Spring naar de content

De blokkendoos van het Louwmanmuseum

Gebouwen die bijna niemand mooi vindt zijn er genoeg. Maar hoe komen ze er? En kan er nog wat aan ge­daan worden? Architect Marjolein van Eig zoekt het uit en stelt verbeteringen voor. Deze week: het Louwmanmuseum aan de Wassenaarseweg in Den Haag.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marjolein van Eig

Een reactie op het eerste lelijke eendje van deze rubriek, het brugrestaurant over de A4, is van iemand met de naam jknl81. Ik gok dat het een man is, bijvoorbeeld Jasper Koning, geboren in 1981, uit Nederland. Of Jacques Kwist, niet lang, 81 jaar. Nu goed, daar kan ik nog wat op doorfantaseren.

Interessant aan deze reactie is dat jknl81 een lijstje noemt van iemand die zich de Medicalist noemt. Die naam klinkt dan weer een beetje creepy. Op de site Plazilla heeft deze Medicalist een toptien gepubliceerd van de lelijkste gebouwen van Nederland. Het is een boeiend lijstje, met leuke gedachten over de lelijkheid. Leuk, omdat de Medicalist ook nadenkt over wat er precies mis is en of dat anders zou kunnen. Maar daarover later meer.

Mislukt kledingoutlet met Disney-uitstraling
Nummer 6 op het lijstje van de Medicalist is het Louwmanmuseum aan de Wassenaarseweg in Den Haag, ontworpen door architect Michael Graves. Dat is zeker een fascinerend gebouw, om diverse redenen. Opvallend is de keuze voor de architect in combinatie met de functie van het gebouw: een automuseum. Mijn man en ik rijden er regelmatig langs in onze lelijke middenklasser, en we hebben lang gedacht dat het hier een of andere kledingoutlet betrof. De Disney-uitstraling van de gevel, die eerder aan een soort decorstuk doet denken dan aan een echt, ruimtelijk gebouw, en dan nog wel op deze chique plek in het land, is opmerkelijk. Een bordkartonnen pand tussen de landgoederen. Dat hier een museum voor auto’s is gevestigd, hadden we nooit geraden.

wassenaar
Het Louwmanmuseum lijkt meer op een mislukte kledingoutlet                                                                                                                                                                 Via Streetview

Autotentoonstellingsruimtes kenmerken zich over het algemeen door hun hightech uitstraling. Grote glasvlakken en veel glimmend staal. Dat past bij de uitstraling van de auto, zal de gedachte zijn. Snelheid en techniek. Bovendien zorgen de grote glasvlakken ervoor dat het product goed te zien is. Bureaus als Cepezed (Porsche) en UN studio (Mercedes Benz museum) hebben dergelijke snelle gebouwen op hun naam staan. Maar het Louwmanmuseum herbergt oude auto’s in plaats van moderne snelle bolides.

Archaïsch en traditioneel
Kennelijk gaat de voorkeur van verzamelaar Louwman uit naar een architectuur die refereert aan oude, traditionele kenmerken en archaïsche beelden. Ik ben niet binnen geweest, maar op internetplaatjes is te zien dat het gebouw niet ondergeschikt is aan de tentoongestelde auto’s; het gebouw trekt zelf net zo veel aandacht als de auto’s. Dat is toe te juichen; de meeste nieuwe musea cijferen zichzelf weg en zijn niet veel meer dan grote dozen met witten wanden.

De architectuur van het museum kan worden gerekend tot het postmodernisme. Dat is een stroming die is ontstaan in de jaren tachtig, als reactie op al het kale, ongezellige functionele beton van het modernisme dat sinds de jaren twintig lang populair is gebleven, tot ver na de oorlog.

Michael Graves
Michael Graves is een wereldberoemde Amerikaanse architect die veel heeft gebouwd. Hij behoorde in de jaren zestig tot de modernistische groep New York Five. Op een gegeven moment moet hij gedacht hebben dat een gebouw er prettiger uitziet als er een schuin dak op zit, herkenbaar en begrijpelijk is. Na deze ontdekking is hij daar niet meer van afgeweken. Ook wolkenkrabbers voorzag hij van kappen, waardoor ze een wat potsierlijk, cartoonesk uiterlijk kregen. Succesvol was het wel, en dat is het nog steeds.

Terug naar de Medicalist. Hij begrijpt zelf ook niet helemaal waarom hij dit museum zo lelijk vindt. En dat begrijp ík dan weer. Dat de architectonische beeldtaal geforceerd is, daarover zijn we het eens. Wat doen dakkapellen op een automuseum? Wat doen die gekke monumentale punten (is het een kerk, een huis, een entree?) naast die bakstenen dozen?

Wassenaar_sjop (1)
Een mogelijke oplossing: maak de blokkendozen puntig                    Via Streetview

De oplossing
Uiteindelijk komt de Medicalist met een geestige suggestie die ik hier heb uitgewerkt: zet de puntige gedeelten op de vierkante blokken. Hij ziet het museum dus eigenlijk als een blokkendoos, waarvan de blokken niet helemaal goed zijn gestapeld. Die punten, wat ze dan ook mogen zijn, horen niet op de grond, maar op een onderbouw. Traditioneel dus: plint-midden-kap. Ik stel voor dat aan één kant te doen, dat maakt het wat spannender. Dat is voor Photoshop een kleine moeite, met voor de architectuur een groot effect. Ik geloof echter niet dat dit echt de verbetering is waar de Medicalist en ik naar zoeken.