Spring naar de content

De schurken-economie van Mitt Romney

In de stukken van de Romney-verdedigers klinkt ongeloof door: Ze kunnen het bijna niet geloven maar het lijkt toch alsof de magische woorden: – Kapitalisme! Vrije markt! Nieuwe banen! – niet genoeg zijn om critici de mond te snoeren. Tenslotte, zeggen ze, deed Mitt Romney toch gewoon wat iedereen de afgelopen dertig jaar deed?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Paul Krugman

De waarheid is dat we niet weten of hij deed wat iedereen deed tot we inzage krijgen in zijn belastingaangifte. Dit zal waarschijnlijk nooit gebeuren, wat suggereert dat hij heel wat te verbergen heeft. Maar, in ieder geval maakt het feit dat deze schurkeneconomie nu al dertig jaar duurt, het bestaan ervan nog niet goed.

Nog een paar voorbeelden uit die laatste dertig jaar: allereerst een grafiek van de loonstagnatie die plaats vond ondanks de groeiende productiviteit. Ten tweede de enorme toename van schulden in de huishoudens, volgens velen dé oorzaak van de maar voortdurende depressie. In de tweede grafiek staat de schuld per huishouden uitgedrukt als percentage van het bruto nationaal product.

Dan is de vraag natuurlijk, wat moeten we doen aan deze verontrustende toestand?

President Barack Obama stelt maatregelen voor die de situatie een beetje zouden kunnen verbeteren: een hervorming die maakt dat werkende mensen tenminste verzekerd zijn voor hun gezondheidszorg en wat strengere regulering in de financiële wereld. Romney, daarentegen, wil de maatregelen die ons in deze toestand gebracht hebben, nog verdubbelen. Hij wil meer belastingvoordelen voor de rijken en minder financiële regulering. En zijn aanhangers begrijpen niet hoe iemand aan de wijsheid van dat standpunt kan twijfelen.

Ontkoppeld en verdeeld
Zoals te voorspellen was, beschuldigt Romney Obama van het ‘aanvallen van het kapitalisme’ en ‘het verdelen van Amerika’ omdat hij vragen stelt over Bain Capital en die geheime belastingaangifte. Dat hoort er natuurlijk allemaal bij; velen van ons kunnen zich nog herinneren dat elke kritiek op George W. Bush als ‘niet patriottistisch’ werd afgedaan; en als ik het me goed herinner beweerde The Wall Street Journal tijdens de internethype dat iedereen die twijfelde aan de waarde van de aandelen een gebrek aan vertrouwen in de vrije markt liet zien.

Het opvallende aan Romney is dat hij van twee walletjes wil eten. Hij zegt dat hij trots is op zijn succes als zakenman, maar tegelijkertijd wil hij ons laten geloven dat hij niets te maken had met de acties van Bain in de drie jaar dat hij nog CEO van het bedrijf was; bovendien is hij absoluut niet bereid om zijn belastingaangifte openbaar te maken, terwijl we daaruit zouden kunnen opmaken hoe hij nou precies zo rijk is geworden. (Er zijn twee theorieën over deze weigering: de eerste is dat hij één of meer jaar helemaal geen belasting heeft betaald. De andere is dat hij in 2009 heel veel heeft verdiend met speculeren à la baisse. We zullen wel nooit te weten komen wat nou waar is.)

Maar goed, laten we het weer hebben over de echte reden dat Amerika zo verdeeld is: namelijk het feit dat bij vloed niet alle boten meer met de zeespiegel mee stijgen. Er heeft een ingrijpende ontkoppeling plaats gevonden tussen de algemene economische groei en de welvaart van een gemiddeld gezin.

Het is geen ‘aanval op het kapitalisme’ om aan te kaarten dat het een probleem is dat het verschil tussen arm en rijk groter wordt en dat de meeste Amerikanen niet profiteren van een groeiende productiviteit. Maar wat is er aan te doen? Nou, je kunt de rijken vragen wat meer belasting te betalen en je kunt het sociale vangnet wat verstevigen – dingen die Obama heeft voorgesteld. Maar Romney wil het tegenovergestelde gaan doen. Wat hij wil is dat we staan te juichen om het succes van mensen als hij, ook al lijkt het doorsnee gezin daar niet beter van te worden en ook al stelt hij maatregelen voor die het gat tussen de kleine groep rijken en alle anderen alleen maar groter zouden maken.

En dan durft hij nog te zeggen dat Obama Amerika verdeelt.