Spring naar de content

Cultuur hoef je niet te examineren

Het protest tegen de dreigende afschaffing van het vak cultureel kunstzinnige vorming (ckv) op havo en vwo, een plan van demissionair minister Marja van Bijsterveldt, lijkt veel op het protest tegen de kunstbezuinigingen in het algemeen. Dit zal 1500 leraren hun baan kosten, waarschuwt de Algemene Onderwijsbond. Kunsteducatie is een noodzakelijke voorwaarde om later in een kenniseconomie aan de slag te kunnen, meent de Vereniging Kunsten ’92. Het zoveelste bewijs dat alles wat met kunst heeft te maken meedogenloos wordt weggesaneerd, vinden de cultuurminnaars.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Beatrijs Ritsema

In eerste instantie was ik het eens met deze protesten. Het lijkt er inderdaad op dat cultuur als iets tweederangs wordt weggezet, als onbelangrijke franje vergeleken bij kernvakken als wiskunde, Engels en Nederlands. Maar het voorstel van de minister gaat over afschaffing van ckv als verplicht eindexamenvak, niet over afschaffing als zodanig.

Tussen die twee situaties bestaat een wereld van verschil. Als een vak belangrijk genoeg is om landelijk te worden geëxamineerd, dan moeten er eenduidige eindtermen zijn om op te toetsen. Bij ckv lijkt dat behoorlijk ingewikkeld, omdat het amorfe veld van kunst en cultuur sterk leraarafhankelijk is en te veel mogelijkheden biedt om iets op te steken. Je kunt kiezen voor kunstgeschiedenis, daar zit nog enige lijn in, maar cultuur is breder dan alleen de geschiedenis van stromingen en bovendien: het vak heet niet voor niets vorming.

De school heeft als kerntaak om leerlingen tot een bepaald niveau van kennis te brengen, vastgelegd in leerdoelen die op het eindexamen worden getoetst. Daarnaast zijn er allerlei andere, vagere doelen, samen te vatten onder de noemer ‘vorming’. Van oudsher vallen vakken als tekenen, muziek en gymnastiek hieronder. In de afgelopen decennia is het vormingspakket op middelbare scholen verder opgetuigd met techniek, verzorging, handvaardigheid, burgerschapskunde, maatschappelijke stage en (in voorbereiding) homo-educatie. Sommige van deze vormingsvakken kunnen als relevanter worden aangemerkt dan andere. Maar ckv is in deze sector het enige dat het tot status van eindexamenvak heeft geschopt. Waarom eigenlijk?

De bedoeling van ckv lijkt mij dat het horizonverbredend is. Leerlingen komen in aanraking met cultuuruitingen (theater, musea, klassieke muziek of film, dans), die anders makkelijk aan hun aandacht ontsnapt zouden zijn en die nu wellicht hun interesse wekken. Veel zaad zal op ongeïnteresseerde rotsen vallen, maar een enkeling wordt geraakt en dat is mooi meegenomen. De blootstelling lijkt mij belangrijker dan het toetsen van kennis op het eindexamen. Het bijwonen van en reflecteren op het gebodene gedurende de periode dat zo’n vak op het lesrooster staat kan een school gewoon verplichten en sanctioneren. Daar is geen eindexamentoetsing voor nodig.

Van een paar jaar geleden herinner ik me de dochter van een vriendin die ondanks veel spijbelen met hangen en wurgen haar eindexamen gymnasium had gehaald. Maar het diploma kreeg ze pas overhandigd toen ze de gymnastieklessen waar ze maandenlang was weggebleven had ingehaald. Gymnastiek is weliswaar geen eindexamenvak, maar aanwezigheid gedurende de lessen is wel een formele verplichting. Zo kan ckv ook worden ingericht. Dan hoeven er ook geen 1500 leraren met ontslag.

Onderwerpen