Spring naar de content

Verontwaardiging is uw verdomde plicht

Eén beeld van Kerstavond zal me nog lang bijblijven. Nieuwsuur liet een reportage zien over bootvluchtelingen op het Italiaanse eiland Lampedusa. Een deel van het parcours dat mannen, vrouwen en kinderen in de klauwen van mensensmokkelaars moeten afleggen, gaat dwars door de Sahara, waar de hitte meteen slachtoffers maakt.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Ann De Craemer

Sommigen vallen uitgeput van de gammele vrachtwagens waarop ze als menselijke vracht worden gestouwd, en blijven achter in de woestijn. “Er wordt niet op hen gewacht,” vertelde de commentaarstem. Daarna volgde een beeld van een zwarte vrouw die al een tijd in het zand moet hebben gelegen. Haar ogen staarden eeuwig naar de hemel. Nog voor roofdieren haar in een skelet zouden veranderen, hadden mensensmokkelaars een naamloze prooi van haar gemaakt.

Smet op het feestblazoen
Maar, zo dacht ik toen ik na Nieuwsuur op Facebook onophoudelijk foto’s van copieuze kerstdiners en glimmend cadeaupapier zag verschijnen, zijn diegenen die huis en haard verlaten om in ‘ons’ Europa een beter leven te zoeken ook niet het slachtoffer van onze eigen onverschilligheid? Als ongelovige wantrouw ik elke geestelijke leider, maar paus Franciscus had gelijk toen hij bij zijn bezoek aan Lampedusa in juli uithaalde naar de ‘globalisering van de onverschilligheid’.

Die onverschilligheid lijkt recht evenredig te zijn toegenomen met onze welvaart. Oorlog en ontbering kennen de meesten onder ons alleen uit de verhalen van ouders en grootouders. We hebben het zo goed dat ons inlevingsvermogen geslachtofferd wordt op het altaar van onze weelde. Nu al weet ik wat velen zullen doen wanneer ze deze tekst onder ogen krijgen: wegklikken, want in een periode waarin vrolijkheid tot olympische discipline is verheven, voelen onheilstijdingen als een smet op het eigen behaaglijke feestblazoen. Natuurlijk, initiatieven als Music for Life en Serious Request kennen succes, maar wanneer dergelijke acties buiten de eindejaarsperiode zouden plaatsvinden, zou er een pak minder geld worden ingezameld. Serious Request haalde 12 miljoen euro op voor kinderen met diarree, terwijl voor Syrië slechts 1,2 miljoen euro werd ingezameld. Was Syrië het thema van Serious Request geweest, dan hadden de kinderen in de vluchtelingenkampen meer geluk gehad. De westerse mens, die het individu belangrijker vindt dan de gemeenschap, schaart zich met Kerst plots wél collectief rond dezelfde doelen – of het nu het rijkelijk versieren van een kerstboom of het inzamelen van geld is.

Kinderen van Adam
Misschien is die tijdelijke vrijgevigheid echter meer een doekje voor het bloeden van het eigen schuldgevoel om zo veel luxe dan dat het om werkelijke betrokkenheid gaat. De rest van het jaar, wanneer we zelf minder de winterkou in onze botten voelen, zijn we onverschillig en klagen we liever over de eigen crisis, die voor de meesten onder ons  hoogstens een slok op de nieuwjaarsborrel zal hebben gescheeld. Nochtans maken we ook wanneer de kerstbomen zijn verbrand deel uit van een collectiviteit, en zouden we de woorden moeten onderschrijven van de Perzische dichter Saadi, die prijken op de ontvangsthal van het gebouw van de Verenigde Naties in New York: “De kinderen van Adam zijn als een lichaam met elkaar verbonden: zodra één deel pijn doet, doet het gehele lichaam pijn.”

Wanneer het echter over, bijvoorbeeld, de bootvluchtelingen van Lampedusa gaat, halen velen de schouders op en menen ze dat die Verenigde Naties of de Europese Unie het probleem maar moeten oplossen. Het is inderdaad ten hemel schreiend dat de EU pas in juni 2014 (na de Europese verkiezingen) zal beslissen of en hoe het Europese migratiebeleid moet worden bijgestuurd. De dames en heren in Brussel en Straatsburg zijn echter wel ónze verkozenen, en dus horen we luid en duidelijk te protesteren wanneer zij Lampedusa laten verworden tot een macaber eiland des doods. Als we het geloof in onze eigen proteststem opgeven, kunnen we maar beter ook meteen onze democratie begraven.

‘Kerststress’ als grootste probleem
Helaas botst die proteststem in toenemende mate op de met goud beklede grenzen van onze eigen comfort zone, en was het feit dat het betaalverkeer in België maandag twee uur vastliep het hoofditem van ons televisiejournaal. Er werden kerstshoppers geïnterviewd die klaagden over de stress die het betaalprobleem hun bezorgde. Een dag later werd het vluchtelingencentrum op Lampedusa ontruimd nadat een filmpje was opgedoken waarin migranten in een rij moesten wachten tot ze naakt werden besproeid met een middel tegen schurft. De kijker vindt het erg, zucht even, mompelt misschien dat al die bootvluchtelingen toch maar waaghalzen en gelukzoekers zijn, en neemt daarna met vanzelfsprekend gemak woorden als ‘kerststress’ in de mond. Wie tussen kerstkreten en diners toch zijn verontwaardiging laat horen, loopt het risico te worden aangekeken als pretbederver – een reactie die mij echt niet zal beletten om erover te schrijven.

Van mij mag iedereen zwelgen in zijn luxe en ermee pronken op Facebook, maar wie in de spiegel kijkt en daar alleen de eigen kerstlichtjes weerspiegeld ziet, is geen kind van Adam, maar net zo nep als de plastic kerstbomen die dezer dagen onze huizen vullen. Zeggen dat we machteloos staan tegenover mensen die geen kerst- maar overlevingsstress hebben en dat ‘de politiek’ het maar moet oplossen, is onzin. De vrouw in de woestijn van wie spoedig slechts een geraamte zal overblijven, heeft geen stem meer. Wij echter wel, en meer dan ooit beschikken we via onder meer sociale media over de middelen om die te laten horen – als men tenminste beseft dat die media tot zoveel meer kunnen dienen dan het posten van selfies.

Als inwoners van de Europese Unie hebben we de verdomde plicht onze stem niet alleen te gebruiken om Jingle Bells te zingen, maar om onze leiders erop te wijzen dat een mens een mens is, of hij nu bij zijn geboorte in een kerstsok wordt gewikkeld of alleen de kou van een Syrisch vluchtelingenkamp als deken heeft. Optimisme is een morele plicht, zei de filosoof Karl Popper. Laat me daar als Nieuwjaarsboodschap aan toevoegen dat verontwaardiging dat óók is.