaat er afstand. Oxytocine is het knuffelhormoon, dat komt los in de hersenen als het vrijen een beetje relaxed is en je er de tijd voor neemt. Beide stofjes zijn te meten.”

Tantraseks maakt onderscheid tussen begeerte en verlangen. Het idee: je kunt ergens naar verlangen zonder dat het onmiddellijk bevredigd hoeft te worden. In oefeningen leert Jan den Boer stellen bijvoorbeeld hoe ze elkaar kunnen benaderen. Als één van de twee teveel wil, doet de ander vanzelf een stap terug. Als je niet te gretig bent, voelt de ander meer ruimte om naar je toe te komen.

Den Boer: “Porno geeft een eenzijdig beeld, het is hard ertegenaan gaan totdat je klaarkomt. Het kan leuk zijn om dit te beleven, maar het is niet de essentie van seks. Voor mijn boek Het is tijd voor een liefdesrevolutie heb ik heel veel mensen gesproken over het onderwerp, van dominees tot eigenaren van een parenclub. Wat me vooral opviel: als je doorvraagt, zijn hun behoeften verrassend vergelijkbaar. Iedereen verlangt toch naar een beetje liefde.”

Dit artikel verscheen eerder in HP/De Tijd op 10 februari 2012

————————
Volg HP/De Tijd ook op Twitter!

Onderwerpen