Spring naar de content

De orkaan in het hoofd van Badr Hari

Opeens was er geen houden meer aan: het Badr Hari-nieuws kwam op me af als de ratelende opeenvolging van stoten en lowkicks op een Amsterdamse nachtclubbezoeker.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Ik had me nooit verdiept in het kickboksen, met name omdat ik er het nut niet van inzag. Het bekijken van een kickbokswedstrijd (iedereen blijft wel eens op een onbewaakt nachtelijk moment aan een live bloedbad op Eurosport haken) vervulde mij weliswaar van hetzelfde, diepgevoelde verlangen deelgenoot gemaakt te worden van alle onbegrijpelijke ins en outs van dergelijk hoog-esthetisch geweld als wanneer ik de schaakrubriek in de krant lees, maar tegelijk van de sombere zekerheid dat sommige zaken je nu eenmaal boven de pet gaan. Achter die toverformules van cijfers en letters gaan hele werelden schuil die mijn begripsvermogen zó ver te boven gaan dat ze me van moedeloosheid vervullen – meer nog dan van bewondering.

En nu is er dus Badr.
Badr Hari.
Een naam die je zonder overdreven inspanningen in z’n geheel kan uitspreken.
Een voornaam als het grommen van een rottweiler gecombineerd met een achternaam als een amuse uit de keuken van Jonnie Boer.
Badr Hari.
Een naam als een ram voor je harses.
Wie dezer dagen de meest actuele berichtgeving over de op hol geslagen kickbokskoning probeert te volgen, moet vooral niets anders te doen hebben. Een bloemlezing uit twee dagen Badr-nieuws:
* ‘Estelle verlaat Badr Hari bij nieuwe problemen.’
* ‘Badr Hari wil schoon schip maken.’
* ‘Rafaël en Sylvie kennen slachtoffer mishandeling Badr Hari niet.’
* ‘Badr Hari stak flat zwangere vrouw in brand.’
* ‘Badr Hari en Ranomi als Europees merk gedeponeerd.’
* ‘Gullit: niets te maken met Badr Hari.’
* ‘Badr Hari wilde zeep verkopen.’
* ‘Estelle loog voor Badr.’
* ‘Vader gunt Estelle naam Cruijff niet meer.’
En de klapper: ‘Wilders wil Badr Hari na veroordeling het land uit.’ (hierover later NIETS meer, slechts een korte verwijzing naar de trias politica).

Badr Hari is hard op weg de komkommer van de zomer van 2012 te worden. Iedereen die ooit vuil door hem is aangekeken, kan zich melden op het bureau. Ook oud-tegenstanders die onder de blote voeten van Badr als willoze wijndruiven tot moes zijn gestampt, kunnen aangifte doen wegens mishandeling.
Hoe werd de ontsporing van een vechtsporter groot nieuws in een land waar aan groot nieuws toch geen gebrek lijkt?

Het begon met zijn fling met Estelle, die na twintig jaar in de familie Cruijff en één decennium in de familie Gullit eens een sport verderop ging kijken en de middelbare oud-voetballer Ruud verruilde voor Badr, zowel binnen als buiten de ring nog altijd een begenadigd kickbokser. Er volgden verdrietige details over Ruud (iets met containers op Schiphol, uitgelachen door zijn schoonmoeder en afluisterapparatuur; heel onaangenaam allemaal) en toen het onderwerp-Gullit was uitgekauwd als een smakeloos geworden stukje kauwgum, besloot men heden en verleden van Estelles nieuwe vriend eens nader te onderzoeken.
Het werd een drama. De ene onverkwikkelijke zaak van jaren her was nog niet boven water of er stond al weer een nieuwe, bont en blauwe feestganger op de stoep van de Amsterdamse politie om zijn verwondingen officieel op naam van de vuisten van Hari te laten zetten.

Nu zit Hari vast. Hij wordt verdacht van zes mishandelingen. Zijn voorarrest is inmiddels verlengd met negentig dagen.

