Spring naar de content

Het trauma van Bouaouzan en het kampleven van Büttner

De vader van Alexander Büttner heeft gestudeerd, aan de universiteit nog wel. Deze en vele andere wetenswaardigheden over de man stak ik op toen ik laatst een interview met hem las, in NuSport.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Ooit, lang geleden, toen NuSport nog Sportweek heette, sloot ik een proefabonnement af waarbij ik ‘alleen de verzendkosten zou betalen’. Intussen ben ik vier keer verhuisd en het proefabonnement moet al een keer of vijftien stilzwijgend zijn verlengd. Wanneer ik bij mijn ouders kom, liggen er twee of drie nieuwe Nummers op me te wachten. Die lees ik dan achter elkaar uit, waarna mijn moeder ze weggooit en ik weer vertrek. Niemand bij ons thuis die er verder een woord aan vuil maakt. Zo gaat dat, met rituelen.

Vorige week kwam het nieuws dat NuSport een maandblad wordt. Ik moest denken aan mijn toekomstige bezoekjes aan het ouderlijk huis. Nergens een tijdschrift in vers plastic te bekennen, in elk geval niet meer dan één. (Is het trouwens niet wrang, een maandelijks verschijnend tijdschrift dat NuSport heet?).

De pijn van de dader
Daaraan dacht ik toen ik dit weekend weer eens thuiskwam en het plastic van mijn stapeltje NuSports trok. Ik las een interview van Steven van der Hoeven met Rachid Bouaouzan. Het was een prachtig, onaangenaam vraaggesprek. Bouaouzans naam zal voor altijd verbonden zijn met die van Niels Kokmeijer, wiens been hij jaren geleden op onbehouwen wijze aan gort schopte. Kokmeijer leek voor de rest van zijn leven invalide, Bouaouzan kreeg een langdurige schorsing, een boete en een trauma voor het leven.

Tegenwoordig voetbalt hij in Zweden. Meteen vraagt Bouaouzan of Kokmeijer meewerkt aan het artikel. Het antwoord is nee en dat maakt het interview juist zo sterk: Bouaouzan krijgt eindelijk de ruimte zélf te vertellen over wat ook voor hem een zwarte dag moet zijn geweest. Van der Hoeven gaat op zoek naar de pijn van de dader. Die vindt hij niet echt. Bouaouzan is eerlijk: hij heeft geen spijt, hij kan geen berouw tonen voor iets wat hij niet opzettelijk heeft gedaan. En, zo benadrukt hij, alles wat gebeurt, gebeurt met een Goddelijke reden. Dat zullen de mensen in Nederland niet graag lezen, antwoordt Van der Hoeven. Nee, zegt Bouaouzan. Maar toch geloof ik dat.

Büttner in Kleintjeskamp
Eerder al interviewde Wouter Scheepstra de vader en broer van Manchester United-back Alexander Büttner. Het was het grappigste artikel dat ik in tijden las. De familie Büttner woont op een kamp in Arnhem, Kleintjeskamp. De bewoners van Kleintjeskamp hadden een groot feest gevierd toen een van hen bij een van de grootste clubs ter wereld had getekend. ‘Met vuurwerk, volkszangers en veel drank’. Vader Christiaan en broer Denny waren helemaal zo trots als wat, ze hadden zelfs hun baan in de metaalbusiness moeten opgeven.

‘Daar hebben we sinds de transfer van Alex geen tijd meer voor.
Wat ze dan zoal deden?
Nou, veel naar Manchester gaan natuurlijk.
En wat deden ze dan in Manchester?
Christiaan: ‘Wat je dan doet? Een beetje zonnebanken, sauna, fitness, zwemmen.’
Denny: ‘Elke dag uit eten, kleren kopen.’
Vader Christiaan legde uit hoe hij zijn zoons had opgevoed. Met de harde hand.
‘Even bij dat oortje pakken en een schop onder de kont.’ Hij deed het ook nog even voor, in
de lucht. Als een acteur in een pantomime over kindermishandeling.

Kuttologie
En analyseren natuurlijk, eindeloos analyseren. Denny en Alexander zaten zo twee, drie uur voor zo’n magneetbord, waarop hun vader met zijn engelengeduld hun fouten  inzichtelijk probeerde te maken.

Alexander eindigde aan de top, Denny niet. Hij was allergisch voor huisstofmijt, maar daar
wilde Christiaan het niet te lang over hebben. Ze hadden het tenslotte over hem. We hebben het constant over jou, antwoordde Denny. Waar Christiaan op inhaakte door te zeggen dat hij niet alles uit zijn carrière had gehaald. De vrouwtjes hè… Niet dat hij dom was, hoor. Hij had zelfs nog aan de universiteit gestudeerd.
Kuttologie.
Daar moest Christiaan zelf erg om lachen.
En Denny lachte mee.

Ik dacht aan het verdwijnen van NuSport als weekblad – het overkomt de beste, daar niet van – en hoe slecht dat nieuws was voor toekomstige Rachid Bouaouzans en Christiaan Büttners, voor al die mensen die een verhaal hebben maar naar wie we niet automatisch geneigd zijn te luisteren.

En voor mij. Voortaan zullen de rafeligste randen van de sportactualiteit weer oplossen in het duister.