Help! De Oost-Europeanen komen
2014 belooft een spannend jaar te worden: Bulgaren en Roemenen mogen vanaf 1 januari vrij naar ons land afreizen. De politiek maakt zich zorgen over de gevolgen daarvan, maar is het daar niet veel te laat voor? Het antwoord op die vraag luidt simpelweg ‘ja’.
In Nederland zijn het vooral de SP en PVV (en in mindere mate vicepremier Lodewijk Asscher) die zich hevig danwel een klein beetje verzetten tegen het opengooien van de grenzen voor nieuwe groepen Oost-Europeanen die hier komen wonen en werken – en de boel verstieren, dat ook natuurlijk. Maar liefst 8 op de 10 Nederlanders geeft de twee partijen (en Asscher) gelijk.
Maar Nederland is niet het enige West-Europese en welvarende land dat moeite heeft met de aankomende toestroom van Bulgaren en Roemenen. Ook onze zuiderburen verwachten problemen. Vlaamse steden maken zich grote zorgen.
Volgens de Antwerpse werkorganisatie OCMW is het probleem niet dat de nieuwe immigranten werk komen zoeken in België, het probleem is “dat ze niet allemaal werk zullen vinden of hun job na een tijdje zullen verliezen. Dan komen ze in het circuit van de sociale zekerheid terecht of voor bijstand.” Dat kost uiteraard handenvol belastinggeld.
De Antwerpse waarschuwing komt rijkelijk laat, net als het Nederlandse protest tegen het opengooien van de grenzen. Wat kunnen we er nu nog aan doen, een paar dagen voor het nieuwe jaar begint en we duizenden Oost-Europeanen met open armen dienen te ontvangen?
“Het is begrijpelijk dat nationale leiders tegen Europese besluiten zijn en zich daar publiekelijk tegen uitspreken. Minder begrijpelijk is dat zij daarmee wachten tot het besluit al genomen is,” aldus Maarten Hillebrandt, vrijdag in een opiniestuk in de Volkskrant. “(…) dat komt tegenover de nieuwe Europese burgers oneerlijk en weinig integer over. Klagen over besluiten die we als Nederland zelf hebben onderschreven, dat geeft geen pas.”
Waarvan akte.
