Spring naar de content

Hoe je burgerlijk wordt zonder dat je het ooit had verwacht

Met kinderen word je burgerlijk. Dat zeiden mensen altijd, maar ik wist zeker dat het niet zo was. Ik zou kinderen krijgen en heel wild en on-burgerlijk blijven.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pauline Bijster

Ik ben toch veel te jong om burgerlijk te zijn? Ik ga nog wel eens naar festivals (niet zo burgerlijk). Oja, ik neem mijn kinderen ook nog wel eens mee naar festivals. Ja, ik kan heus wel andere dingen verzinnen die niet traditioneel zijn aan onze opvoeding.

Maar: we eten wel rond zes uur. Nou ja, het wordt wel eens half zeven. Met kinderen is het echt niet zo handig om als een bon vivant pas rond achten te eten. Ze zijn tegen die tijd al hongerig in slaap gevallen.
Ik dacht ook dat ik nooit op verjaardagen zou zeggen “we moeten niet te laat naar huis!”. Zo zijn er nog meer van die dingen, die je pas doet en misschien pas begrijpt als je kinderen hebt. En die al mijn kinderloze vrienden echt helemaal niet begrijpen.

Kamperen
Maar nu het ergste: we gaan kamperen. In Frankrijk. Middenin de zomervakantie.
Ja, echt. En misschien is het burgerlijke ervan niet eens alleen dat we gaan kamperen in Frankrijk in augustus, maar meer nog dat ik me er dus héél erg op verheug.

Vorig jaar waren we in Denemarken, en in Kopenhagen zelfs een paar dagen, dat was nog ergens hip. Maar nu hadden we zin om te kamperen, omdat de kinderen dan veel buiten konden zijn. En wij ook. Omdat het niet te duur was. We hadden zin in lekker weer, en in meertjes en beekjes. We hadden zin in lekker eten vooral. We wilden er best een stuk voor rijden maar niet te lang. We hadden heimwee naar de vakanties toen we zelf nog kinderen waren, en toen alles goed was in de zomervakantie.

Er was dus maar één oplossing: kamperen in Frankrijk. Scandinavië was te koud, Kroatië en Italië te ver rijden. Vliegen te duur. Buiten de schoolvakanties op vakantie gaan had ik al een paar keer gedaan, de basisschool zou dit jaar echt geen oogje meer dichtknijpen. Frankrijk, ja Frankrijk zou perfect zijn. Gewoon in de zomervakantie. Met wijn en stokbrood en croissants.

Ik was zelfs trots op dit briljante vakantieplan.
De campings zou ik van tevoren regelen, zodat we niet met jengelende kinderen in een te warme auto hoefden te zoeken daarnaar. Nog burgerlijker.
We hebben een heuse lijst met spullen die allemaal mee moeten.
We hebben een opklaptafeltje en een gasstel. Een zaklamp. Een luchtbedpomp. Een tas met boeken voor ons.
Ik glim van trots en heb me zelden zo goed op een vakantie voorbereid.

Minpuntje
Er is één minpuntje.
Op de school van mijn kinderen hadden ze het over de zomervakantie gehad, waarna mijn zoon thuiskwam met de woorden: “Mijn halve klas gaat kamperen in Frankrijk.”
Oei. De hele Vinexschool gaat dus ook kamperen in Frankrijk.

O nee, twee minpuntjes.
Een collega vroeg me om een stukje te schrijven over het volgende onderwerp: ‘Waarom ga je ‘voor de kinderen kamperen’ terwijl je dat nooit deed en het je absoluut niets leek, voordat je kinderen had?’