Spring naar de content

De nieuwe bergkoning regeert virtueel

Het is een doodgewone trainingsdag in Girona, maar wielrenner Marc de Maar trekt niet zijn normale trainingstenue aan. Nee, hij wurmt zich in zijn strakke tijdritpak. Hij wil vandaag zo aerodynamisch – en dus snel – mogelijk zijn. Daarna vult hij een bidon met dorstlesser. Zojuist heeft hij al het zadeltasje met bandenlichters en reservebandje van zijn fiets verwijderd en extra lichte klimwielen in zijn frame gestoken.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marijn de Vries

Marc tilt zijn racefiets op en gaat op de weegschaal staan. Nadat hij heeft gezien hoeveel zijn fiets en hij samen wegen, berekent hij op een kladje hoeveel watt hij moet blijven trappen. Daar mag hij geen moment onder komen, want dan kan hij de snelste tijd wel vergeten. Dan zet hij zijn helm op. En meteen weer af. Die laat hij thuis. Teveel extra gewicht. Hij kust zijn vriendin gedag en gaat op pad.

Hou je aan het wattage
Hij ziet de flanken van de Hells Angels, zoals de beklimming naar Els Angels in de volksmond genoemd wordt, al opdoemen als hij de stad nog niet eens uit is. Marc kan zijn ogen niet van de berg afhouden. Daar gaat het gebeuren. Aan de voet van de klim stopt hij even, om het allerlaatste overtollige gewicht, namelijk de bidon, van zijn fiets te halen. Hij zet hem langs de kant van de weg in het gras. Die haalt ‘ie straks wel weer op.

Marc de Maar op weg naar de snelste tijd tijdens de proloog van Olympias Tour 2005

Dan zet hij zijn Strava-app aan, haalt nog eens diep adem en spuit er vandoor. De weg loopt meteen steil omhoog. Niet te snel van start, maar ook niet te langzaam, blijft hij zichzelf de eerste paar honderd meter inprenten. Hou je aan het wattage dat je net berekend hebt, de hele 9,66 kilometer lang. Zweet druipt uit zijn enorme bos haar, op het computertje op zijn stuur. Maar hij veegt de druppels niet van het beeldscherm; hij houdt zijn blik strak op de cijfers gericht.

Het enige wat hij nog kan doen voor hij op de top van Hells Angels uitgeput van zijn fiets stort, is zijn Strava-app checken. Dan rolt hij hijgend als een paard in het gras. Met gebalde vuist blijft hij twintig minuten liggen bijkomen. Yes! Zesentwintig seconden sneller! Hij, Marc de Maar, is de nieuwe King of the Mountain!

Lange tijd dacht ik dat Strava enkel een hype was onder fanatieke wielertoeristen. Maar niets blijkt minder waar.

(Voor alle niet-wielerkenners onder u die zich afvragen in wat voor geheimtaal ik nu weer aan het bazelen ben: Strava is een online programma, gekoppeld aan de gps die veel wielrenners op hun fiets of in hun telefoon hebben. Beklimmingen, maar ook dijkjes of polderwegen worden aangeduid als ‘segment’. Die segmenten fiets je zo hard mogelijk, en naderhand vergelijk je je gegevens op internet met die van andere Strava-gebruikers. Degene die de snelste tijd op het segment neerzet, wordt King of the Mountain. Of Queen, mocht je een vrouw zijn.)

En passant een Strava-recordje meepikken
Laurens ten Dam twittert al het hele jaar enthousiast over alle segmenten die hij zich als King heeft toegeëigend. Niki Terpstra opereert onder een pseudoniem op Strava, om concurrenten zand in de ogen te strooien. En Marc de Maar blijft intussen een echte Koning, ook in Nederland. Want ondanks dat tweehonderd profs er een wereldkampioenschap reden en hij niet meedeed, is hij zijn snelste tijd op de Bemelerberg niet eens kwijt na afgelopen weekend. Toen ik maandag met hem ging trainen op de Camerig, pikte Marc ook daar en passant nog even een nieuw Strava-recordje mee, smste hij me ‘s avonds trots.

Maar nu heb ik zijn tactiek verklapt en is Marc als de dood dat andere profs voortaan ook in snelpak en zonder bidons elke beklimming op stuiven om hem zijn King of the Mountain-records af te pakken. Eén ding blijft knagen: had hij maar aerodynamische overschoentjes aangetrokken tijdens zijn recordpoging op Els Angels. Dan was zijn tijd vast scherper geweest.