Spring naar de content

Asscher moet beter naar Duitsland luisteren

Gezien zijn familiegeschiedenis snappen wij best dat vice-premier en minister van sociale zaken Lodewijk Asscher niet dol is op het Duitse volk. Maar als hij serieus is in zijn poging om de economie van ons land te herstellen en de hoge werkloosheid terug te dringen zal hij toch beter moeten leren kijken naar onze grootste buur en de sterkste economie van Europa.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Geert Poorthuis

Sinds de Duitsers
Asschers optreden gisteren bij De Wereld Draait Door was op zijn minst curieus te noemen. Hij sloeg bij vlagen wartaal uit en vroeg presentator Matthijs van Nieuwkerk naar zijn jongste bestedingen. Maar hilarisch werd het toen hij de hervorming van het ww-stelsel trachtte te verdedigen. Dat was volgens hem niet veranderd sinds 1945, ‘sinds de Duitsers’, aldus de tweede man van ons land. Het woord ‘Duitsers sprak hij met zoveel weerzin en nadruk uit dat wij een vermoeden van een trauma kregen.

Nu is Lodewijk Asscher van 1974 (zelfs nog van na de verloren WK-finale) maar het valt niet te ontkennen dat zijn familie zwaar heeft geleden onder de Duitse bezetting van 1940 tot 1945. Zonder daarover in details te treden (die iedereen overigens heel gemakkelijk op Wikipedia kan nazoeken) begrijpen wij dat sentiment. Het zij hem vergeven. Maar die gebeurtenissen zijn intussen wel 70 jaar geleden en niet alleen het Duitse volk, maar ook de economische werkelijkheid is veranderd.

Werkloosheid
De feiten zijn dat de werkloosheid in Duitsland nog net onder 7 procent van de beroepsbevolking ligt, terwijl wij in Nederland (ook wel wel eens aangeduid als de zeventiende Bondsstaat) inmiddels over de 8 procent zijn heen geschoten. Er verliezen in dit land elke dag 1000 mensen hun baan en aan die stijging komt voorlopig geen einde.

Waarom doet Duitsland het beter dan wij? Daar zijn twee oorzaken voor: de Duitsers hebben de laatste decennia flink geïnvesteerd in de maakindustrie waardoor zij krachtiger kunnen exporteren, niet alleen naar buurlanden in Europa, maar ook naar markten die verder weg liggen. Een mooi voorbeeld daarvan is natuurlijk de Duitse auto-industrie die over de hele wereld triomfen viert. ‘Duits rijden’ is een begrip geworden. Nederland heeft alleen nog filialen van buitenlandse autoproducenten. Wij voeren liever door.

Huizenmarkt
Daarnaast is in Duitsland de bouwsector (vooralsnog) niet ingestort. In Nederland is de huizenmarkt decennialang een zeepbel geweest waardoor nu niemand meer een huis koopt of laat verbouwen. In Duitsland waren de huizenprijzen altijd bescheidener (of meer realistisch, wat u wil) en heeft men dus wel budget om de bouwvakkers aan het werk te helpen. En niet alleen de bouwvakkers maar ook de hele aanleverende sector die daarbij hoort.

Asschers collega Dijsselbloem begrijpt de zaak beter: die werkt met de Duitsers samen om Europa te saneren. Een oud adagium vermeldt dat als het met Duitsland goed gaat ook Nederland profiteert. Maar daar hoort dan wel een open blik bij voor de verdiensten van de Duitse economie. Niemand wil de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog en de Jodenvervolging vergeten of bagatelliseren. Maar van de mensen die tegenwoordig onze oosterburen zijn hebben wij meer te leren dan te vrezen.