Op Youtube is Badr te zien in beter tijden. Tijdens een interview in DWDD bijvoorbeeld, waar hij languit op de achterbank van een limousine hangt en antwoord geeft op de vraag of hij misschien niet toch een beetje gek is.
Nee, zegt Badr. Ik maak fouten.
In het tv-programma Profiel (25 mei 2011) duwt men wat verder door. Badr wordt met de ene stommiteit na de andere om zijn oren gemept en onderwijl door de interviewer steeds verder in een hoek gedrukt.
Precies, net als zijn tegenstanders in de ring vaak moesten ervaren.
Het beeld dat uit de Profiel-documentaire oprijst is vooral dat van een buitengewoon getalenteerd kind. Zijn eerste trainer omschrijft het als volgt, in z’n stem klinkt vijftien jaar na dato nog altijd de stomme verbazing door: ‘Als ik iets voordeed, dan deed hij het na.’
Sommige kinderen hebben dat met een viool, de kleine Badr Hari had het met zijn vuisten.
Het buitengewoon getalenteerde kind wordt een ster, een jongen die bijna verzuipt in de liefde die zijn supporters voor hem aan de dag leggen. Slechts de haat voor zijn volgende tegenstander houdt hem drijvende: ‘Ik haat iemand als ik tegen hem vecht. Er is zó veel wil in mij om hem kapot te maken.’
Binnenin Badr Hari woedt een voortdurende storm, de documentaire toont hem als een willoos scheepje dat op metershoge golven van agressie van de ene naar de andere ramp wordt gesleurd. Op de vraag van de interviewer of hij zijn zelfbeheersing misschien verloor toen hij in 2005 bij de klagende buren van een vriend naar binnen stapte en om zich heen sloeg, zwijgt Badr bijna een minuut. Hij proeft de vraag, laat hem door zijn mond rollen als een dure wijn en mompelt tenslotte: ‘Zelfbeheersing. Ja, nou, ligt eraan wat je onder zelfbeheersing verstaat.’
Niet lang na dat dieptepunt, verliest Badr nogmaals zijn zelfbeheersing. Dit keer in Tokyo, in een wedstrijd tegen Stefan Leko. Met een fenomenale, in vechtsportkringen legendarische achterwaartse trap tegen een vierkant Duits hoofd wordt hij in één klap voor altijd een groot kickbokskampioen.
Als de Profiel-interviewer hem vraagt wat er zich tijdens zo’n gevecht in zijn hoofd voltrekt, moet hij weer lang zoeken naar de juiste woorden.
Een storm misschien, hengelt de ondervrager.
Badr knikt. Windkracht tien.
Een orkaan dus, concludeert de ander.
Weer knikt Badr Hari in gedachten. En voegt er dan aan toe: ‘Een ramp.’ Zijn gezicht klaart op: blijdschap om de geslaagde metafoor voor de ruis in zijn hersenpan.
Hoe die storm in zijn hoofd komt, weet niemand.
Hoe hij zichzelf in die storm staande moet houden ook niet. Hari zelf zegt daarover: ‘Er zit gewoon een bepaalde agressie in mijn lijf waarvan ik niet weet wat ik ermee aan moet. Ik kan ieder moment ontploffen.’
Dat ontploffen gebeurt de laatste jaren dus vaker in het nachtleven dan in de ring. Het is het klassieke verhaal van de sporter die het allemaal niet meer in de hand heeft, het romanpersonage dat in zijn eigen mythe is gaan geloven. Een trainer zegt tegen hem dat hij op Keizer Nero lijkt, omdat hij een groot talent heeft om alles kapot te maken wat hem lief is. Badr vindt het prachtig, hij wil best op Nero lijken; Nero brandde Rome immers plat om het vervolgens weer op te bouwen. Mooi.
Ja, zo kun je natuurlijk ook naar Nero kijken.

De agressie in zijn lijf deed hem uitgroeien tot een van de grootste kickboksers op aarde en diezelfde agressie heeft hem nu K.O. gemept. Ik moet denken aan dat ene, korte moment in die Profiel-documentaire. Terwijl de camera inzoomde op de prijzenkast in Badrs ouderlijk huis en de bekende blikken rommel van de prijzengroothandel de revue passeerde, zag ik opeens een doos. Het was Rummikub.
Het beeld van de reus Hari aan de keukentafel in de Indische Buurt, zwetend, goochelend met enen, tweeën en jokers, ploeterend om zoveel mogelijk stenen in één keer kwijt te kunnen; dat beeld liet me niet meer los. Het is een grote stap, van kickboksen naar Rummikub, maar wie weet… Als Badr Hari zijn straf heeft uitgezeten en de vechtsport de rug toekeert om een nieuw leven te beginnen, misschien denkt hij dan eens aan die doos bij zijn ouders thuis. En wie weet gaat de storm in zijn hoofd dan eindelijk een beetje liggen.

Hier de uitzending van Profiel:

Get Adobe Flash PlayerAls het niet mogelijk is Flash te installeren kunt u de video bekijken via deze link.

Onderwerpen