Spring naar de content

Vijf urgente mooiweertips voor het weekeinde

Dit wordt het laatste zomerse weekeinde van het jaar, en dat wil ik weten ook. Voordat de regen terugkeert, de sneeuw en kou hun intrede doen en de dagen steeds korter, donkerder en stiller worden, gedraag ik me dit weekend nog één keer alsof het hartje zomer is.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Zie het als een vriendelijk protest tegen de somberte die bij de herfst en winter horen, maar u mag het ook zien als een eerbetoon aan het licht en de warmte die ons zo goed doen.

Nog steeds loop ik niet in een jas, nog steeds draag ik mijn instappers van van de zomer, nog steeds rol ik mijn mouwen flink hoog op om mijn armen te warmen aan de allerlaatste, steeds zwakker wordende zonnestralen van 2012 – ik ben nog niet toe aan de winter, ik probeer haar voor te zijn en nog zo lang mogelijk van me af te houden. Ik geef me nog niet gewonnen.

Als u mee wil doen om de zomer van 2012 dit weekeinde ten grave te dragen, graag, en hierbij alvast een paar tips:

1. Zaterdag ga ik zwemmen in de zee. Het water is nog helemaal niet zo koud als u wellicht denkt. En ik ga in Adamskostuum, want behalve afscheid nemen, wil ik me voorbereiden op de nieuwe seizoenen en dat vergt grote schoonmaak. Ik loop zo ver mogelijk de zee in, blijf tot ik het koud krijg en ga er dan uit. Opwarmen doe ik in Parnassia in Bloemendaal aan Zee of in een van de strandtenten die het hele jaar door mogen staan.

2. Daarna fiets ik door de duinen naar huis, gewapend met mijn verrekijker om vogels te bekijken, stap ik af en toe even af om de duizelingwekkende schoonheid van het dampende landschap tot me te nemen, de extatische geuren op te snuiven van opgewarmde, rottende aarde met een vleugje houtvuur van ergens vandaan. En als moeder-de-vrouw meegaat, dan sluit ik niet uit dat wij ergens een duinpannetje pikken – nu kan het nog, nietwaar.

3. Eenmaal thuisgekomen doe ik eindelijk mijn belofte gestand om de tuin winterklaar te maken. Ik ga lekker boompjes snoeien, onkruid los steken en opruimen, en ik vraag mijn buurman of ik zijn bladblazer mag lenen. Eerlijk gezegd verheug ik me vooral daarop: dat machtige gevoel dat me overspoelt wanneer ik zijn hogedrukspuit mag gebruiken, keert meteen terug als ik zijn bladblazer ter hand neem. Mijn vrouw vindt het maar raar dat ik soms uren achtereen sta te blazen, en zelfs de bijeengeblazen stapeltjes met bladeren van de ene hoek van de tuin verblaas naar de andere, en vice versa. Het zal wel een mannending zijn.

4. Ik woon in een zeer gezellige straat met mensen die over het vermogen beschikken in no time een barbecue te organiseren voor een aanzienlijke hoeveelheid mensen. Ik ga ervanuit dat zaterdagmiddag om een uur of vier het vuur aangaat en wij nog een keer gezamenlijk genieten van de satéstokjes en die moddervette, overheerlijke spareribs.

5. Als tegen half acht dan de straatlantaarns aangaan en wij als brave kindertjes naar binnen gaan, en hopelijk voor het eerst die dag, dan leggen we de uitgeraasde en uitgeputte kinderen in bed, drinken een goed glas wijn en proosten op de winter, terwijl we op het Journaal zien dat we op zondag nog een kleine toegift krijgen.

Daarna schakelen we naar Eredivsie-Live voor Heracles-Ajax.

Onderwerpen