Spring naar de content

Delen is het nieuwe hebben

Delen en ruilen is iets van alle tijden. Maar door de technologie van de eenentwintigste eeuw leeft de ruilhandel en het delen weer helemaal op, op grotere schaal dan ooit.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Lisette Wouters

Deze maand besloot ik mee te doen met Buy Nothing New Maand en daar heb ik me goed aan gehouden. Hoewel, zo’n grote uitdaging was het niet: ik had het te druk om überhaupt een winkel in te lopen, dus om nou te zeggen dat ik mezelf op de proef heb gesteld is niet helemaal waar. Maar veel belangrijker dan of ik me kan inhouden in een winkel, zijn de nieuwe mogelijkheden die ik heb ontdekt, want die maken winkels veel minder interessant. Ik oefende mijn opruimkunsten om te ontdekken wat ik al had, haalde mijn creatieve kant naar boven en wakkerde mijn liefde voor tweedehands nog wat aan. Maar het meest interessant vind ik toch wel de mogelijkheden die delen, lenen en ruilen bieden.

Van ik naar wij
Het zal misschien door de crisis komen, maar volgens trendwatchers begint er nu een einde te komen aan iets wat ‘hyperconsumptie‘ is gaan heten: kopen, kopen, kopen. Er volgt nu een tijd van geconcentreerd streven naar minder, zeggen zij in de Trendrede 2013. Volgens deze toekomstdenkers ligt de tijd van ‘Het Grote Ik’ achter ons en draait het in de toekomst meer om gebundelde kracht. Delen, lenen en ruilen in plaats van aanschaffen, bijvoorbeeld.

Voor mijn generatie (twintigers) maar vooral die onder mij is delen weer een tweede natuur geworden: op internet worden video’s, foto’s, bestanden en kennis aan de lopende band gedeeld. Social innovator Rachel Botsman stelt in haar TED talk dat die online deelgewoonten nu ook steeds vaker offline worden toegepast. “Er vindt een verschuiving plaats van de hyperconsumptie van de 20e eeuw naar de samenwerkende consumptie van de 21e eeuw,” aldus Botsman.

Marjolijn ging via een leensite op zoek naar een kledingrek

Het kledingrek
Een paar weken geleden scheef ik me in op leensite Peerby. Al snel kreeg ik via de mail een oproep van de Nijmeegse Marjolijn: ze hield deze maand een kledingruilavond met vriendinnen en was op zoek naar een kledingrek. Kopen ligt dan het meest voor de hand. Dat zou echter een donkere toekomst betekenen voor het rek, in de kast, wachtend op een volgende kledingruil. In plaats daarvan deed Marjolijn een poging om een rek te lenen.

Binnen een uur had Marjolijn al een reactie, en op de kledingruilavond prijkten de ruilwaren op twee kledingrekken. Het was haar eerste leenervaring. “Het voelt wel apart om iets te lenen van een vreemde. Ergens voel ik me ook wel bezwaard, ik heb het gevoel dat er iets tegenover moet staan. Maar dat is juist het principe, en het motiveert mij weer om dingen aan anderen uit te lenen,” vertelt Marjolijn me.

Peerby-lid Elkie is één van de twee uitleners van het kledingrek. Ook voor haar was het de eerste keer. “Ik ken Marjolijn niet, en het schoot wel door mijn hoofd dat ik het rek misschien nooit meer terugzie. Toch verwacht ik dat niet: ze komt het zelf bij me halen en ik heb haar nummer.” Vertrouwen is natuurlijk een belangrijk aspect in dit soort systemen, maar het mooie is dat we dat automatisch opbouwen op het web, omdat we allemaal een spoor achterlaten van bijvoorbeeld reacties en beoordelingen. Ook Elkie heeft haar kledingrek ondertussen terug.

Tent: zelf bezitten of delen met de buren?

Van bezit naar toegang
We hebben allemaal de natuurlijke drang om te bezitten, legt Rachel Botsman uit in haar TED talk. Daardoor kopen we echter heel veel spullen met een lage gebruiksfrequentie, spullen die 99 procent van de tijd in de kast wegkwijnen. Zoals het kledingrek uit bovenstaand voorbeeld. Of neem een boor: we hebben er bijna allemaal één, maar gemiddeld wordt dat apparaat maar twaalf minuten van zijn leven gebruikt. En wat denkt u van een statafel, een tent, feestverlichting of een grasmaaier? Het is niet het product dat we nodig hebben, maar het doel: wat het voor ons doet. Daarvoor hoeven we het niet te bezitten, we hebben slechts toegang nodig tot het product.

En dat wordt steeds makkelijker. Op websites als Peerby of Spullendelen kunnen we in een oogopslag zien wie in de buurt wat te bieden heeft. Binnen een straal van vijf km rond mijn huis hebben op Spullendelen bijvoorbeeld 85 personen een profiel. Ze bieden spullen aan als een sapcentrifuge, een schuurmachine, een pastamachine, een schildersezel, een backpack of een vijfpersoonskoepeltent. In ruil daarvoor kan iemand bij mij bijvoorbeeld een keer die broodbakmachine komen lenen die ik tijdens het opruimen tegenkwam. 

Onpersoonlijk
Ik hoor u denken: waar is het persoonlijk aanbellen voor een kopje suiker gebleven? Het lijkt inderdaad onpersoonlijk, maar het is juist het internet dat ons dichter bij elkaar brengt. Uiteindelijk ga je toch ‘offline’ op bezoek om die BBQ of regenjas op te halen. En drink je nog even een kopje koffie. Peerby-lid Elkie zegt dan ook na haar eerste uitleen-ervarig: “Het is een mooie manier om in contact te komen met mensen uit de buurt. Het initiatief kan mensen minder geïsoleerd maken, en dat is een mooi bij-effect.”

Niet alleen door het delen van spullen brengt internet ons dichter bij elkaar. We delen weer vaker een autorit door digitaal te liften zoals ik hier schreef, we koken voor elkaar via sites als Thuisafgehaald, doen klusjes voor elkaar via bijvoorbeeld Noppes, slapen bij elkaar op de bank via Couchsurfing of delen elkaars huizen via woningruilsites.

Allemaal niet nieuw, maar de technologie van deze eeuw geeft het wel een nieuwe impuls waardoor we het herontdekken. Bij het volgende ‘Had ik nou maar een…’ momentje kunt u misschien twee keer nadenken: moet ik het aanschaffen, of kan ik het lenen? En dan mag u zelf beslissen of u overal aanbelt of even op internet kijkt.