Spring naar de content

Twee maanden met Edwin de Roy van Zuydewijn

De instructies waren duidelijk: de uitwisseling zou plaatsvinden vlakbij het Amstelveld. We moesten strikt op tijd zijn. Nou ja, we. Eén van ons. Niet de hele redactie. De foto stond op een cd’tje. Edwin de Roy van Zuydewijn zou de operatie van een afstand gadeslaan. De cd zou overhandigd worden door een tussenpersoon. We hoopten op een grijze man in trenchcoat.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Dries Muus

‘Kan je die foto niet gewoon mailen?’ had ik nog gevraagd, over de telefoon.
‘Mailen’, schamperde De Roy van Zuydewijn. ‘Heb je enig idee wie er allemaal meelezen?’

Het bleek een foto te zijn van koningin Juliana, prins Bernhard, en Bernhards broer Aschwin, gekleed in een SS-uniform. De foto hoorde bij het eerste stuk dat Edwin de Roy van Zuydewijn schreef als gastredacteur voor Propria Cures.

De eerste avond dat we hem zagen, was ook al op het Amstelveld.
‘Sauvignon blanc?’ vroeg hij de serveerster. ‘Is dat uw beste wijn? Doet u die maar. Ik zit hier met het miljoenenconcern Propria Cures, begrijpt u.’
We proostten. Eén redacteur belandde in de goot. Letterlijk. Hij gooide dode bladeren over zich heen, terwijl hij riep: ‘Ik leef. Ik leef.’
Edwin was toen al een tijdje weg.

Witte busjes
Later nodigde hij ons uit op zijn tijdelijke kantoor. ‘Zwaai maar even’, zei hij, terwijl hij hartelijk zijn middelvinger opstak naar het witte busje aan de overkant. Toen we een paar uur later het pand weer uitliepen, stond het busje er nog. De lichten gingen aan op het moment dat de voordeur openging. De Roy van Zuydewijn werd niet alleen permanent geschaduwd, hij werd ook nog eens permanent geschaduwd door bijzonder incompetente achtervolgers.
‘Zonder Pablo had ik het allang opgegeven’, zei hij. De hond sleurde hem naar buiten.

Een goede vriend vroeg me om Edwins telefoonnummer. Hij wilde voor een afstudeerproject een filmpje met hem maken. Een tour langs zijn favoriete plekken in Amsterdam.
Edwin zegde toe.
‘Ik ben een bibliofiel’, zei hij, in de Oudemanhuispoort, bij de boekenstalletjes.
Bij het Paleis op de Dam zei hij: ‘Als ik mijn groene keukenkastjes blauw wil verven, moet ik bij de gemeente zes verzoeken indienen. Trix plaatst rustig een lift in het Paleis op de Dam.’

De rechtszaken
Drie of vier stukken schreef hij voor PC. Daarna ging het niet meer: hij was te druk met de rechtszaken, met alle ellende. Er was aangifte tegen hem gedaan, wegens ‘Schending ambtsgeheim.’ Twee rechercheurs stonden bij zijn moeder voor de deur.
Hij stelde voor om nog eens te borrelen. Die week had hij geposeerd voor een advertentie. Na een uur ging hij weg – Pablo moest naar buiten. Edwin betaalde de rekening en de volgende twee rondjes.

Een paar jaar geleden zag ik hem voor het laatst. Vlakbij het Rijksmuseum hoorde ik mijn naam. Edwin de Roy van Zuydewijn herkende mij op straat. We praatten kort, hij vroeg hoe het met de rest van de redactie was. Toen werd hij meegesleurd door Pablo.