Jeugdwerkloosheid: busje komt zo
Een werkdag doorbrengen in een bus vol niet onaantrekkelijke jongedames. Dat buitenkansje was dinsdag weggelegd voor minister Asscher (zie beneden),
beter bekend als de Robin Hood van de werkloze jeugd. De minister van Sociale Zaken steunt hiermee de actie van Randstad, dat binnen vijf weken tienduizend jongeren aan een baan wil helpen.
Jeugd op Zoek
De overheid investeert tot 2015 vijftig miljoen euro om de op dit moment 150.000 werkloze jongeren aan een baan te helpen. Om de jeugdwerkloosheid in ons land te bestrijden, begon Randstad de campagne Jeugd op Zoek. De zogeheten Jeugd op Zoek-bus rijdt sinds 9 september door het land om werkzoekende jongeren voor te stellen bij bedrijven die jong talent een kans willen geven. Tijdens de busrit krijgen de jongeren trainingen en tips.
Een week na de aftrap op 28 augustus was er al voor ruim 2.300 jongeren werk. Volgens critici zouden de deelnemende bedrijven vooral meedoen om er zelf een financieel slaatje uit te slaan. “Tegen iedereen die cynisch doet, zou ik zeggen: doe het zelf en doe het beter,” aldus Lodewijk Asscher.
In veel Europese landen is het percentage werkloze jongeren hoger dan het gemiddelde werkloosheidpercentage van de Europese beroepsbevolking. De EU heeft 8 miljard euro uitgetrokken om jeugdwerkloosheid te bestrijden, maar Nederland krijgt geen cent. Het extra zakgeld gaat enkel naar landen waar de jeugdwerkloosheid meer dan 25 procent is, en dat is in ons land niet het geval. Volgens deskundigen is het probleem dat werkloze jongeren niet geschikt zijn voor de openstaande functies.
Beroepsopleidingen
In Oostenrijk en Duitsland bestaat jeugdwerkloosheid nauwelijks. Onze oosterburen zijn een voorbeeld voor veel Europese landen vanwege hun stelsel voor beroepsonderwijs. In Duitsland leren veel jongeren een vak binnen een bedrijf, wat goed uit lijkt te pakken voor beide partijen.
Een universitaire studie Zimbabwekunde of Metaphore in Discourse zet dus geen zoden aan de dijk – al betwijfelen we of dat ooit anders is geweest. We weten dus wat ons te doen staat: een vak leren, in de praktijk. Busje komt zo!
