Spring naar de content

Wimbledon: de bevrijders van de modepolitie

Het woord modepolitie associeer ik met onvrijheid en onderdrukking. In het beste geval associeer ik modepolitie met een nichterige modegoeroe inclusief wijvenkapsel die achtervolgd wordt door een cameraploeg onschuldige mensen op straat beticht van een misdaad.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Tim Jansen

De overtreding heet dan ‘onderkoeld modebewustzijn’, zich uitend in een voorliefde voor praktische kleding. In het slechtste geval associeer ik modepolitie met een tiranniek islamitisch regime dat vrouwen dwingt zich te kleden conform religieuze standaarden.

Terreurfashonista’s van de All England Club
Keuzevrijheid is een groot goed, maar toch is er één brigade van de modepolitie die ik voor geen goud zou willen missen. De terreurfashionista’s van de All England Club. Hun opdracht is simpel: hou de kleding van spelers wit. Dat de modepolitie streng doch rechtvaardig is ondervond zevenvoudig Wimbledonwinnaar Roger Federer. De Zwitser werd door de kledingcommissie berispt, omdat hij in zijn eersterondepartij schoenen met oranje zolen droeg. Zoiets kan niet door de beugel op Wimbledon. Oranje mag dan leuk kleuren bij gemalen baksteen in Parijs, maar in Londen wordt stijl verwacht. En stijl is wit.

Roger Federer kreeg een berisping voor het dragen van oranje schoenen.

Daarom moeten outfits (inclusief accessoires zoals zweetbandjes) voor minstens 90 procent wit zijn. De ontwerpen worden officieel minimaal 90 dagen voor het toernooi gekeurd door de organisatie, al wordt schoeisel vaak niet aan een grondige inspectie onderworpen. Dat uitgerekend in Engeland zo’n enorme waarde wordt gehecht aan stijlvol gekleed bewegen over de tennisbaan, is ergens enorm grappig.

Vadsige melkflessen in te korte rokjes
Natuurlijk heeft Engeland een kleine stijve chique elite. Maar ik associeer het land vooral met vrouwen met vadsige melkflessen gestoken in te korte rokjes en mannen met een pokdalig gezicht, gekleed in voetbalshirts. Bereidwillig om in plaats van in het toilet op hun favoriete clublogo te kotsen.

De modepolitie is niet alleen grappig, het is tevens een mooi wapen tegen de voortwoekerende commercialisering van sport. Door de 90-procentregel zijn details als merklogo’s niet uit te bannen, maar het geeft merken minder ruimte om zich te onderscheiden. Uitpakken met nieuwe kledinglijnen en die koppelen aan grote namen is een stuk lastiger tijdens Wimbledon. Op Wimbledon worden de tennissers marketingtechnisch genivelleerd. Je identiteit haal je niet uit mouwloze shirtjes, schreeuwende kleuren of driekwartsbroeken, maar uit je tennisspel.

Een spelletje dat door televisiekijkers in het geval van Wimbledon aandachtiger gevolgd moet worden dan bij andere toernooien. Wie even niet oplet kan de spelers zo maar verwarren. Federer gemakzuchtig herkennen aan zijn rode shirt is onmogelijk. En aan zijn zolen dus ook niet meer. De modepolitie leidt ons weg van randzaken, naar schitterend tennis op een prachtige baan. Dat is geen onderdrukking, maar bevrijding.