Spring naar de content

Wie duwde Job Cohen nu werkelijk het ravijn in?

PvdA-kamerlid Mariëtte Hamer doet vanochtend in de Volkskrant een poging de geschiedenis te herschrijven inzake de val van Job Cohen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Job Cohen heeft “zo ontzettend zélf besloten om te stoppen”, antwoordt ze op de vraag of de voormalige PvdA-fractieleider meer tijd had moeten nemen of krijgen om te groeien in zijn rol als oppositieleider annex politieke leider.

Maar de fractie, heeft die hem dan niet gewipt? “Nee,” stelt ze. Er leefde daar toch stevige kritiek? “Zeker,” bevestigt ze, om er dan lachend aan toe te voegen: “Maar de eerste fractievergadering waarin we alleen maar tegen elkaar zeggen hoe goed we het doen, moet ik nog meemaken. Dat past niet bij onze professionaliteit.”

De vraag die zich opdringt is of dat besluit van Cohen een op zichzelf staand besluit was of het onvermijdelijke resultaat van een langzame, onzichtbare anti-Cohen-campagne, aangevoerd door een stel Kamerleden dat zelf uit was op de macht.

Die laatste mogelijkheid is minder speculatief dan misschien gedacht. Vorig jaar maakte ik voor HP/De Tijd een artikel over Cohen en diens steeds lastiger wordende positie in de fractie, en de anonieme bronnen die ik toen raadpleegde verzekerden mij dat op de fractieleider zachte maar onontkoombare druk werd uitgeoefend om op te krassen. De Algemene Beschouwingen van 2011 waren het ijkpunt: deed hij die slecht, dan was het gebeurd, ging het goed, dan mocht hij blijven.

Zijn vertrek kwam dit voorjaar, nota bene kort voor de val van het kabinet-Rutte. De kansen voor Cohen hadden toen kunnen keren, want nieuwe verkiezingen hadden de voormalige burgemeester van Amsterdam alsnog het premierschap kunnen opleveren, het enige echte ambt waarvoor hij per slot van rekening ooit door Wouter Bos naar Den Haag was gehaald.

Cohen gaf onlangs een interview aan NRC Handelsblad en hij voelde kennelijk geen reden om het werkelijke verhaal te vertellen, namelijk dat de mensen om hem heen hem de facto hebben laten bungelen. Een “moeilijk leesbaar gezelschap”, noemde Cohen de fractie waaraan hij leiding gaf. Een mooier eufemisme voor ‘een stel geboefte’ is amper mogelijk.

Samsom zou bij eventuele regeringsdeelname straks Job Cohen een mooie ministerspost moeten bezorgen, Binnenlandse Zaken of zo. Dat zou een chique afsluiting zijn van een vuile geschiedenis waarvan voor de PvdA te hopen valt dat er geen studenten politicologie of onderzoeksjournalisten ooit nog dieper in gaan snuffelen.

/Haagsche Post is een rubriek van notities, geruchten en onbewezen theorieën uit de residentie.

Onderwerpen