Spring naar de content

Politiek moment van de week: de motie tegen Dijsselbloem

Man van deze politieke week is uiteraard Jeroen Dijsselbloem. Onze minister van Financiën werd maandag gekozen tot voorzitter van de Eurogroep, het informele overleg over de financiële situatie in de eurozone. De benoeming van de kersverse voorzitter leidde tot een ‘spoeddebat’ in de Tweede Kamer.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Pieter Yspeert

In de serie ‘politiek moment van de week’ belicht HP/De Tijd wekelijks een bijzonder moment in de vaderlandse politiek. Een bijzondere kamervraag, een opvallende motie; de krenten uit de Haagse pap.

Jolige vertoning
Vanwege Dijsselbloem’s benoeming liet de Partij voor de Vrijheid bij monde van woordvoerder financiën Tony van Dijck weten de minister niet meer te vertrouwen. Volgens de PVV behartig je als voorzitter van de eurogroep op de eerste plaats het belang van de euro en komt Nederland op de 2e plaats. Kortom: “Nederland laat zich de mond snoeren in ruil voor een voorzitterschapje.” Om zijn motie van wantrouwen in te kunnen dienen vroeg Van Dijck een spoeddebat aan, die ruime steun kreeg in de Kamer.

Het debat ontaardde echter in een jolige vertoning. Uitgezonderd de PVV maakte niemand gebruik van het spreekrecht – waardoor het debat slechts enkele minuten duurde. De overige partijen grepen het aanroepen van Dijsselbloem vooral aan om hem te feliciteren met zijn benoeming. De rij voor vak K was lang.

Dubbele belangen
Overigens had de Luxemburgse voorganger van Dijsselbloem, Jean-Claude Juncker, weinig moeite met dubbele belangen. Namens het Groothertogdom nam Luc Frieden plaats bij het Eurogroep overleg, waardoor Juncker zich kon beperken tot een sturende taak als voorzitter. Dit scenario is voor Nederland ook denkbaar. D66-leider Alexander Pechtold pleitte al eerder voor een extra staatssecretaris van Financiën.

Hoe het ook uitpakt: de naam van Jeroen Dijsselbloem is definitief gevestigd in de Nederlandse en Europese politiek. Een Nederlander op een dergelijk belangrijke positie in Europa, zó slecht kan dat toch niet zijn?