Spring naar de content

Arjen Robben, Mark van Bommel, en de moeder aller high fives

Oké, die goal hebben we nou wel gezien. Het juichen, de plotseling stilgevallen Dortmund-supporters, het militaristische ‘Was? Was? Was?’ van Robben. Heel mooi allemaal. Maar het beste moment van de finale is schandelijk onderbelicht gebleven.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Dries Muus

In de hoofdrollen: Arjen Robben en Mark van Bommel. In de bijrollen: Tom Egbers en Bert van Marwijk. Robben stapt door de catacomben. Iemand – Van Bommel? – roept: ‘Boyke!’ Achter de glimmende Robben komt een nerveuze Tom Egbers aanzetten. Het drafje en de blik van de chronisch tegen de burn-out aanzittende event manager, de Man Met Het Klembord, die als de dood is dat het programma twee minuten uitloopt.

Robben heeft zijn Bayern-shirt nog aan. Daaroverheen een T-shirt met de tekst: ‘Football is coming Hoam’. Ja, ‘hoam’. Beierse humor. Om Robbens nek de winnaarsmedaille. In zijn linkerhand een afgeknipt stuk doelnet. Leuk voor later. In zijn rechterhand: niks. Handen schudden doe je nou eenmaal met rechts. Zelfs Arjen Robben. We verwachten wat felicitaties, het gebruikelijke slaapverwekkende commentaar (‘het blijft een teamprestatie, het is leuk dat je scoort maar het belangrijkste is dat je wint’), enthousiast geschudde handen.

Wat we krijgen is een klein wonder. De moeder aller high fives.

De high five
Er is een groot probleem met de high five: het gaat bijna altijd mis. Een gemiste high five is iets minder vervelend dan, bijvoorbeeld, een gemiste penalty in de slotfase van de Champions League-finale. Maar het komt in de buurt. Je ziet een vriend, de vriend ziet jou, jullie lopen op elkaar af, heffen de handen, in voorbereiding op de triomfantelijke bekrachtiging van een sterke vriendschap – en je slaat langs elkaar heen. Grijpt in de lucht. Treurig, treurig, treurig. En allebei weet je het zeker: dit is de schuld van de ander.

Terug naar de catacomben. Arjen Robben komt op Van Bommel af. Robben maakt een vreemd, hoog, triomfantelijk geluid. En dan. Zijn rechterhand gaat omhoog, ongeveer ter hoogte van zijn borst (wanneer spreek je van een high five? We moeten er niet al te technisch over doen, maar ik zou zeggen: als de hand hoger is dan de onderste ribben en de vingers omhoog wijzen. De echt hoge high five, de hand boven het hoofd, heeft iets meisjesachtigs – meer handjeklap dan high five).

Tien punten van de jury
Robbens rechterhand ontmoet, na een soepele zwaai, die van Van Bommel. Ongeveer ter hoogte van de schouders. Een perfecte klets. Handpalm tegen handpalm. Tien punten van de jury.

Dan de omhelzing. Een goede high five wordt net iets mooier met een omhelzing, ongeveer zoals een gekruld schot in de kruising net iets mooier wordt met een zwevende keeper. Het glorieuze moment duurt zo’n acht seconden. Wat we daarna zien is vermakelijk. Tom Egbers die zich op zijn gebruikelijke amateuristische wijze door het interview heen hakkelt. Bert van Marwijk die zegt dat het Robben ‘van harte gegund’ is (bedankt Bert). Mark van Bommel, de ex-voetballer die meer tijd aan zijn gezin wilde besteden, maar niet wist hoe snel hij analist moest worden.

Allemaal prima. Net als de finale. Mooie, gepassioneerde wedstrijd. Maar met terugwerkende kracht: toch vooral een heel aardige voorbeschouwing op de high five.