Spring naar de content

Mevrouw Stronks, een vlotte pen schaadt heus niet

De tijd dat er elke dag in de Volkskrant een heel raar stuk stond is voorbij, maar af en toe kom je toch nog wel iets heel raars tegen. Zo las ik op de opiniepagina een artikel van Els Stronks, hoogleraar vroegmoderne Nederlandse letterkunde aan de universiteit van Utrecht, met de kop: “Een vlotte pen kan een historicus ook schaden”.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Max Pam

 

Zou het?

Bij zulke stellingen moet ik altijd denken aan een door de criticus Tom van Deel geschreven zin, die later in Lood en Hagel door Gerrit Komrij op de korrel is genomen. Die zin, over een boek van Robert Vernooy, luidde: “De tedere tirannie is een gewaagde, gevarieerde en op de koop toe ook nog bijzonder leesbare roman”.

Hahaha, hoont Komrij, op de koop toe!

En dan schrijft hij: “Of leesbaar eigenlijk betekent dat het niet gewaagd en gevarieerd kan zijn. Of leesbaarheid eigenlijk een verkapte vorm van gemak- en behaagzucht is. Of elk gewaagd en gevarieerd boek eigenlijk onleesbaar hoort te zijn om voor volledig geslaagd te kunnen doorgaan”.

Komrij heeft groot gelijk.

‘Komrij heeft groot gelijk’

Deze discussie speelt niet alleen in de literatuur, maar ook in de geschiedschrijving. De vlotte pen is Loe de Jong vele malen verweten, meestal door historici die zelf heel wat minder vruchtbare scribenten waren. En ook in het geval van mevrouw Stronks gaat het weer om de vraag of “de vorm van een artikel belangrijker is dan de inhoud”.

Een schijndiscussie. Alsof aandacht voor de vorm eigenlijk zou betekenen dat een stuk geen inhoud kan hebben.

Sterker nog: vooraanstaande historici hebben allemaal een vlotte pen, zoals een echte timmerman over een hamer en een beitel beschikt. Huizinga had een vlotte pen. Daarom wordt hij nog steeds gelezen. Fruin? Een pen, vlotter kan bijna niet. Geil? Harstikke vlot. Wesseling? Geef hem een pen en hij snijdt vlot door de boter alsof het een mes is.

Van Cees Fasseur tot Maarten van Rossem, of van Umberto Eco tot Simon Schama, allemaal zijn ze gezegend – of in de wereld van mevrouw Stronks verdoemd – met een vlotte pen. Als je het mij vraagt, had zelfs die gereformeerde professor Arie Theodorus van Deursen een verdomd vlotte pen.

Waar is het gevaar waar zij aan bloot zijn gesteld?

Of Els Stronks, hoogleraar vroegmoderne Nederlandse letterkunde, net als deze grote collega’s straks nog wordt gelezen, daarover heb ik zo mijn twijfels.

Zij schrijft namelijk zinnen als: “Voor NWO is de mogelijkheid de resultaten van het beoogde onderzoek te valoriseren de afgelopen decennia een steeds belangrijker criterium bij beoordeling geworden. Je zou denken dat daarmee impliciet geëist wordt dat onderzoek dat door NWO wordt gefinancierd, maatschappelijk relevant is en dus per definitie relatief eenvoudig aansluiting vindt bij het brede publiek”.

Nee, niet vlot. Noch impliciet, noch expliciet. Noch relevant, noch irrelevant. Gevaloriseerd of niet. Of toch juist wel.