Spring naar de content

De bevallingshel; lezen op eigen risico

Het lijkt wel of vrouwen het verdringen. Die bevallingen. Het gewicht, de duur, wie erbij aanwezig was: dat weten ze allemaal wel. Maar hoe het echt vóélde en of het was wat ze ervan hadden verwacht, dat hoor je nooit. Daarom maar eens een journalistieke kijk op de bevalling.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Karen Geurtsen

Geen pretje. Dat is ongeveer het enige wat ik zeker wist over de aanstaande geboorte. Dat had ik namelijk vaker terug horen komen.. Maar ‘geen pretje’ is nogal relatief. Ik ging dus maar uit van het positieve. Boy, viel dat even tegen.

Gewoon een no-nonsense thuisbevalling was mijn uitgangspunt toen om kwart voor twaalf ‘s avonds de vliezen braken na 39 weken zwangerschap. Eerst nog een nachtje rustig slapen, dacht ik na de nodige voorzorgsmaatregelen te hebben getroffen, en dan aan de bak. Maar daar ging het al iets anders dan verwacht. De weeën begonnen drie kwartier later. Slapen was er niet meer bij.

‘Labour’
Weeën. Ook zoiets waar niemand je duidelijkheid over kan geven. Waarschijnlijk omdat het voor iedere vrouw anders aanvoelt. Bij mij was het alsof iemand een mes van beneden naar boven door mijn buik haalde, om vervolgens zijn handen in mijn onderrug te wringen en daar alle spieren los te trekken. Na een uur of zes iedere 3 á 4 minuten dat gevoel kwam de verloskundige. Het resultaat van mijn arbeid (ze noemen het echt niet voor niets labour): 2 centimeter ontsluiting. Nog twee uur later: 3 centimeter. Nog twee uur later: 4 centimeter. Ter vergelijking, gemiddeld vordert ontsluiting met een centimeter per uur.

In dit tempo zou het nog minstens twaalf uur duren voordat die baby er eindelijk uit was. Geloof me: geen slaap, veel pijn en nul komma nul uitzicht op snelle vordering: dat is een slechte cocktail voor een barende vrouw.

Om een uitputtingsslag te voorkomen dus maar op naar het zo gevreesde ziekenhuis. Hoe lief het jonge team dat me daar opving ook was, het eerste uur daar was een regelrechte hel. Vijf mensen stonden aan me te prutsen: de verpleegkundige, de verloskundige, de assistent-gynaecoloog, de leerling- verloskundige en mijn eigen verloskundige die mee was voor de overdracht. Toen eindelijk alles aan monitors was gelegd, kwamen de infusen, Remifentanil om de scherpste randjes van de pijn weg te halen en oxytocine om de weeën te bekrachtigen. En hoewel het opvangen van weeën gelegen in een ziekenhuisbed en gebonden aan tal van draadjes, banden en naaldjes een drama is, was ik godsdankbaar voor de pijnstilling. Daardoor was ik half van de wereld en kon ik tussen de weeën door soezen. En het allerbelangrijkst: de ontsluiting was binnen twee uur volledig.

Wat voel je nou precies?
Zoals een goed journalist betaamt, heb ik aantekeningen gemaakt van wat ik precíes dacht tijdens de bevalling. Die luiden ongeveer zo.

Na een uur of zes: Oke, prettig is anders, maar dit gaat wel. Met een skippybal, kussens en een warme douche gaat het lukken.
Na een uur of negen: Hoezo pas vier centimeter? Hoe overleef ik in hemelsnaam nog twaalf uur van deze pijnen?
Na een uur of elf: Schiet op met die pijnstilling, ik ga dood hier! Dit valt echt ontzettend tegen.
Na een uur of veertien: Hoe kan een vrouw ooit voor een tweede keer zwanger raken, wetende dat ze dit nog een keer moet doorstaan?
Na vijftien uur: Het kan me niet schelen of het scheurt, barst of zelfs ontploft, die baby moet er NU uit.

De bevalling was écht een hel. En ik ga ook niet heel moederlijk correct zeggen dat ik zo intens gelukkig was op het moment dat mijn zoon op mijn buik werd gelegd; ik was namelijk vooral intens gelukkig dat de pijn over was. Dat weet ik ook nog heel goed.

Maar als ik het niet direct had opgeschreven, was het weggeweest. Want hoewel ik dit slechts een paar dagen na de geboorte tik, merk ik nu al hoe snel je baringspijn achter je laat. Ondanks de napijn, de katheter en de algemene beursheid, hoor ik mezelf nu al zeggen dat het ‘wel te doen’ was, en denken ‘een tweede bevalling kan ik over een tijdje best weer aan’.

Gaatje
Nu snap ik dus ook waarom geen enkele vrouw je precies kan zeggen hoe haar bevalling was. Ze heeft het, bewust of onbewust, simpelweg verdrongen; en het vervolgens samen met gaatjes vullen, benen harsen en een zware menstruatie geschaard onder het kopje: geen pretje.

Maar, sorry aanstaande bevallers, dat is het niet. Het is een hel. En dat ‘geen pretje’ noemen zou hetzelfde zijn als zeggen dat het ‘wel leuk’ is om voor het eerst met je baby te knuffelen. Als de bevalling de hel is, is dat namelijk de hemel.

Onderwerpen