Spring naar de content

Een studieschuld is peanuts vergeleken met de opbrengst

Bij een goede opvoeding hoort dat je kinderen aanmoedigt om te sparen en ontmoedigt om te lenen. Een van de domste dingen die je als ouder kunt doen is ingaan op een voorstel van je kind om nu dat nieuwe mobieltje voor hem of haar te kopen in ruil voor een jaar geen zakgeld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

Alle andere oplossingen zijn beter: zeggen dat hij een scholierenbaantje moet zoeken en het bedrag zelf bij elkaar sparen, zeggen dat hij er een half jaar voor moet sparen en daarna de rest bijpassen, of desnoods het hele ding cadeau doen. Maar nooit lenen, want niets is zo vervelend als een jaar lang moeten betalen voor een pleziertje dat na een paar weken z’n glans alweer verloren heeft.

Zinloos sparen
Anderzijds kan in het wilde weg sparen ook verkeerd uitpakken. Als kind dat terdege doordrongen was van het nut van sparen bracht ik jarenlang (een deel van) mijn zakgeld naar het postkantoor om het daar op mijn eigen rijkspostspaarbankboekje te zetten. Eens per jaar volgde bijschrijving van de rente. Yes! Gratis geld!

In mijn tienertijd kwam de klad in het spaargedrag en toen ik een jaar of achttien was, hief ik het slapende spaarbankboekje op. Het bedrag was verder toegenomen, maar ik herinner me een licht gevoel van spijt omdat het inmiddels niets meer voorstelde in het licht van mijn uitgavenpatroon. Goedbeschouwd had ik er als kind meer plezier van kunnen hebben dan als jong-volwassene die met veel grotere bedragen omgaat. Dit soort sparen heeft geen zin.

Een opleiding wordt als een huis
Het maakt uit waarvoor je spaart en het maakt uit waarvoor je leent. De meeste begerenswaardigheden, vooral in de frivole sector, komen voor sparen in aanmerking, maar een huis is te duur en te essentieel. Tegen de tijd dat je dat bij elkaar gespaard hebt, ben je dood. Gelukkig bestaan er hypotheken. Een opleiding in het hoger onderwijs wordt nu ook zoiets als een huis. In de formatiebesprekingen hebben de PvdA en de VVD overeenstemming bereikt voor afschaffing van de studiefinanciering en invoering van een sociaal leenstelsel voor studenten.

Studentenvakbonden protesteren tegen deze plannen, omdat ze vinden dat je studenten niet kunt opzadelen met een schuld van 12.000 euro. Dit zal jongeren uit de lagere sociale klassen ervan weerhouden een studie te beginnen. Kinderen van rijke ouders worden op die manier bevoordeeld.

Ongegronde leenangst
Ik betwijfel of die angst klopt. Er is geen betere investering in de toekomst dan een goede opleiding. Mensen met een universiteits- of hbo-diploma verdienen op jaarbasis 20.000 euro meer dan mensen zonder zo’n diploma. Natuurlijk zijn dit gemiddelden. Er zijn genoeg mensen met lagere (of zonder) diploma’s en een hoog inkomen, er zijn ook genoeg mensen met een universitaire graad die geen baan kunnen vinden. Toch liggen de kansen op een comfortabele financiële positie voor mensen die een studie hebben afgerond beter dan voor mensen die meteen na school gaan werken. Het zou echt kortzichtig zijn om vanwege leenangst geen studie in het hoger onderwijs te beginnen, zeker omdat je pas hoeft terug te betalen, als je daadwerkelijk een baan krijgt.

Geld lenen voor zoiets belangrijks en profijtelijks als een studie zal studenten bij de les houden. Het is een veel rechtvaardiger manier om boemelen te voorkomen dan de terecht afgeblazen onverhoedse langstudeerboete. Maar belangrijker is dat het geld dat iemand spaart door geen studieschuld aan te gaan vergelijkbaar is met het geld dat ik opstreek door mijn zakgeld naar de spaarbank te brengen.

Peanuts dus.